Crimineel gedrag van dieren
In de Middeleeuwen was het normaal dat dieren, net als mensen, voor hun (mis)daden voor de rechter konden worden gedaagd. Varkens, paarden, kippen, zelfs kakkerlakken en termieten ondergingen het oordeel van de rechter. Onderstaande voorbeelden bewijzen dat dit soort praktijken zelfs nog tot ver in de 20e eeuw voorkwamen.
Roken
Rond de eeuwwisseling was in de Amerikaanse staat Indiana een verbod op roken in de openbare ruimte van kracht. Een circusaap blies in 1905 tabaksrook naar het geamuseerde publiek. De chimpansee moest desondanks voor een rechtbank verschijnen, werd schuldig bevonden en moest een boete betalen.
Olifant
In 1916 sloeg het Sparks Circus zijn tenten op in Kingsport, Tennessee. Een onervaren trainer, Walter Eldridge, zat op de oude olifant Mary, op weg naar een drinkplaats. Mary zag de schil van een watermeloen liggen, Eldridge probeerde de olifant met een prikstok op het pad te houden. Mary sloeg vervolgens de trainer met haar slurf van haar rug af. Eldridge viel tegen een frisdrankenkraam en Mary stapte vervolgens op zijn hoofd. Hij was op slag dood. De volgende dag vertrok het circus naar het dorpje Erwin, waar de plaatselijke autoriteiten besloten dat Mary daarvoor de doodstraf verdiende. Ze werd, na een mislukte eerste poging, met behulp van een zware ketting en een boortoren opgehangen.
Levenslange opsluiting
De hond Pep uit Pike County, Pennsylvania, was doorgaans een zeer vriendelijk dier. Totdat hij plotseling wild werd en de kat van zijn buurvrouw doodde. Pech voor Pep dat die buurvrouw de echtgenoot was van gouverneur Pinchot. De gouverneur belegde een hoorzitting en veroordeelde de hond, die geen advocaat kreeg toegewezen, tot levenslange opsluiting. In de staatsgevangenis van Pennsylvania verging het Pep nog niet eens zo slecht; hij werd vertroeteld door de andere gevangenen en mocht op gezette tijden een nieuwe celgenoot kiezen. In 1930, na zes jaar gevangenisstraf, stierf Pep een natuurlijke dood.
Criminelen van het ergste soort
Vier honden werden in 1933 voor een New Yorkse rechtbank gedaagd omdat ze het zes jaar oude meisje Joyce Hammond hadden gebeten. Honderdvijftig nieuwsgierigen bezochten de zitting. Ze zagen dat de advocaat van de honden er niet in slaagde ze vrij te pleiten. De Officier van Justitie noemde de honden ‘criminelen van het ergste soort’. Hij werd in het gelijk gesteld. De plaatselijke veearts werd belast met het doden van de vier honden.
Een apenstreek
In 1962 ontsnapte een jong aapje, Makao genaamd, in Parijs aan de aandacht van zijn baas. Hij sloop verderop in de straat ergens naar binnen, alwaar hij wat waardevolle snuisterijen vernielde én volgens de eigenaresse de inhoud van een doosje stal: een waardevolle ring.
In de rechtszaak verklaarde zijn baas dat Makao dergelijke doosjes helemaal niet open kon krijgen. De rechter nam de proef op de som en riep Makao op voor de rechtbank te verschijnen. In een mum van tijd opende Makao voor het oog van iedereen een aantal doosjes, waarna zijn baas werd veroordeeld tot het betalen van alle schade.
Smokkeldieven
Een bende uit Libië trainde in 1963 duiven om geldbiljetten vanuit Italië, Griekenland en Egypte over te vliegen naar Tripoli. De rechtbank oordeelde dat de duiven moesten worden gedood. Ze waren namelijk te goed getraind en te gevaarlijk om weer los te laten. De smokkelaars kregen slechts een boete.