Dieren EHBO: Problemen rond de voortplanting
Als een pasgeboren pup zwak of levenloos lijkt en door de teef genegeerd wordt kunt u proberen hem tot leven te wekken. Deze pups zijn koud, slap en vaak blauw, en ze ademen onregelmatig of misschien helemaal niet. Ook na de geboorte van de pups kan er veel mis gaan, pups die niet spenen, melkklierontsteking enz...
Voortplantingsproblemen bij de hond
De voortplantingscyclus van de teef duurt ongeveer 6 maanden en het vrouwelijke dier is aan het begin van deze cyclus gedurende ongeveer 21 dagen ‘bronstig’. De cyclus begint (puberteit) als de teef tussen 7 en 12 maanden oud is. Elke ‘bronstperiode’ is gekenmerkt door het opzwellen van de uitwendige geslachtsdelen en een bloederige uitvloeiing, die na 10 dagen dikker en gelig van kleur wordt. Hierna vindt de eisprong (ovulatie) plaats en het vrouwtje staat gedurende 7 tot 10 dagen in deze periode de dekking toe.
Het soms overvloedige bloedverlies heeft geen invloed op de gezondheid van het dier, maar het geeft enige overlast en het trekt mannelijke honden aan, hetgeen een ware plaag kan zijn. Er kunnen zich één of meerdere reuen om het huis van de teef ophouden, die blaffen,janken of met elkaar vechten. Het teefje is ook erg onrustig en ziet, als het even kan, de kans schoon om uit haar gevangenschap te ontsnappen. Het is natuurlijk niet verstandig om de teef buiten of zelfs in een kennel vast te binden. Ze kan ontsnappen of er kan een mannetje de tuin of kennel binnen glippen. U kunt de teef het beste binnenshuis opsluiten of haar, zodra u de eerste druppels bloederige uitvloeiing bemerkt, drie weken lang naar een goed hondenpension brengen.
De dekking
Op of rond de twaalfde dag na het begin van de uitvloeiing uit de vulva staat het teefje de dekking toe. Als u wilt dat uw teef drachtig wordt, moet u haar minstens drie keer, om de 48 uur, laten dekken. Houd de partners tot dit moment gescheiden en laat ze voor het eerst, allebei aangelijnd, bij elkaar komen. Als ze dan vechten of naar elkaar bijten kunt u ze gemakkelijk weer uit elkaar halen. Het vrouwtje toont haar bereidheid tot de dekking door rustig te blijven staan. De reu bestijgt haar en paart enkele minuten. Na de dekking zwellen de mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen op en omsluiten elkaar, wat men het ‘vastzitten’ noemt. De partners kunnen nu niet gescheiden worden. Ze staan dan vaak met de achterkanten tegen elkaar en kijken ieder een andere richting op. Als de zwelling afneemt gaan ze vanzelf uit elkaar. Laat de honden tijdens het ‘vastzitten’ bij elkaar; door ze uit elkaar te trekken kunnen er verwondingen aan de geslachtsdelen ontstaan.
Een enkele keer gebeurt het dat de penis van het mannetje zich niet in de beschermende voorhuid terugtrekt. Als deze toestand langer bestaat zullen de tere slijmvliezen uitdrogen en beschadigen. In zo’n geval moet u de penis met plantaardige olie insmeren en door voorzichtig manipuleren het probleem proberen op te lossen. Als de penis na een uur nog niet in de voorhuid is teruggetrokken, moet u de dierenarts raadplegen.
Ongewenste dekking
Als de dekking tegen uw wil heeft plaatsgevonden, kunt u vooreerst nog niets doen. U moet wachten tot de partners elkaar loslaten. (Met water gooien of de dieren uit elkaar proberen te trekken heeft geen enkele zin en is bovendien wreed!) U kunt beter de teef binnen 48 uur na de dekking naar de dierenarts brengen voor een behandeling met hormonen, waardoor drachtigheid meestal wordt voorkomen (het spoelen van de vagina heeft geen enkel effect). Na deze behandeling moet u de teef gedurende de rest van de bronstperiode goed opsluiten, zodat ze niet nog eens gedekt wordt. Drachtigheid
De normale duur van de dracht is 63 dagen, maar dit kan enkele dagen variëren. Als de pups echter meer dan een week te vroeg geboren worden overleven ze dit vrijwel nooit. In het begin van de dracht kan er een miskraam (abortus) plaatsvinden, hetgeen meestal niet door de eigenaar wordt opgemerkt, omdat de teef haar pups opeet en de uitvloeiing uit de vulva weglikt.
