Sleeën met je paard
Veel mensen houden niet van sneeuw, en vinden het vervelend omdat ze rustig moeten doen met hun paard. Maar je kunt sneeuw en paarden juist heel leuk combineren. Namelijk door te gaan sleeën! Maar hoe doe je dat op een veilige manier? En kan dat ook zonder men tuig? Lees in dit artikel alles over sleeën met je paard!
Wat heb je nodig?
- Hulp, voor de veiligheid moet er een ieder geval aan het begin iemand ouder dan 18 jaar naast de pony lopen. Zorg dat hij of zij weet wat hij doet.
- Een pony of paard.
- Sneeuw.
- Tuig.
- Een slee.
Voorbereiding
Sneeuwt het nog niet? Dan kun je eerst oefenen met achter je paard lopen. Doe dit met alleen lange teugels. Hiervoor kun je en longeerlijn gebruiken en een dekensingel of longeersingel waar de leidsels door kunnen. Probeert je paard om steeds om te draaien of begrijpt hij het nog niet helemaal? Laat dan iemand even naast je paard lopen. Blijf goed oefenen.
Het sleeën
Ligt er dan eindelijk sneeuw? Dan kun je aan de slag gaan. Als er ijs ligt of je denk dat het te glad is moet je niet gaan sleeën, het kan alleen als de sneeuw pas net gevallen is en helemaal niet glad is. Er mag ook geen ijs onder de sneeuw liggen. Je paard moet nu geen gewicht dragen maar trekken en daardoor glijd hij nog sneller uit.
Oefen eerst in een bak of een veilige ruimte waar je paard het kent. Dan kun je het tuig om doen. Je hebt alleen het borsttuig nodig en de singel waar de leidsels door kunnen. Ook heb je de trek lijnen nodig. Zorg ervoor dat de lijnen erg lang zijn. Lang genoeg dat het paard jou of de slee niet kan raken als hij trapt. Je begint met een rondje achter je paard te lopen zodat hij weer even went aan iets achter hem. Dan laat je hem even rustig snuffelen aan de slee. Vindt hij het eng? Stop er dan gelijk mee en oefen eerst een paar dagen met aan de slee snuffelen tot hij het niet meer eng vindt.
Dan kun je de slee achter je paard houden. Degene die je hebt meegenomen om te komen helpen laat je lopen met je paard. Dan houd jij de slee achter het paard en doet alsof hij achter hem zit, maak de slee nu nog niet vast aan het paard. Bekijk even hoe je paard hier op reageert, vind hij het eng? Oefen dan weer net zo lang tot hij eraan gewend is.
De volgende stap is om op de slee te gaan zitten en de trek lijnen vast te houden. De slee gaat nu wel vooruit als het paard loopt, maar hij zit niet vast aan het paard. En nu ben je aan het sleeën! Je hebt geen leidsels nodig, dat is alleen maar lastig. Je paard kan erin gaan staan en daarvan kan hij in paniek raken. De hulp die je meegenomen hebt is nu het stuur.
Het is nog niet makkelijk om op de slee te blijven zitten. Hij kan makkelijk omvallen. Zorg dat je kunt remmen met je voeten als het paard stil gaat staan, als hij vaart minderd of als de lijnen slap worden. Je moet voorkomen dat de slee tegen de achterkant van je paard aankomt.
Heb je geen tuig?
Het kan natuurlijk dat je geen tuig tot je beschikking hebt. Je kunt ook makkelijk improviseren. Bekijk wel goed of het tuig je paard nergens hindert. Doe dit ook niet al te vaak. Als je dit twee keer per jaar doet kan het geen kwaad voor je paard. Maar doe het niet te vaak.
Je kunt makkelijk je eigen tuig maken met deze spullen:
- Een dikke, niet te harde singel van een zadel.
- Longeerlijn.
- Hoofdstel of halster.
- Een halstertouw.
- Eventueel een longeer- of dekensingel.
Je kunt de singel en het halstertouw gebruiken als het borsttuig, hiermee trekt het paard de slee. De singel komt voor op de borst, kijk naar een plaatje van een men tuigje en bekijk op welke plek van de borst het borsttuig moet. Het moet niet te hoog, maar ook niet te laag zitten. Haal het halstertouw door de singelgespen. Dit touw houdt het borsttuig op zijn plek. Het moet ongeveer aan het einde van de manenkam zitten. Kijk even wanneer de singel op de juiste plek zit en maak dan een stevige knoop in het halstertouw. Bekijk nog even of het echt op de goede plek zit.
De longeerlijn dient als trek lijn. Haal hem ook door de singelgespen. De touwen moeten komen in het verlengde van de singel. Eventueel kun je nog een longeer- of dekensingel om doen. Maar dat is niet nodig. Doe het hoofdstel of halster om waar de begeleiding het paard aan mee kan nemen. En dan is je tuigje klaar!