De eventingsport

Eventing is de meeste veelzijdige discipline binnen de paardensport. Ruiter en paard moeten tijdens een eventingwedstrijd drie onderdelen rijden; de dressuurproef, de springproef en de terreinproef. Maar wat houden deze onderdelen eigenlijk in? En hoe wordt een paard goed voorbereid voor een dergelijke wedstrijd? Als je interesse hebt om eventing te gaan rijden met je paard of pony kan dit artikel je een inleiding geven wat deze tak van sport zoal inhoudt.

De voorbereiding

Als het paard de leeftijd van 5 jaren heeft bereikt mag hij worden uitgebracht op een eventingwedstrijd. Daarnaast moet de combinatie, ruiter en paard, winstpunten hebben behaald in de dressuur en het springen. Aangezien het paard drie onderdelen moet lopen is het een vereiste dat het paard over een goede conditie beschikt. Deze conditie krijgt hij alleen maar als hij goed getraind wordt. Het is aan te raden om voor de wedstrijd al enkele malen terreintraining, onder leiding van een gediplomeerde instructeur, gedaan te hebben zodat je paard diverse obstakels, die je in een terreinproef tegen kan komen, kent.

Niveau

Net als bij de dressuur en het springen heeft ook de eventing diverse klassen. Zo gaat de combinatie van start in de klasse B en als hij of zij genoeg punten heeft kan de overstap naar de L gemaakt worden, gevolgd door het M en het Z. Daarnaast kan er ook nog internationaal gestart worden maar hiervoor moet een combinatie aan diverse vereisten voldoen. Na het nationale Z kan de combinatie de overstap maken naar de 1-ster gevolgd door 2-ster, 3-ster en als laatste de 4-ster.

De dressuur

Een eventingwedstrijd gaat altijd van start met een dressuurproef, gevolgd door een springproef en als laatste de terreinproef. De terreinproef wordt in de volksmond ook wel cross genoemd. De combinatie rijdt de dressuurproef welke aangegeven staat in het dressuurboekje van de KHNS (Koninklijk Hippische Nederlandse Sportfederatie). De proef wordt beoordeeld door een jury. De combinatie is verplicht om een rugnummer, danwel startnummer, te dragen. Daarnaast moet de combinatie er verzorgd uitzien en dient het wedstrijdtenue, zoals op een reguliere dressuurwedstrijd, gedragen te worden. Als de combinatie voldoende punten heeft gehaald in de dressuur mag de wedstrijd vervolgd worden. Heeft de combinatie onvoldoende punten gehaald volgt uitsluiting.

Het springen

Voordat de combinatie aan de springproef mag deelnemen moet het paard eerst door een keuring komen. Op iedere eventingwedstrijd is een veearts aanwezig, deze kijkt of het paard zuiver loopt en of zijn hartslag niet te hoog is. Als de veearts geen negatieve opmerkingen heeft mag de combinatie de springproef afleggen. In het parcours staan circa 10-12 hindernissen. Voor elke fout die de combinatie maakt worden 4 strafpunten genoteerd. Daarnaast is er ook een tijdslimiet, als de combinatie de tijdslimiet overschrijdt volgen ook daarvoor strafpunten. Enkel de strafpunten die in het parcours zelf worden gemaakt zijn van belang voor eventuele startgerechtigheid in de cross.

De cross

Als de combinatie met minder dan 26 strafpunten over de finishlijn is gekomen in het springparcours kan de combinatie zich klaar gaan maken voor de cross. De cross volgt altijd 20 minuten na het springparcours. Het is verplicht dat de ruiter beschermende kleding draagt zoals een bodyprotector en een cap. Het is aan te raden om bij het paard eventingbeschermers om te doen. In deze beenbescherming zitten stalen platen en beschermen zo de paardenbenen tegen de vaste hindernissen in de cross. Vaak wordt er ook een witte crème op de benen gesmeerd zodat het paard, mocht hij achter de hindernis blijven hangen, gemakkelijker over de hindernis heen glijdt. De cross bestaat uit diverse, vaste hindernissen over een parcours van circa 3 tot 9 kilometer. Hoe hoger de klasse van de combinatie hoe langer het parcours is. Het is van belang dat de combinatie binnen de vastgestelde tijd gefinisht is. Hier mag geen 20 seconden vanaf geweken worden anders krijgt de combinatie strafpunten. Er mag dus niet te hard gereden worden maar ook niet te zacht. In de cross kunnen er diverse obstakels staan zoals; een waterbak, heg, trakhener, sloot, op- en afsprong en boomstammen.

Als de combinatie gefinisht is volgt weer een keuring door de veearts. Deze keuring geschiedt 10 minuten na de finish. De veearts kijkt weer of het paard nog steeds zuiver loopt en luistert wederom naar zijn hartslag. Als de veearts een negatieve opmerking heeft kan de combinatie 10 minuten laten terugkomen, mocht er dan nog een negatieve aanmerking zijn volgt voor de combinatie helaas uitsluiting.
Alle verreden onderdelen worden door een ingewikkelde berekening bij elkaar opgeteld. De combinatie die in alle onderdelen het best heeft gepresteerd zal als winnaar uitgeroepen worden.