Pas drie weken na de dekking hechten de verwekte pups zich aan de baarmoederwand vast. Hierdoor kunnen in deze periode van de dracht ziekte, wormkuren en andere medicijnen de zwangerschap verstoren en zelfs de dood van de pups tot gevolg hebben. Tussen 25 en 30 dagen na de dekking kan men door de vergrote baarmoeder in de buik van de teef te voelen met vrij grote zekerheid de drachtigheid vaststellen. In de loop van de dracht worden de tepels groter en de buik dikker, terwijl na ongeveer 42 dagen ook de melkklieren wat opgezet zijn. Een paar dagen voor het werpen (de geboorte) gaan de melkklieren ook melk produceren. Ongeveer een dag voor het werpen zondert de teef zich wat af en gaat kranten of doeken verscheuren om een nest te maken; ze gaat ook opeens minder eten.
Een enkele keer vertoont een teef een ‘schijnzwangerschap’, waarbij ze alle bovenbeschreven verschijnselen vertoont, maar niet drachtig is. Deze toestand wordt veroorzaakt door een verstoring van het hormonale evenwicht en u moet het dier door de dierenarts laten onderzoeken om zeker te weten dat er geen pups aanwezig zijn. De teef gaat zich na enige tijd weer normaal gedragen, maar ze speelt soms een of twee weken ‘moedertje’ met poppen en lappen en doet heel anders dan normaal. Het is belangrijk haar in deze periode wat minder voedsel te geven en meer beweging om de melkproductie zoveel mogelijk te remmen.
De voeding en de beweging die het dier krijgt zijn vooral tijdens de dracht zeer belangrijk. De teef moet dagelijks goed (niet té lang) uitgelaten worden om haar in een optimale lichamelijke conditie te houden.
Vaak laat een eigenaar zijn drachtige teef veel te lui en te dik worden. Vertroetel de uwe dus niet té veel! Als de teef niet te dik is kunt u haar hetzelfde voedsel geven als voor de dekking in dezelfde hoeveelheid. Als ze, doordat de pups gaan groeien (meestal na 35 dagen) zwaarder wordt moet u de hoeveelheid voedsel geleidelijk aan gaan opvoeren. Het is daarom nodig haar elke week te wegen. Tijdens de laatste 28 dagen van de dracht kunt u met melk, kwark, gekookte eieren of rauwe lever het dieet aanvullen. Deze eiwitbronnen komen altijd goed van pas. Het is echter zelden nodig om extra vitaminen en mineralen te geven aan een gezonde teef die een volledig uitgebalanceerde kant-en-klare voeding krijgt. U kunt eventuele vragen over de voeding van uw huisdier altijd aan uw dierenarts stellen.
In het verloop van de dracht gaan de pups in de baarmoeder meer plaats in de buik innemen en blijft er minder plaats over voor de met voedsel gevulde maag van de teef. Tegelijkertijd heeft de teef meer voedsel nodig, zodat u haar dagelijkse portie beter over 3 of 4 maaltijden kunt verdelen.
Let goed op dat de teef geen last van verstopping (van de ontlasting) heeft, wat vooral aan het eind van de dracht wel eens voorkomt en moeilijkheden bij het werpen kan geven. U kunt haar wat vloeibare paraffine of agarol ingeven; dit heeft een goede regulerende werking op de stoelgang. Een enkele keer is het nodig om het dier een klysma te geven.
De voorbereidingen voor het werpen
Drie weken voor het werpen moet u een doos of’werpkist’ klaarzetten, zodat de teef er alvast aan kan wennen en zich er veilig in voelt. Deze moet zo groot zijn dat ze er gemakkelijk languit in kan liggen en dat er dan ook nog plaats voor de pups over blijft.
