Een pup opvoeden door training
De opvoeding van een pup bestaat uit verschillende aspecten die door middel van training worden aangeleerd. Een pup moet gehoorzamen, socialiseren, alleen kunnen blijven, zindelijk worden, in de bench kunnen blijven en de baas blijven zien als roedelleider. De opvoeding van een pup kost veel tijd en energie maar door het blijven herhalen van oefeningen zal de hond gewenst gedrag gaan vertonen.
De baas als roedelleider
In de natuur gaan honden uit van een rangorde waarbij er één de roedelleider is. In de thuissituatie moet een hond zijn baas als roedelleider gaan zien. Ook de rest van het gezin moet bovenaan in de rangorde staan. Een duidelijke rangorde kan voorkomen dat een hond de leiding overneemt en gaat dreigen, grommen of bijten. De baas moet duidelijk de regels aangeven, eerlijk en consequent zijn. Een duidelijke rangorde ontstaat door:
- Gehoorzaamheidstraining
- Het borstelen van de hond
- Als eerste de deur uitgaan waarna de hond volgt
- Dat de baas de indeling van de dag bepaalt, eten, spelen en beweging.
- Eerst zelf te eten, daarna mag de hond eten
- Hoger dan de hond te blijven dus niet samen op de bank, stoel of in bed
Gehoorzaamheidstraining
Een hond leert gehoorzaamheid door een consequente opvoeding met duidelijke regels. Alle gezinsleden hanteren dezelfde regels en gebruiken dezelfde woorden voor het geven van commando’s. Door dit steeds te blijven herhalen zal de pup het gewenste gedrag gaan vertonen. Vergeet niet om gewenst gedrag te blijven belonen. Keur ongewenst gedrag af door op boze toon tegen de pup te praten terwijl u hem tegelijkertijd bestraffend aankijkt. U kunt de pup ook bestraffen door hem te negeren of met een ruk aan de riem. Als de pup ouder wordt zult u meer uw gezag moeten laten gelden.
Kan een pup even alleen blijven?
Vanaf het moment dat de pup in zijn nieuwe omgeving komt moet hij wennen aan het alleen zijn. Bouw dit langzaam op zodat de pup leert dat u terugkomt. Begin met een paar seconden per keer en prijs hem wanneer hij stil blijft. Praat niet tegen de pup wanneer u weggaat, negeer hem gewoon. De pup moet leren dat het normaal is dat u weggaat en dat u altijd weer terug komt.
Het rusten
Een jonge hond is nog snel moe, rust en regelmaat zijn belangrijk in het leven van een pup. Aai de slapende pup niet want dan kan hij schrikken en bijten.
Zindelijkheidstraining
Een pup moet nog zindelijk worden en kan zijn behoeften niet lang ophouden. Laat hem elke twee uur even uit. Een pup doet vaak zijn behoefte na het eten, na het spelen en voor en na het slapen. U kunt aan zijn gedrag zien wanneer hij nodig moet, hij begint te snuffelen of draait in het rond. Vaak is de jonge hond zo speels en druk bezig om de wereld te ontdekken dat hij vergeet om zijn behoefte te doen. Dit doet hij dan thuis en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Dit is op te lossen door onderscheid te maken in het uitlaten. De ene keer gaat u eruit om een wandeling te maken, de andere keer alleen om de hond zijn behoefte te laten doen.
Socialisatie
Om probleemgedrag bij een hond te voorkomen is socialisatie noodzakelijk. Een pup moet leren omgaan met mensen, andere dieren en materialen in verschillende situaties. Dit leert hij als u hem overal mee naar toe neemt en dit blijft de eerste tijd belangrijk. Laat de ervaringen positief verlopen. Een hond die niet goed gesocialiseerd is kan angstig, nerveus of agressief reageren.
Voerbak agressie
Een hond kan agressief reageren als hij denkt dat iemand zijn voer af wil pakken. In de natuur mag een dier zijn voer voor zichzelf houden, als dit wordt afgepakt zal hij zich verdedigen. Om agressief gedrag te voorkomen moet de hond leren dat hij zijn voer niet hoeft te verdedigen. Neem een klein stukje van iets lekkers (worst) in de hand. Ga met de hand naar de voerbak, wacht tot de hond komt, geef hem het lekkers, sta op en loop weg. De hond leert nu dat hij iets lekkers krijgt als er iemand bij zijn voerbak komt.
Benchtraining
De bench is een fijn plekje voor de hond omdat hij hier tot rust kan komen. Ook overdag kan hij hierin verblijven als u even weg gaat. De hond kan geen spullen kapot maken. Geef het voer of een lekker bot in de bench zodat de hond eraan went.
Belonen/ straffen
Beloon gewenst gedrag altijd met prijzende woorden, een schouderklopje of iets lekkers. Bestraf ongewenst gedrag met boze woorden, een ruk aan de riem of door hem te negeren. Bestraf een hond één tot drie seconden na het ongewenste gedrag anders weet hij niet meer waarom hij straf krijgt.