Beauceron, herder uit Frankrijk
De beauceron is een grote, gespierde herdershond uit Frankrijk. Hij heeft een korte, zwarte vacht met roodbruine of grijze aftekeningen. De beauceron is eigenzinnig en heeft een ervaren eigenaar nodig. Deze hond kan in een gezin samenleven, maar dan dient met wel goed rekening te houden met zijn achtergrond.
Algemeen
De beauceron behoort tot de rashondengroep hoed- en drijfhonden en herdershonden. Hij kan 61-70 centimeter hoog worden. Het is een krachtige verschijning, hij lijkt wat dat betreft wel een beetje op de dobermann of rottweiler. Als deze hond uitgegroeid is, kan hij tot 50 kg wegen. Hij heeft een dichte, korte vacht, die sterk aanvoelt en dicht tegen het lichaam aanligt. Zijn oren staan iets van de kop af en hangen recht naar beneden. Ze mogen echter niet te dicht tegen de kop aan liggen. Karakteristiek voor dit ras zijn de grote gekleurde poten en de dubbele hubertusklauwen aan de achterpoten. Agressie of overdreven schuwheid wordt als zeer ongewenst beschouwd binnen het ras. De beauceron wordt gemiddeld 10-13 jaar oud, maar uitzonderingen zijn niet zeldzaam.
Oorsprong
De beauceron komt oorspronkelijk uit Frankrijk, rond de negentiende eeuw is het ras daar ontstaan. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleken deze honden goed bruikbaar te zijn als ijlbode en speurhond. De eerste rasstandaard werd in 1889 vastgelegd. Nu, in het begin van de eenentwintigste eeuw, worden er jaarlijks tussen 3000 en 3500 beauceronpups in Frankrijk geboren. De meesten hiervan stammen uit de omgeving tussen Chartres en Orléans respectievelijk uit het noorden langs de Belgische grens. Dit ras heeft de alternatieve naam Chien de Beauce, die herleidt naar de plaatsnaam van de afkomst, Beauce.
Karakter en opvoeding
De beauceron is een zeer zelfbewuste en dominante hond. Hij past zich makkelijk aan, is moedig, maar ook eigenzinnig en hij moet bezig gehouden worden. Hij is ontzettend trouw aan zijn baas, maar hij is wantrouwend naar vreemden toe, het kan zelfs moeilijk zijn om contact met hem te krijgen. Door zijn neiging naar dominantie en hang naar zelfstandigheid is het niet altijd makkelijk een beauceron goed op te voeden. Daarom is het ook niet verstandig zo'n hond te nemen als je er nog geen ervaring mee hebt. Hij heeft een strenge, consequente opvoeding nodig, maar aan de andere kant verdraagt hij geen harde hand of schreeuwen. Vroeger was de beauceron een hoeder, hij moest de kudde beschermen tegen wolven en andere roofdieren. Het is dus belangrijk dat hij nu nog voldoende uitgedaagd wordt, om geen probleemgedrag te creëren.
Dit hondenras kan zich handhaven in het gezinsleven, maar men moet dan wel rekening houden met zijn zelfstandigheid en aangeboren drang om te hoeden. Het is ook belangrijk om te weten dat hij de roedelleider ook echt als baas ziet en dat hij in het gezin geïntegreerd wordt.
De beauceron wordt dan ook meer als werkhond gebruikt dan als huishond, vooral als hoed-, waak- en beschermers hond is hij erg geschikt. Het werken zit deze hond in het bloed. Hij beweegt erg graag, hondensport doet hem dan ook veel plezier. Ze worden ook wel bij rampen, zoals bijvoorbeeld lawines ingezet.
Beweging
De beauceron is een hond die veel beweging nodig heeft en bezig moet worden gehouden. Hij loopt graag los en vindt het heerlijk om rond te trekken in de omgeving. Een woning in de stad in dus niet geschikt voor dit hondenras.