De zijkanten moeten zo hoog zijn dat de pups erin blijven en dat de teef er gemakkelijk in en uit kan komen. Leg een paar lagen kranten op de bodem van de kist, dit is lekker zacht en gemakkelijk schoon te maken. Bevestig een balk van 5 x 5 cm dikte aan de binnenkant van de kist langs de zijkanten, 5 cm boven de bodem. Dit voorkomt dat de pups door hun moeder tegen de wand van de kist dood- gedrukt worden.
Zet de kist in een verwarmd, rustig vertrek en hang er een infraroodlamp boven (ongeveer 1 meter boven de vloer) als extra warmtebron. Afkoeling is namelijk een veel voorkomende oorzaak an sterfte bij pups; met deze warmtelamp kunt u een groot gedeelte van de werpkist op een temperatuur van 27 à 29°C houden, Op deze manier kunnen zowel de moeder als de pups een warme of minder warme plaats opzoeken.
De plaats waar u de teef laat werpen moet liefst wat apart liggen in een rustige omgeving, maar het moet mogelijk zijn dat u af en toe even naar binnen kunt gluren om poolshoogte te nemen zonder dat u het jonge gezin stoort.
Het begin van de weeën
- Twee of drie dagen voor het werpen gaat de teef een nest maken.
- Tegelijkertijd zwellen de melkklieren op en komt de melkproductie op gang.
- De uitwendige geslachtsdelen zwellen op en worden soepel.
- Een dag voor het werpen weigert de teef vaak voedsel te nemen.
- Vierentwintig uur voor de geboorte daalt de temperatuur van de teef ongeveer 1°C. Dit is een zeer betrouwbaar teken dus als u de werpdatum wilt weten moet u tweemaal per dag de temperatuur van de teef opnemen en noteren. Als de temperatuur daalt weet u dat de pups binnen 24 uur geboren moeten worden.
- Er is een dikke slijmerige uitvloeiing te zien, die gevolgd wordt door een dunne groenige uitvloeiing, hetgeen aangeeft dat de geboorte binnen enkele uren plaatsvindt.
- Tijdens de eerste weeën is de teef wat onrustig door het samentrekken van de baarmoeder. Ze vertoont echter geen tekenen van pijn.
- Tijdens de uitdrijvingsweeën perst de teef duidelijk met haar buikspieren en drijft de pups actief naar buiten. De pups moeten binnen 6 uur na het begin van de eerste weeën geboren zijn. Zo niet, dan moet u de hulp van de dierenarts inroepen.
De geboorte van de pups
De pups kunnen geboren worden met de kop naar voren of in stuit- ligging (de staart eerst) en zijn al dan niet in een vlies gehuld. Dit kan allemaal normaal zijn. Als het vlies echter de kop van de pup bedekt, moet u het direct — doch voorzichtig — er aftrekken, zodat het diertje kan ademen. Als een pup slechts gedeeltelijk is uit- gedreven, kunt u het deel wat naar buiten steekt voorzichtig beetpakken en zachtjes eruit trekken, waarbij u in de richting van de voeten van de teef trekt.
De pups zijn glibberig; neem dus een zachte schone doek om meer houvast te hebben. Als de teef perst moet u zacht meetrekken en als ze weer ontspant moet u de pup goed vast blijven houden. Als ze weer perst herhaalt u dit.
Gebruik niet te veel kracht, en steek nooit iets in het geboortekanaal! Zorg dat u alles met schone handen beetpakt en dat u, als de geboorte te moeizaam verloopt, een dierenarts raadpleegt.
Gewoonlijk wordt er om de 30 tot 60 minuten een pup geboren, maar dit varieert nog al eens. Als deze periode tussen twee geboorten langer duurt, is het nodig de hulp van de dierenarts in te roepen.
Als de nageboorte niet vanzelf loslaat, moet u de navelstreng tussen uw vingers nemen en op
ongeveer 5 cm afstand van de buik van de pup afscheuren.
Elke pup die geboren wordt moet u direct aan de moeder geven, zodat ze hem kan schoonlikken en warm houden! Als alles goed gaat kunt u de teef beter niet storen. Het is belangrijk dat een pup snel na de geboorte bij zijn moeder drinkt. Het werpen gaat trouwens bij vrijwel iedere teef veel beter als ze zich kan afzonderen en met rust gelaten wordt.
