Wat is amosiet?
Amosiet is de commerciële naam die is gegeven aan de asbestiforme variant van het mineraal grunerite en is beter bekend als bruine asbest. Amosiet komt als mineraal in de natuur voor en werd gewonnen in open mijnen. Vanwege de uitstekende eigenschappen van het vezelvormige mineraal op het gebied van warmte en geluidisolatie, zuurbestendigheid, treksterkte en biologische afbreekbaarheid vond het mineraal zijn weg in een veelvoud van toepassingen in de bouw en industrie. Echter bleek in de loop van de twintigste eeuw dat blootstelling aan amosietvezels ernstige gevolgen had voor de gezondheid. Zo ernstig zelfs dat het gebruik van amosiet vrijwel overal ter wereld verboden werd.
Opbouw en structuur
Amosiet is een inosilicaat dat ontstaat door metamorfose bij zeer hoge temperaturen. Amosiet is de vezelvormige, ook wel asbestiform genoemd, variant van het mineraal grunerite dat zijn naam dankt aan de Zwitsers-Franse scheikundige Louis Emmanuel Gruner. Asbestiforme vormen van amfibolen, zoals amosiet, hebben een afwijking in de kristalvorming doorgaan waardoor de vezelvorm is ontstaan. Amosiet is in vergelijking tot andere asbestsoorten vooral rijk aan ijzer waarbij variërende hoeveelheden magnesium kunnen voorkomen. Het vormen van amosietvezels is een langdurig proces waarbij lange ketens van silicium tetraëders, een soort driehoekige pyramides, ontstaan waaraan zich ijzer of magnesium hechten. De chemische formule voor amosiet luidt: Fe2+7Si8O22(OH)2 [CAS-nummer 12172-73-5].
Eigenschappen
- Kristalstelsel: monoklien
- Krashardheid: 5-6
- Streepkleur: kleurloos
- Dichtheid: 3,45
Winning
In 1907 werden grote amosietvoorraden ontdekt in Pietersburg, gelegen in de Zuid-Afrikaanse provincie Limpopo op ongeveer 300 km van Johannesburg. Het duurde echter tot 1913 voordat de commerciële mijnbouw in het gebied van start ging. Nergens anders ter wereld werden voorraden amosiet in winstgevende omstandigheden en hoeveelheden aangetroffen. Zuid-Afrika werd daardoor het enige land ter wereld waar amosiet werd geëxporteerd. Het materiaal heeft zijn naam dan ook te danken aan deze herkomst, amosiet is namelijk een afgeleide van de naam van het mijnbedrijf AMOSA (Asbestos Mines of South Africa Ltd.) dat zich bezighield met de winning van amosiet. De winning van amosiet wijkt niet af van het winningsproces van andere asbestsoorten en geschiedt in verschillende fasen.
Exploratie
Via magnetisch onderzoek kan worden bepaald waar zich asbesthoudend gesteente kan bevinden. De aanwezigheid van magnetiet is een aanwijzing voor de aanwezigheid van asbestiforme materialen. Vervolgens worden een aantal proefboringen uitgevoerd om de aanwezigheid en omvang van een asbestlaag in het gesteente vast te stellen.
Exploitatie
Zodra de aanwezigheid en omvang van de asbest ertslaag zijn vastgesteld worden de exploitatiemogelijkheden en meest geschikte winningsmethode beoordeeld. Belangrijke parameters zijn fysische eigenschappen van de aanwezige asbestvezels en het gesteente waarin het is aangetroffen, vezeldichtheid, hoeveelheid verontreinigingen in de erts en mogelijke afname van kwaliteit tijdens het winningsproces. Het winnen van asbest geschiedt in de meeste gevallen in een open mijn of groeve, ook wel dagbouw genoemd. Met explosieven en graafmachines voorzien van hydraulische hamers worden grote brokken gesteente losgemaakt en met de voor de mijnbouw specifieke enorme shovels en trucks naar een verwerkingsinstallatie vervoerd voor verdere afscheiding van de asbestvezels uit het erts.
