Dieren EHBO: Wondinfecties
Elke wond kan geïnfecteerd raken, maar als het dier een normale weerstand bezit en de besmetting gering is, zullen de meeste infecties met bacteriën worden afgeslagen en zullen er geen duidelijke ontstekingsverschijnselen optreden.
Honden en katten zijn betrekkelijk ongevoelig voor tetanus; u hoeft dus in de meeste gevallen niet bang te zijn dat uw huisdier deze ziekte zal krijgen. Er is echter een uitzondering op deze regel. Paardenmest, paarden, paardenstallen en werktuigen die in de buurt van de stal worden gebruikt kunnen besmet zijn met tetanusbacteriën. Bij wonden die in deze omgeving ontstaan zijn, moet men dus wél voorzorgsmaatregelen tegen tetanus nemen. Vraag hierover advies aan uw dierenarts.
Verschijnselen
- Het gewonde gebied is rood en pijnlijk en het dier gebruikt het betrokken lichaamsdeel niet.
- Het gewonde gebied is warm en gezwollen.
- Er komt pus uit de wond.,
- Het dier heeft koorts (soms boven 40°C.).
- Het dier is lusteloos en heeft minder eetlust.
Eerste hulp bij wondinfecties
- Verwijder het verband en haal voorzichtig wat korsten van de wond af.
- Maak een oplossing van 2 theelepels zout op 0,5 liter heet (maar niet kokend heet) water om te weken.
- Bevochtig een doek met deze oplossing en leg deze elke twee uur gedurende 15 minuten op de wond. De doek moet lekker warm aanvoelen.
- Spoel de wond met bovengenoemde oplossing uit. Men kan hiervoor ook een oplossing van 1 theelepel chloorbleekmiddel op ruim 1 liter water gebruiken.
- Probeer alle pus uit de wond te verwijderen.
- Stel een behandeling met antibiotica in. Hiervoor moet u met de patiënt naar een dierenarts.
Gecompliceerde wonden
Er kan een vreemd voorwerp in de wond achterblijven, wat infectie en nog andere schade kan veroorzaken. Dorens, houtsplinters of stukjes glas geven een constante irritatie en moeten verwijderd worden. Als het voorwerp duidelijk zichtbaar is kunt u het met een gesteriliseerd tangetje, pincet of naald verwijderen. U steriliseert het instrument door het eerst goed schoon te maken en daarna even in een vlam of in alcohol te houden.
Dieper ingedrongen en grotere voorwerpen, zoals stokken, spijkers of stukken metaal kunnen ernstige inwendige beschadiging geven. Laat deze door een dierenarts verwijderen. Voordat u een dergelijke patiënt gaat vervoeren moet u proberen het voorwerp vlak boven het huidoppervlak af te snijden en een goed gepolsterd verband om het gewonde gebied aanleggen; hierdoor wordt het voorwerp geïmmobiliseerd en voorkomt u verdere verwonding.
Een beet van een ander dier geeft meestal complicaties. Zelfs een gezond dier heeft een zeer groot aantal bacteriën in zijn bek. Dit betekent dat er zeer waarschijnlijk infectie zal ontstaan. Men moet er ook altijd rekening mee houden dat de beet door een hondsdol dier kan zijn toegebracht.
Een bijtwond kan een steekwond, scheurwond en zelfs een afscheurwond zijn. Ze zijn pijnlijk, omdat er meestal uitgebreide beschadiging van de dieper gelegen zachte weefsels bestaat. Hoewel er uitwendig misschien alleen maar een steekwond te zien is, kan een tand onder de huid van het slachtoffer een grote boog beschrijven en spieren, pezen en bloedvaten doorklieven. Daar de beet door de pels heen gaat zit er vaak haar in zo’n bijtwond. Het is dus belangrijk dat men alle bijtwonden grondig schoonmaakt en ze door middel van antibiotica tegen infectie beschermt. Vooral een kattenbeet is erg pijnlijk en vaak ernstig geïnfecteerd. Ook met zijn scherpe klauwen kan een kat gemene verwondingen toebrengen. Een kwade kat is een geducht tegenstander; hij is de grootste honden de baas.
Rabies (hondsdolheid) is een infectieziekte waarvoor behalve vee, huisdieren en de meeste wildsoorten, ook de mens gevoelig is. De verwekker is een virus dat door een beet, lik of krab van een aangetast dier wordt overgebracht en zich via de zenuwbanen naar de hersenen verplaatst, waarna het de dood veroorzaakt. In Europa is de vos de voornaamste verspreider van het virus. Pas in 1974 trof men bij Sellingen in Groningen voor de eerste maal in Nederland een vos met rabies aan. De kans dat u in ons land met een besmet dier te maken krijgt bestaat hoofdzakelijk in de grensgebieden. Het is van belang om de verschijnselen te weten die zich bij de ziekte voordoen.
Een vos verliest zijn schuwheid, vertoont zich overdag op wegen, bij boerderijen en in dorpen. Hij is agressief tegenover mens en dier, verzwakt snel, maar is tot het laatst in staat om aan te vallen. Een hond wordt heel treurig ofjuist erg weerspanning. Het dier eet niet, speekselt veel, gaat zwerven, is bijterig en loopt met een onzekere gang. Tenslotte sterft het dier 3 tot 8 dagen na de eerste verschijnselen, uitgeput of verlamd. Een kat kruipt vaak weg en valt mens en dier onverwacht aan. Als echter alle honden (en ook katten) in Nederland regelmatig tegen rabies ingeënt worden is er geen reden voor grote bezorgdheid. Een dier dat goed ingeënt is, is volledig tegen de ziekte beschermd.
Ga verdachte dieren uit de weg, raak dode en zieke dieren niet aan. Wanneer u maar enigszins vermoedt met een aangetast dier (dood of levend) te doen te hebben, bel dan direct de politie, het gemeentehuis of de dichtstbij zijnde inspectie van de veterinaire dienst op.
Eerste hulp bij bijtwonden
- Reinig de wond direct na ontstaan enkele malen met ruim water en zeep.
- Leg een verband om de wond aan.
- Roep, als de wond ernstig lijkt, direct de hulp in van de dierenarts.
Als de beet door een mogelijk aan hondsdolheid lijdend dier werd toegebracht:
- Was de wond met veel water en zeep uit. Aarzel niet om met een borstel het virus eruit te verwijderen.
Ga onmiddellijk met uw dier naar de dierenarts om de wond te laten behandelen en hem een extra rabiesenting te laten geven. Ook bij een niet ingeënt dier dat snel behandeld wordt heeft dit meestal een goed effect.
Als er mensen gebeten zijn moet u ook uw huisarts in kennis stellen van het geval, hij zal het dan aan de inspectie van de volksgezondheid doorgeven.