Pup zwak of levenloos? Doe in zo’n geval het volgende
- Verwijder eventuele vliezen en vloeistof uit mond en neus.
- Houd de pup goed vast en zwaai hem, met de kop naar beneden, enkele malen heen en weer zodat er vocht uit de borst- en keelholte kan weglopen.
- Leg de pup op een ruwe warme handdoek en wrijf en beklop hem flink. U stimuleert hiermee de ademhaling, wees dus niet te zachtzinnig.
- Als de ademhaling niet op gang komt, kunt u zachtjes in de bek van de pup blazen of kunstmatige ademhaling toepassen door voorzichtig met uw vingers de borstkas in te drukken. Als ook dit geen resultaat oplevert, kunt u de afwisselend in koud en warm water onderdompelen om de ademhaling te stimuleren. Droog hem daarna goed af. Zodra de pup zelf ademt kan de teef uw taak overnemen en de pup verder likken en verzorgen.
Na de geboorte
Verschijnselen die er op wijzen dat de laatste pup geboren is.
- De teef is rustig en ontspannen en verzorgt de pups goed.
- Ze perst niet meer.
- Haar buik lijkt leeg en als u beide handen in haar flanken drukt kunt u geen pups meer voelen.
- Vooral bij grote rassen is het soms nodig dit voor alle zekerheid door de dierenarts te laten vaststellen, zonodig met behulp van een röntgenfoto.
Het is aan te bevelen de teef nu een injectie te laten geven waardoor de baarmoeder sneller weer samentrekt.
Laat de teef vaak uit, zodat ze even bij kan komen. Neem in deze tijd uw kans waar om de werpkist te verschonen en de pups te bekijken. Eventueel misvormde pups (hazenlip, gespleten verhemelte of misvormde pootjes) moet u binnen 24 uur laten afmaken. Na een normaal verlopen geboorte likt de teef de pups grondig schoon en eet daarbij de vliezen en de nageboorte op. Hierdoor kan haar spijsvertering wat van streek raken en produceert ze donkergekleurde diarree. Later in de zoogperiode komen de tandjes van de pups door en krijgen ze scherpe nageltjes. U kunt de nagels eventueel bijknippen om te voorkomen dat ze hun moeders melkklieren en tepels kapot krabben. Maar als de tanden scherp worden begint de teef al snel zelf met het spenen van de pups.
Als door het zuigen van de pups de melkklieren gekriteerd worden, kunt u één of twee tepels met pleister of verband bedekken zodat de pups hun aandacht op de andere tepels richten. Smeer voordat u ze verbindt wat levertraanzalf op de geïrriteerde tepels. Dit bevordert de genezing en werkt verzachtend.
Baarmoederontsteking
Uitvloeiing van de teef is de eerste uren na de geboorte donker bloederig, maar verandert dan in een bruine slijmerige substantie, hetgeen twee weken duurt. Doordat de baarmoeder zich samentrekt wordt dit materiaal geloosd en treedt er een natuurlijk reinigingsproces in werking. Wanneer de uitvloeiing in volume toeneemt en/of waterig, rood en stinkend wordt, wijst dit op een ontsteking van de baarmoeder. In zo’n geval zal de haar voedsel weigeren, suf worden en meer dan 40°C koorts hebben. Bij deze ziekte moet u direct de hulp van de dierenarts inroepen. Haal de pups weg bij hun moeder en geef ze de fles tot de ontsteking genezen is.
Eclampsie
Tijdens de eerste maand van de lactatie (het zogen van de pups) voorziet de teef de pups volledig van voedsel met haar melk. Dit vergt soms zoveel van haar reserves, dat er een tekort aan calcium in het bloed van de moeder ontstaat, wat men eclampsie noemt.
Hoewel het een zeldzaam voorkomend verschijnsel is, ziet men het nog wel eens bij kleine, vaak nerveuze rassen (Chihuahuas, dwergpinchers, toypoedels, beagles) en vooral bij teven met een groot aantal dikke pups, wat wijst op een overvloedige melkproductie. Het is vrijwel onmogelijk om deze zeldzame aandoening te voorkomen, maar door toediening van calciuminjecties in het begin van de ziekte kan deze met succes behandeld worden. Dit is een echt spoedgeval en kan als de behandeling enkele uren wordt uitgesteld fataal verlopen.