Bewerking
De belangrijkste bewerking die het erts onderging was vermaling. Dit proces was noodzakelijk om de ruwe vezel van het ertsgesteente te scheiden. Het vermalen bestond uit meerdere handelingen waarbij het gesteente in kleinere stukken werd gebroken en gedroogd. Het belangrijkste bij de vermaling is dat werd voorkomen dat verkleining van de asbestvezels plaatsvond. De lengte van de vezels was namelijk bepalend voor kwaliteit, en hiermee de prijs die kon worden gevraagd, van het eindproduct. Langere vezels waren nu eenmaal geschikt voor verwerking in meerdere producten dan korte vezels. Na droging van het materiaal werden middels een vacuümsysteem na elke stap in het breekproces de losse amosietvezels opgezogen en via een filtersysteem verzameld. Naarmate het breekproces was gevorderd werden er vezels met steeds kleinere omvang door het afzuigsysteem verzameld. Het afzuigsysteem was namelijk afgesteld op de verschillende aerodynamische eigenschappen die vezels van verschillende afmetingen hebben. Hierna worden de vezels gereinigd van stof en zand en vindt de kwaliteitsbepaling plaats.
Kwaliteitsbepaling
Kwaliteitsbepaling vond meestal plaats via de Quebec Standard test die is ontwikkeld door de Quebec Asbestos Mining Ascociation (QAMA). Deze test is oorspronkelijk bedacht om de kwaliteit van chrysotiel (wit asbest) te bepalen maar kan ook beperkt worden toegepast om amosietvezels in een bepaalde kwaliteitsstandaard in te schalen. Om deze inschaling toe te passen werd een speciaal apparaat ontwikkeld dat bestond uit een drietal zeven. Een vastgestelde standaardhoeveelheid vezels (454 gram) werd over deze zeven geschud en vervolgens werd per maasgrote de zeeffractie gewogen. Een andere veel toegepaste methode is de Bauer-McNett (BMN) classification, een nat proces waar de asbestvezels in een slurry door zeven met een verschillende maasgrootte worden geleid. Overige eigenschappen waarop werd getest waren onder andere permeabiliteit, samendrukbaarheid, hoeveelheid steengruis, ontwatering, treksterkte en magnetische eigenschappen.
Toepassing van amosiet
In Nederland is amosiet in een veelvoud van producten in de bouw en industrie verwerkt. Het mineraal was vooral geschikt in producten die wat langere vezellengte vereisten, met name in hittewerende producten zoals leidingisolatie en spuitasbest. In bouwproducten is amosiet bijvoorbeeld toegepast in brandvertragende beplating zoals nobranda, promabest en marinite. Amosiet wordt wel eens als verontreiniging aangetroffen in asbestcement producten. Een andere toepassing waarin amosiet in bouwproducten is verwerkt is in akoestische isolatie in plaatvorm of pleisterwerk. Omdat amosietvezels relatief stijf, splijtbaar en lang zijn, zal amosiet niet snel worden aangetroffen in pakkingen en gewoven asbesttextiel zoals asbestdoek.
Gezondheidsrisico’s
Alhoewel al rond 1900 door artsen en arbeidsinspecteurs de relatie werd gelegd tussen diverse longaandoeningen en blootstelling aan asbestvezels duurde het tot 1930 totdat deze aandoeningen officieel via wetgeving erkend werden als beroepsziekten. In Nederland duurde dat zelfs tot 1951 toen de silicosewet van kracht werd waarin asbestose was opgenomen als beroepsziekte. In 1960 werd door de Zuid-Afrikaanse onderzoeker Wagner vastgesteld dat blootstelling aan asbest mesothelioom, een ongeneselijk vorm van kanker aan long-, buik- of hartvlies, veroorzaakt. Daarvoor ontstond in 1955 door onderzoek van de Engelse epidemiolog Doll al breed gedragen overeenstemming dat blootstelling aan asbest ook longkanker kon veroorzaken. Overigens waren artsen in het nazi-Duitsland van de jaren dertig al tot deze conclusie gekomen en in 1943 was in Duitsland bij wet al vastgelegd dat asbestslachtoffers gecompenseerd moesten worden.
Aanvankelijk werd vooral blootstelling aan amfibole asbestsoorten, waartoe amosiet ook behoort, gezien als veroorzaker van longziekten. Later werd duidelijk dat ook blootstelling aan chrysotiel (wit asbest) de bovengenoemde ziekten kan veroorzaken. Vanwege de betere resistentie tegen zuren die amfibolen bezitten ten opzichte van chrysotiel, worden zij als schadelijker beschouwd voor de gezondheid omdat ze lastiger oplossen in zuren die zich in longweefsel bevinden. In tegenstelling tot chrysotiel is vrijwel overal ter wereld het gebruik van amfibolen, waaronder amosiet, aan banden gelegd. De laatste amosietmijn in Zuid-Afrika werd in 1993 gesloten omdat de vraag naar het mineraal volledig instortte. In totaal is er naar schatting 2.810.000 ton amosiet geproduceerd.