De (Gelderse) Ijssel en Kampen
Tijdens en na de laatste Ijstijd lag in West-Overijssel een groot, nat veengebied. Door dit veengebied zocht de rivier de Ijssel zijn weg naar het Flevomeer en vervolgens de Zuiderzee. Hierdoor ontstond bij de monding een delta met diverse rivierarmen en meer dan tien eilanden bestaande uit rivier- en zeeklei. Deze delta wordt ook wel de Ijsseldelta genoemd.
Ontstaan van de Ijssel
De Ijssel stroomde meanderend in een brede vlakte. Overstromingen zorgde ervoor dat aan weerszijden en evenwijdig aan de rivier oeverwallen onstonden. Deze oeverwallen zijn zanderig, hebben iets reliëf en zijn vruchtbaar. Een typisch kenmerk van een meanderende rivier is dat deze altijd wordt gekenmerkt door betrekkelijk stabiele hoeveelheid water en sedimenten. Dit door de aanwezigheid van oeverwallen met daarachter kommen met meer klei en nieuwe en afgesloten rivierarmen (de meanders). Uit de riviervlakte en vanaf de stuwwal van de Veluwe werd al eerder door de wind zand verstoven waardoor dekzandkoppen en rivierduinen ontstonden. De genoemde dekzandkoppen liggen aan de westzijde van de Ijssel en een reeks rivierduinen aan de oostzijde. Er was een aanmerkelijk hoogteverschil tussen de stuifduinen en de dekzandkoppen. Vanwege de invloeden van eb en vloed aan de kust werd zeeklei over het veenlandschap afgezet, waardoor er een kwelderlandschap werd gevormd. (Plaatje: Een oud kaartje van de Ijssel en Kampen)
Bijzonderheden
Het ijsseldal wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid van elementen, denk hierbij aan bepaalde landschapsvormen, bodemsoorten, levensgemeenschappen van planten en dieren en cultuurhistorische elementen. Bijzonder zijn ook de uiterwaardgraslanden, de oude rivierlopen, de kleiputten/tichelgaten, zand- en grindgaten, de wielen, de hagen, griendbosjes en andere houtopstanden, de ruigten en de rivierduinen.
Wat troffen de eerste bewoners in dit gebied aan?
De eerste bewoners troffen gebieden aan die vloeiende overgangen hadden, behalve natuurlijk de eilanden en de stuifduinen. Veengebieden, oeverwallen, een riviervlakte, dekzandkoppen, rivierduinen, kwelders, een delta en een monding van een rivier behoorden allemaal tot het landschap waarin zij terecht waren gekomen. De rivierdelta was een vrij groot gebied.
Ontwikkeling van het gebied en Kampen in de beginfase
Kampen ontstond op een terp boven op een eiland aan de westzijde van de Ijssel. Men ging rondom Kampen gebieden en de rivier bedijken om overstromingen te voorkomen. De rivier kreeg toen beperkte vrijheid waardoor uiterwaarden, ontsluitingswegen op de dijk en gemengde landbouwbedrijven met boomgaarden op de oeverwallen ontsonden. Binnen de omdijkte gebieden, de polders, werd het mogelijk te wonen op de terpen of langs aan de dijk. Afwatering werd geregeld via weteringen, gemalen en sluizen. Vaak werden de polders gebruikt als weiland/hooiland.
De bewoners in het gebied zaten niet stil. Ze maakten van de veengebieden diverse polders die men als woongebied of weiland kon gebruiken.
© 2008 - 2024 Jeanpaul88, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bezienswaardigheden in KampenDe Hanzestad Kampen staat bekend om haar historische binnenstad en haar ligging aan de monding van IJssel. Kampen staat…
Kampen is een bezoek waardKampen is een oude Hanzestad, net als een aantal andere steden die aan of nabij de IJssel lagen. Kampen zelf is een stad…
Bronnen en referenties
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Ijssel
Grote Historische atlas van Nederland
Grote provinciale atlas van Overijssel
Trouw, 17-11-1995 ‘Kampen en de strijd tegen het water’ door Rutger Vahl
Het parool, 20-05-1995 ‘Balgstuw bij Kampen als stormvloedkering’
Spectrum Atlas van “De Nederlandse landschappen”
Het rivierkleilandschap HFCJK’90 – Dijkhuis met daarin gebruikte en vermelde bronnen