Verschijnselen
- Het ontstaat meestal 1 tot 4 weken na het werpen.
- Het dier is onrustig, nerveus en hijgt.
- Het dier vertoont ongecoördineerde spierbewegingen en heeft een waggelende gang.
- Overvloedig speekselen.
- Echte stuiptrekkingen of spiertrillingen en -trekkingen.
- Ga onmiddellijk met dit huisdier naar de dierenarts ook al is het midden in de nacht!
Melkklierontsteking (mastitis)
Soms kan er een van de melkklieren hard, rood of paars van kleur en pijnlijk worden. Dit is een ontsteking, die men mastitis noemt. De teef krijgt dan meestal koorts en wordt erg ziek zodat u de pups weg moet halen en met de fles moet voeden. Ga met de teef naar de dierenarts om de mastitis te laten behandelen.
De voeding van de zogende teef en de pups
Geef de teef na het werpen enkele malen per dag brood met melk of kleine hoeveelheden licht verteerbaar voedsel. Na de eerste dag zal haar eetlust snel toenemen en als ze een groot nest heeft kan ze rond de tiende dag wel driemaal zoveel als normaal eten. Geef haar minstens driemaal daags een maaltijd. Vul het dieet aan met melk, lever en eieren — dit stimuleert de melkproductie.
De pups moeten iedere dag in gewicht toenemen; als het gewicht gelijk blijft of afneemt wijst dit op moeilijkheden. Als een pup 14 dagen oud is moet zijn geboortegewicht verdubbeld zijn, en aangezien de moedermelk zijn enige voedsel is, mag u niet te zuinig zijn met de voeding van de teef. Het is verstandig de pups bij te gaan voeren als ze 16 t 20 dagen oud zijn en al wat rond gaan kruipen om hun omgeving te verkennen. Maak een brij van melk en zachte hondenbrokjes; dit is uitstekend voedsel voor pups. Maak het in het begin dun vloeibaar; als de pups ouder worden kunt u de brij dikker maken.
Het spenen
Als de tijd aanbreekt dat de pups gespeend kunnen worden (vanaf 5 à 6 weken) moet u er zeker van zijn dat ze allemaal goed zelf kunnen eten; haal de moeder dan enkele uren per dag bij de pups vandaan. Tenslotte laat u haar alleen ‘s nachts nog bij de pups. Verminder de hoeveelheid voedsel van de teef drastisch (ze krijgt nu te weinig om nog melk te produceren) en geef haar als de pups volledig gespeend zijn ook minder water te drinken. Het hele speningsproces duurt ongeveer een week en de teef zal er goed aan meewerken omdat de pups haar steeds meer gaan vervelen en ze een hekel krijgt aan hun scherpe tandjes.
Het boven beschreven speningsschema is niet nadelig voor de teef. Een enkele keer komt het echter voor dat de melkproductie doorgaat, zodat de melkklieren gestuwd raken en hard aanvoelen. In zo’n geval kunt u er wat melk uit drukken door met duim en wijs- vinger in de tepelbasis te knijpen. Leg er vochtige warme doeken op en masseer de melkklieren enkele keren per dag om de stuwing te verminderen. U moet ook in dit geval minder voedsel en water geven. Ook kunt u, om de melkproductie af te laten nemen, een strak verband om de buik van de teef binden.
Moederloze en verstoten pups
De beste lichamelijke ontwikkeling en sociale opvoeding krijgt een pup als hij door een goede moeder wordt grootgebracht. Als dit echter niet mogelijk is kan hij ook door de mens verzorgd worden.
Grondregels
- Voldoende warmte.
- Een goed vervangingsmiddel voor tevenmelk.
- Hulp bij het urineren en de stoelgang.
- Een aparte, rustige verblijfplaats.
