Palmen en hun vruchten
Volgens sommige bronnen bestaan er 3.000 verschillende palmen en andere melden dat het er wel 4.000 zijn. Hoewel er ook winterharde soorten zijn komen palmen van oorsprong in de tropen en subtropen voor. Van het grote aantal soorten kunnen sommigen onder gunstige winteromstandigheden ook in de niet tropen gedijen. Palmen vereisen dan wel een goede verzorging en soms afdekking voor vorst waar de palm van nature niet tegen kan. Sommige palmen leveren eetbare vruchten en andere zijn geschikt als grondstof voor olie.
Palm is geen boom
Een palm wordt ook vaak palmboom genoemd hoewel het eigenlijk geen boom is. Hij heeft wel een bladerdek, een stam en wortels zoals ook een boom maar heeft een andere groeiwijze. De stam is een zogenaamde schijnstam die bestaat uit opeengestapelde bladvoeten nadat de bladeren zijn afgevallen. Er is dus geen sprake van jaarringen zoals bij een boom die na elk jaar ontstaan doordat de stam dikker wordt.
Vruchten van de palmen
Zoveel verschillende palmsoorten als er zijn zoveel verschil is er in de vruchten die aan de palmen groeien. Een aantal palmen levert eetbare vruchten en andere vruchten dienen bijvoorbeeld als grondstof voor olie. Eetbare vruchten zijn onder meer de awarra, dadel, kokosnoot, moriche, palmperzik en salak. Twee palmsoorten die erg bekend zijn om hun vruchten zijn de dadelpalm (Phoenix dactylifera) en de kokospalm (Cocos nucifera). Een palm waarvan de vruchten olie leveren is de oliepalm (Elaeis guineensis).
Phoenix dactylifera
De dadelpalm komt al duizenden jaren voor in het Midden-Oosten en wordt veelvuldig aangeplant vanwege de eetbare dadels. De plant kan een hoogte halen van vijfentwintig meter met bladeren van drie meter lang. Elk blad heeft ongeveer honderdvijftig deelbladeren van plusminus twee centimeter breed en dertig centimeter lang. Een dadelpalm kan tegen grote droogte en hitte en heeft voor het rijpen van de vruchten een zeer warm klimaat nodig. In goede omstandigheden levert een dadelpalm elk jaar vijf tot tien grote trossen dadels op met een totaalgewicht van enkele tientallen kilo’s per tros. Terwijl bijna alle palmen slechts één stam bezitten kunnen bij een dadelpalm meerdere stammen uit een wortelstelsel schieten.
Cocos nucifera
De kokospalm kan een hoogte bereiken van dertig meter en heeft bladeren van vier tot zes meter lang. De vrucht van de plant wordt in plaats van kokosnoot ook wel klapper genoemd welke naam afkomstig is van het Indische woord kelapa. Het sap van de plant kan gedronken worden en het binnendeel van de vrucht kan vers of gedroogd of vermalen worden verwerkt in gerechten. De vezels aan de buitenkant van de vrucht kunnen verwerkt worden tot touw of kokosmatten.
Elaeis guineensis
De oliepalm kan met zijn krachtige rechtopstaande stam evenals diverse andere palmen wel dertig meter hoog worden. De palm heeft gevederde bladeren die ongeveer zeven meter lang worden en in een doornachtige punt uitlopen. De deelblaadjes aan de onderkant zijn met stevige stekels bezet. De crèmewitte bloemen zitten dicht opeengedrongen. De oranjerode vruchten hebben dikwijls een gele voet en een bijna zwarte top en kunnen vijf centimeter lang worden. De vruchten zitten met zeer velen aan grote trossen die wel vijfentwintig kilo kunnen wegen. Oorspronkelijk komt de oliepalm uit West-Afrika en is indertijd door Nederlanders meegevoerd naar het toenmalig Nederlands-Indië. Tegenwoordig komt 85 procent van de palmolie die gewonnen wordt uit de vruchten uit Indonesië en Maleisië en de rest uit landen als Brazilië, Colombia en Ghana.
Lees verder