Hondenrassen: De imposante chowchow
De chowchow is bij veel mensen bekend als de beerachtige hond of de hond met de blauwe tong. De hond heeft een imposante uitstraling, maar zeker niet met enige vorm van agressie. De hond heeft een rustige aard, maar kan absoluut waaks zijn. Verder heeft de hond een prachtig dikke vacht. De chowchow werd en wordt regelmatig als waakhond ingezet, maar is ook een leuke gezelschapshond. Wat is het precies voor hond en hoe ga je met deze hond om?
Chowchow, de basis
Deze hond komt oorspronkelijk uit China, van ver voor onze huidige jaartelling. Deze hond gaat zeker tot zo’n 3000 jaar terug. Echter, het ras zoals we dat nu kennen, is een voortvloeisel uit fokprogramma’s die in Engeland plaatsvonden. Vreemd genoeg is de hond wereldwijd geliefd als gezelschapshond, maar bijna uitgestorven in het huidige China.
De hond was in het verleden met name een werkhond en werd meegenomen tijdens de jacht. Maar in China waren het ook goede veedrijvers, bont- en vleesleveranciers en tenslotte waren ze ook geschikt het erf te bewaken. Als waakhond worden ze nog steeds ingezet. Daarnaast is het ook een leuke gezelschapshond. Zeker voor dat laatste doel worden ze nu gefokt.
Uiterlijke kenmerken
Deze middelgrote imposante hond heeft behalve zijn stoere uiterlijk ook enkele typische raskenmerken.
Levensverwachting
De chowchow heeft voor een ietwat grotere hond een prima levensverwachting. Bij een normaal leefpatroon wordt deze hond gemiddeld 12 tot 15 jaar oud.
Bouw en vacht
Deze rustig ogende hond heeft een stevige bouw en een beetje schuin naar achter lopende achterpoten. Tezamen met de brede borst geeft het deze hond een stoer uiterlijk. Het mannetje weegt gemiddeld tussen de 27 en 35 kilogram. Het vrouwtje is net even iets lichter, maar kan ook nog zo’n 20 tot 27 kilogram wegen. Ook in de schofthoogte zit een klein verschil, want het mannetje kan tot zo’n 56 centimeter hoog worden en het vrouwtje tot zo’n 51 centimeter.
Hoewel veel mensen de hond het beste kennen van de licht-goudbruine kleur, is deze hond er in meerdere kleuren. Sommige kleuren zijn redelijk zeldzaam, zoals het wit. De hoofdkleuren zijn als volgt:
- zwart (antraciet)
- blauw
- licht goudbruin
- crème
- wit
- rood
De chowchow is meestal langharig, met een dikke overvloedige vacht. Maar er zijn ook kortharige varianten. Dit noemen ze ‘smooth chows’. Ook de kortharige versie heeft een dikke overvloedige vacht. De haartjes lijken rechtovereind te staan en de ondervacht is wollig. Als je er met je hand overheen gaat, voelt het enorm zacht en een beetje als pluche aan. De vacht moet je wel drie tot vier keer per week goed borstelen. Zeker achter de oren en de hals dienen goed geborsteld te worden. Dit voorkomt klitvorming. Als je de hond wast, gebruik dan een milde hondenshampoo en droog de hond goed.
"Van mijn hond heeft u niets te vrezen. Hij is er alleen maar om u bang te maken." Fons Jansen (NL caberetier 1925-1991)
Kop en staart
De kop heeft wat weg van een beer. De hond heeft een ietwat fronsende blik met een volle ronde snuit (niet te lang). De hond heeft relatief kleine oren en ogen, dit geeft de hond ook een lieve blik. Natuurlijk heeft de hond de bekende blauwe tong en bij voorkeur zijn de bek en lippen ook donkergekleurd. De staart wordt soepel rond over de rug gedragen.
Bron: Dneobr, Pixabay Karakter
De meeste jacht- en waakhonden zijn zelfstandig en dat geldt ook voor de chowchow. Daarnaast is de hond eigenzinnig en dat maakt hem niet altijd een gemakkelijk te houden hond. De hond heeft duidelijkheid nodig en dat wil ook zeggen dat je consequent in je gedrag naar de hond moet zijn. Een gemiddelde puppycursus is voor deze eigenzinnige hond vaak niet voldoende. Bij voorkeur helpt iemand je met de opvoeding, die ervaring heeft met deze honden.
De hond kan een min of meer hautaine en afwijzende houding naar onbekende mensen aannemen, maar is zeer gesteld op de voor hem bekende mensen om hem heen. Deze hond is behoorlijk waaks, maar in tegenstelling tot menig waakhond niet heel erg luidruchtig. Wat ook aan deze hond opvalt is dat deze erg schoon op zichzelf is, beduidend meer dan de gemiddelde hond.
Deze uitermate waakse hond is niet echt een kattenvriend, is niet erg speels en gaat ook niet als vanzelfsprekend goed samen met kleine kinderen. De hond heeft een gemiddeld energieniveau en stelt lange wandelingen op prijs.
Gezondheidsaspecten
De hond is niet bekend met structurele aandoeningen, alleen met voeding is het belangrijk om op te letten. Deze hond heeft namelijk de neiging tot overgewicht. De rasverenigingen zijn wel continu bezig met gezondheidsonderzoek. Voor het mogen fokken met deze honden is onderzoek naar heupdysplasie in de lijn van belang. De
Nederlandse chowchow club stelt ook elleboogdysplasie, ECVO-oogonderzoek en patella luxatie (knieschijf) verplicht.
Tot slot
Met deze imposante middelgrote hond komt er echt iets binnen. De zelfverzekerde, stoere, waakse houding (over mens en erf) maakt het tot een graag geziene hond. Voordat je aan een dergelijke hond begint is het wel goed je te realiseren dat hij nogal wat verzorging nodig heeft.