Wijze van handelen
Zorg voor voldoende warmte. Dit is zeer belangrijk, want gebrek aan warmte is een veelvoorkomende doodsoorzaak van moeder- loze pups. Zonder de lichaamswarmte van de moeder moet men de pups de eerste levensweek eigenlijk in een soort couveuse houden, waar de temperatuur van de omgeving tussen de 29 en 32°C is; in de tweede week is dit 27°C. Het meest ideaal is een warmtebron met thermostaat. Als dat niet mogelijk is kunt u een infraroodlamp van 250 W boven het verblijf van de pups hangen, zodat de helft van het oppervlak verwarmd wordt. De pups kunnen dan naar behoefte in en buiten het verwarmde gebied kruipen. Een andere mogelijkheid is dat u een elektrische deken over de rand van de doos of kist van de pups hangt zodat deze een deel van de bodem bedekt. Bedek nooit de hele bodem van de doos met de deken; door constant contact met de warmtebron kunnen de pups oververhit raken. Stralingswarmte van bovenaf is beter en veiliger.
De kunstmelk voor moederloze pups verschilt veel van koemelk. Gebruik een kant-en-klaar kunstmelkpreparaat, dat u bij de dierenarts of in een dierenwinkel kunt kopen. Dit produkt hebt u nodig om de pups optimaal te voeden. Het is bovendien heel gemakkelijk klaar te maken.
Als tijdelijke voeding voor moederloze pups kunt u heel goed melk gebruiken, waaraan u dan per kopje twee eidooiers toevoegt. U kunt ook de helft melk met de helft eidooier nemen. Deze voedingen bevatten bijna allemaal 5 calorieën per theelepel. Geef één theelepel hiervan per dag per 30 g van het gewicht van de pup. Verdeel de totale dagelijkse portie in 3 of 4 voedingen. Een pup die 120 g weegt, geeft u dus om de 6 uur (4 keer per dag) één theelepel voeding.
Bij kleine rassen kunt u de kunstmelk het beste in een poppenzuigfles toedienen, bij grotere rassen in een gewone zuigfles voor babies. U kunt het gat in de speen vergroten met een gloeiende naald. Als u de fles omgekeerd houdt moet de melk er langzaam uitdruppelen. In speciale gevallen kan het nodig zijn de melk via een buisje direct in de maag te laten lopen; uw dierenarts zal u hiervoor instrueren en u de benodigde huisjes en spuiten geven. Voer pups nooit met een oogdruppelaartje! De melk kan dan bij het inademen in de longen terecht komen, wat de dood van de pup kan betekenen.
Laat de pup net als een baby na elke voeding boeren. Houd de pup rechtop in de palm van uw hand en masseer zachtjes de maagstreek. Pupjes boeren vaak op een heel grappige manier!
Na elke voeding moet u de pup stimuleren om zijn urine en zijn ontlasting te lozen. Dit doet u door met een plukje watten, dat u met warm water bevochtigd hebt, de buik, achterpootjes en anus van de pup te wrijven. In het nest doet de moeder dit door de pups met haar tong schoon te likken. Na een week verlopen deze processen vanzelf en is het stimuleren ervan niet meer nodig.
Was de pups af en toe met een vochtige doek, om ze schoon te houden en tevens de huid wat te bevochtigen.
Als de huid te droog wordt kunt u er om de paar dagen wat babyolie in masseren. Door de warme omgeving van de ‘couveuse’ droogt de huid uit.
Let op de slaapgewoonten van de pups. Evenals baby's, brengen gezonde pups de eerste weken van hun leven voor een groot deel slapend door. Als dit niet het geval is, is er iets niet in orde. Ze moeten goed eten en veel slapen.
Als het enigszins mogelijk is moet u de pups de eerste 10 dagen in de werpkist onderling gescheiden houden door ze in kleine hokjes te zetten. Omdat moederloze pups niet gezoogd worden, willen ze hun zuigreflex bevredigen en gaan dan aan elkaars staarten, oren en poten zuigen, wat irritatie van de huid kan veroorzaken.
Houd de pups apart. Het is belangrijk dat ze met rust worden gelaten door andere dieren en mensen die ze steeds in de hand willen nemen. Dit is ook van belang om te voorkomen dat er ziekten worden overgebracht. Vooral kinderen kunnen zonder het te weten veel te ruw met jonge pups omspringen. U doet er zowel het kind als de pup geen plezier mee door ze op te jonge leeftijd bij elkaar te laten.