Hondenras Kaukasische owcharka
Een makkelijke hond is de Kaukasische owtscharka zeker niet. Zijn zelfstandigheid, bewakings- en beschermingsdrift, in combinatie met zijn dominante karakter en niet geringe grootte, zorgen ervoor dat hij duidelijke regels en een zeer ervaren eigenaar nodig heeft, die hij echt als ranghogere accepteert.
Algemeen
Een Kaukasische owcharka is robuust, massief en gespierd. Een volwassen reu is minimaal 65 centimeter hoog en 75 kg zwaar. Een teef wordt in ieder geval 62 centimeter. Een maximale hoogte is er niet voor dit ras. Hij heeft een grove, dikke vacht, die hem goed beschermt tegen slecht weer, deze hond kan dan ook zonder problemen buiten gehouden worden. De ondervacht is lichter dan de bovenvacht, die meestal grijsachtig is. Dit ras kent langharige en kortharige varianten. De langharige variant heeft een dicht behaarde kraag en ze moeten dan ook regelmatig geborsteld worden. Ze komen voor in alle effen kleuren, behalve effen zwart, bruin, verdund zwart, black and tan, blauw of leverkleurig. Bont of gevlekt is toegestaan.
Oorsprong
Owcharka is het Russische woord voor 'herdershond'. De Kaukasische owcharka vindt zijn oorsprong in Tibet, van waaruit ze met de nomaden naar Armenië zijn meegekomen. Hier zijn deze honden ingezet als hoeder en bewaker van de kuddes. Ze werkten samen met andere honden en beschermden de kudde tegen wolven, beren en andere mensen. Dit deden ze helemaal alleen, zonder inmenging van de herder, die ze maandenlang alleen liet op de weide. Dit was geen makkelijk leven voor de honden en ze werden dan ook niet heel oud. Daarom kon men moeilijk aan deze honden komen; pups die geboren werden, bleven bij de herder zelf. Tegenwoordig proberen liefhebbers dit ras weer op te laten bloeien, in Nederland zijn er nu, in 2016, een paar honderd te vinden.
Karakter
Een Kaukasische Owcharka is zeer moedig en hij had in de Kaukasische hooggebergten eeuwenlang de taak om kuddes te beschermen tegen stropers en roofdieren. Hij heeft dus veel ruimte nodig en het waken zit hem in het bloed. Als dit ras in huis gehouden wordt, moet men zorgen dat hij naar buiten kan en hem bijvoorbeeld een groot, afgezet stuk grond aanbieden, dat hij bewaken kan, zodat hij zijn eigen territorium heeft. Het beste is om met een bordje te waarschuwen voor de hond, want de beschermings- en bewakingsdrift zijn erg groot en nauwelijks weg te trainen. Hij zal ook zeker blaffen als iemand zijn territorium betreedt, of in de buurt komt van zijn mensen. Dat is hem praktisch niet af te leren, want hiervoor is dit ras gefokt.
Een Kaukasische owcharka is in de regel rustig en ontspannen, maar toch geen makkelijke hond. Hij is meestal dominant en gaat snel in de verdediging. Hij is wantrouwend naar vreemden en bewaakt daarbij zo goed, dat hij agressief kan worden. Bij zo'n groot, sterk dier is een goede socialisering en een consequente opvoeding van groot belang. Als hij van jongs af aan bij de familie betrokken wordt, zal hij als volwassen hond makkelijker zijn. Met katten kan dit ras niet overweg.
Beweging
De Kaukasische owcharka heeft niet zoveel beweging nodig. Het is eigenlijk een gemoedelijk dier, dat bij de wandeling rustig rondslentert. Lange stukken rennen is niets voor hem, en al helemaal niet bij warm(er) weer. Het is belangrijk deze honden vanaf jonge leeftijd samen te laten met andere honden, zodat de kans groter is dat eventuele ontmoetingen met soortgenoten ondanks zijn dominantie goed verlopen. Hondensport kan deze honden niet echt bekoren, ze zijn te lomp en hebben het niet echt in zich om hun eigenaar tevreden te stellen. Ook zijn pakwerkopleidingen geen goed idee met deze dieren. Zijn bewakingsdrift moet op geen enkele manier worden gemotiveerd, omdat dat wel eens gevaar zou kunnen opleveren.
Waken
De onafhankelijke, dappere Kaukasische owcharka bewaakt zijn huis en gezin met hart en ziel. Met mensen die hij niet kent, heeft hij niet veel op. Hij reageert afwijzend, tot zelfs ongeïnteresseerd op ze en het is heel belangrijk dat hij leert vanaf het begin geen agressie of dominantie te laten zien als er mensen het erf betreden. Bovendien moet zijn beschermingsdrang nooit beloond worden. Als deze hond goed gesocialiseerd en goed opgevoed wordt, is het een gevoelige, rustige en ontspannen hond, die zeer aanhankelijk (maar nooit onderdanig) is naar zijn mensen. Met kinderen is hij geduldig.
Zelfs met de beste opvoeding moet men nooit de uitgesproken bewakingsdrift vergeten. Eigenaren van deze honden moeten zich er te allen tijde van bewust zijn, dat ze een hond hebben, die ervoor gefokt is huis, erf en mensen zelfstandig te bewaken.