Dieren EHBO: Dwangmaatregelen
In de meeste gevallen zal een eerste-hulpverlener tegenover een patiënt komen te staan, die zeker geen oog heeft voor die liefde en bezorgdheid. Een gewond dier heeft pijn. Het is bang en begrijpt niet waardoor en waarom het pijn heeft.
Het dier zal dus zijn baas of vriend, die misschien zelfs per ongeluk de verwonding veroorzaakt heeft, niet langer vertrouwen en zijn natuurlijke instinct volgen door te vluchten en zich te verbergen. Als dit echter niet lukt zal het dier naar iedereen die hem wil benaderen een uitval doen, omdat hij bang is dat het pijnlijke voorval zich zal herhalen.
Als de eerste-hulpverlener dit instinctieve gedrag begrijpt en weet hoe hij het dier tactisch en praktisch moet benaderen, zal hij meestal weten te voorkomen dat het dier nog meer pijn lijdt en ervoor zorgen dat er geen persoonlijke ongelukken gebeuren.
In de diergeneeskunde maken de kalmerende en pijnstillende middelen de verzorging en behandeling van gewonde dieren een stuk gemakkelijker en humaner dan enige jaren geleden. Men moet de patiënt echter eerst naar de dierenarts zien te brengen om hem medicijnen te laten toedienen.
In de tijd die er verloopt tussen het ontstaan van de verwonding en het bezoek aan de dierenarts, moet de eerste-hulpverlener zo goed mogelijk proberen het lijden van het dier te verzachten.
Grondregel voor de benadering van een gewond dier
- Benader de patiënt zelfverzekerd, rustig en vriendelijk. Noem zijn naam, als u die kent, en laat hem aan de rug van uw tot vuist gemaakte hand snuffelen.
- Pas op dat de patiënt niet meer verwondingen oploopt.
- Pak de patiënt zodanig vast, dat hij zichzelf niet kan verwonden.
- Bescherm uzelf tegen verwondingen die het dier u zou kunnen toebrengen.
- Plaats het dier in een situatie die afwijkt van de hem bekende vertrouwde omgeving (hijv. op een tafel in plaats van op de vloer). De onbekende situatie maakt de patiënt onzeker en daardoor cooperatiever en gemakkelijker te behandelen.
Maatregelen bij honden
Veel honden hebben geen muilband nodig, maar als u een vreemde of gewonde hond moet behandelen en u twijfelt aan zijn goed- aardigheid moet u hem altijd een muilband omdoen. Het is niet onaangenaam voor de hond en veel veiliger voor de eerste-huipverlener. Bovendien lijkt het of een hond met een muilband om zich realiseert dat hij buiten gevecht is gesteld, want hij ondergaat vaak zonder verzet behandelingen die hij anders niet geaccepteerd zou hebben.
Neem een stuk stevig band, een zwachtel of en reep stof. Leg een lus om de kaken van de hond, tussen ogen en neuspunt, en bind deze met een halve knoop onder de kin vast. Draai het nog een paar maal om de kaken heen. Bind de uiteinden achter de oren met een strik samen. Het kan zijn dat u de kop van het dier door iemand moet laten vasthouden als u de muilband omdoet. Deze persoon kan dan ook de voorpoten vasthouden, zodat het dier de muilband niet af kan trekken voordat u hem goed hebt omgebonden. Een metalen of leren muilkorf is voor dit doel niet geschikt.
Bij honden met een korte hals en snuit moet u anders te werk gaan. vouw een stevige handdoek in de lengte dubbel en wikkel deze om de hals van het dier. Houd de uiteinden achter de kop en oren stevig vast. Met deze eenvoudige comfortabele ‘halsband’ kunt u de hond goed onder bedwang houden, zodat de snuit naar voren wijst en het dier zijn kop niet kan omdraaien om u te bijten.
Het optillen en op tafel zetten
- Benader de hond vriendelijk en voorzichtig.
- Kijk of zijn halsband goed aangesloten zit.
- Plaats de hond tussen uzelf en de tafel.
- Ga aan de linkerzijde van de hond staan, met uw gezicht naar de tafel.
- Pak met uw linkerhand de lijn vast en trek de hond zachtjes naar de tafel toe.
- Breng uw rechterarm over de rug van de hond heen en pak hem onder de borst vast. Ondersteun het borstbeen met uw rechterhand.
- Til hem met beide armen omhoog en zwaai de hond in één beweging op de tafel.
- Als de hond heel groot is, moet een tweede persoon tegelijkertijd de achterhand optillen.
- Aai de hond en praat rustig tegen hem om hem gerust te stellen en aan de tafel te laten wennen.
- Om een klein tegenstribbelend hondje op te tillen moet u een dikke deken dubbelvouwen en over de patiënt heengooien. U kunt de hond dan bij de schouders oppakken en op de tafel zetten (deze methode is ook geschikt voor katten). De patiënt voelt zich veilig verborgen in de deken en de deken geeft bescherming voor degene die het dier optilt.
Het dragen van een hond
Om een kleine hond op te tillen pakt u met uw linkerhand de halsband beet en legt uw rechterhand over de rug heen onder de borst van het dier. Met deze arm klemt u het lichaam van de hond tegen uw borst. Als u één of beide voorpoten met uw rechterhand vasthoudt, zal de hond zich nog prettiger en veiliger