Wol een puur natuurproduct
Wol heeft volgens het Prisma woordenboek twee betekenissen. Het is volgens de ene betekenis zacht haar van sommige dieren, zoals het schaap, de geit of de lama en volgens de andere is wol de vezel van de vacht van schapen. Wol komt vooral van schapen uit Australië, China en Nieuw-Zeeland maar ook elders op de wereld worden veel schapen gehouden met naar schatting een totaal van één miljard.
Natuurproduct wol meestal van schapen
Een schaap was een van de eerste dieren die door de mens werden gehouden. In Nederland is vooral Texel beroemd geworden door schapen. Het schaap is ook belangrijk voor het in stand houden van het landschap en nog belangrijer is dat een schaap wol levert. Wol is een natuurproduct in tegenstelling tot synthetische stoffen die uit aardolie worden gemaakt. Als natuurproduct is wol milieuvriendelijk en duurzaam en het breekt biologisch af. Wollen stoffen zijn vaak sterker dan stoffen van kunstvezel en daardoor minder aan slijtage onderhevig. Ook al leveren sommige andere dieren ook wol wordt voor kleding en dekens meestal wol gebruikt die afkomstig is van schapen.
Elk voorjaar schapen scheren
Om aan de wol van schapen te komen worden die dieren elk voorjaar geschoren. Een schapenscheerder kan vele tientallen schapen per dag scheren. De wol van de schapen is na het scheren vervuild met gras en andere plantaardige resten en door zweet en vet. Zij wordt daarom eerst gewassen waarbij nog enig vet achterwege blijft wat goed is voor het spinnen.
Eigenschappen van wol
Wol is gekroesd en heeft ongeveer acht bochten per centimeter. Daardoor is wol een uitstekende isolator van warmte omdat de lucht goed wordt vastgehouden. Wol kan ook tot dertig procent van het eigen gewicht aan vocht opnemen zonder vochtig aan te voelen. Door zijn hoge elasticiteit heeft wol de neiging om naar zijn oorspronkelijke vorm terug te keren. Een andere eigenschap van wol is dat het schubben heeft. Door die eigenschap en de elasticiteit kan wol bijzonder goed worden gesponnen omdat de vezels in elkaar haken en goed vast blijven zitten.
Wolvezel bestaat uit drie lagen:
- De hoornachtige schubbenlaag.
- Een tussenmembraan.
- Een schorslaag.
Afhankelijk van de plek waar de wol op het schaap groeit kunnen vier soorten onderscheiden worden:
- Wol van de flanken, schouders en rug.
- Wol van de dijen.
- Wol van de buik.
- Wol van de overige delen.
In wol worden drie kwaliteiten onderscheiden:
- Scheerwol - Deze is afkomstig van een levend en gezond schaap en volkomen onbeschadigd. Scheerwol is herkenbaar aan een internationaal wolmerk dat in meer dan honderd landen wordt erkend.
- Scheurwol - Wol van een iets mindere kwaliteit is afkomstig van gedragen kleding en weefselafval van de textielindustrie en wordt scheurwol genoemd.
- Blootwol of plootwol - Deze wol wordt verkregen door de huiden van geslachte schapen chemisch te behandelen en heeft een duidelijk mindere kwaliteit.
Gevoelig voor dikke wolvezel
De dikte van de wolvezels varieert van 10 tot 40 micrometer. De fijnste wol komt van de binnenvacht van het Merino schaap en de grofste van de buitenvacht van het Shetlandschaap.
Veel mensen zijn gevoelig voor wol en krijgen een kriebelend, prikkend of jeukend gevoel bij het dragen op de blote huid. Dat gevoel treedt vooral op bij wol die dikker is dan 28 micrometer.
Comfortabel dragende dunne wolvezel
Om goed te kunnen spinnen wordt de wol eerst gekaard met een kam met stalen punten om de vezels te ontwarren. Dit kan ook machinaal gebeuren. Tegenwoordig kunnen de vezels zo fijn gemaakt worden dat de wol zelfs geschikt is voor sportkleding en ondergoed en niet meer lijken op de wollen onderbroeken van jaren geleden. Modern wollen ondergoed draagt comfortabel en prikt of kriebelt niet omdat het van superzachte kwaliteit is.