Everzwijn of wild zwijn, Sus scrofa
Het wilde zwijn, Sus scrofa, ook wel everzwijn genoemd kan makkelijk meer dan een meter lang worden. Alleen de mannetjes hebben slagtanden. Het wild zwijn is een alleseter die de grond omspit om bij voedsel te komen. Hierbij heeft hij een grote invloed op de vegetatie. De vrouwtjes leven met hun jongen in groepen, de mannetjes leven meestal solitair. Wilde zwijnen zorgen voor schade en gevaar. Schade aan landbouw, gevaar in het bos en in het verkeer. Ze komen in vrijwel geheel Eurazië voor.
Taxonomische indeling
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Mammalia (Zoogdieren)
- Orde: Artiodactyla (Evenhoevigen)
- Familie: Suidae (Varkens)
- Geslacht: Sus (Echte zwijnen)
- Soort: Sus scrofa
Uiterlijk
Wilde zwijnen zijn zeer herkenbaar. Ze zien eruit als hun gedomesticeerde verwanten, de varkens, maar hun vacht sterk borstelig. Het mannelijke zwijn heeft slagtanden, ook wel ‘houwers’ genoemd. Alleen bij jonge mannetjes ontbreken deze. De slagtanden zijn hoektanden die sterk ontwikkeld zijn en buiten de bek uitsteken. De snuit is een karakteristieke wroetsnuit, waarmee ze de grond omwroeten. Het gewicht en formaat van wilde zwijnen is sterk variërend, zoals in de tabel te zien is.
| Mannetje | vrouwtje |
gemiddelde lengte | 105 tot 165 centimeter | 100 tot 150 centimeter |
gemiddelde hoogte | 65 tot 110 centimeter | 60 tot 90 centimeter |
gemiddeld gewicht | 33 en 150 kilogram | 30 tot 80 kilo |
De grote verschillen hebben te maken met het grote verspreidingsgebied van het wilde zwijn. Aan de noordelijke grens van zijn leefgebied wordt hij groter en zwaarder dan in het zuiden. Ook ontsnapte gedomesticeerde varkens hebben een invloed op de grootte van de wilde zwijnen. Er vinden kruisingen plaats tussen deze dieren en de wilde zwijnen, waardoor de genen van de grotere tamme varkens in de populatie wilde zwijnen terecht komen. De nieuwe generaties wilde zwijnen worden hierdoor groter. Jonge zwijnen zijn duidelijk afwijkend van de volwassen dieren. Ze hebben een ‘pyjama’ van witte en bruine strepen die ter camouflage dienen. Na drie tot vijf maanden maakt deze vacht plaats voor het bruin van de oudere dieren.
Voedsel
Het wilde zwijn is een echte alleseter. Hij eet eikels, beukennootjes en kastanjes, maar ook paddenstoelen, wortels en kruiden. Ook eet hij dierlijk materiaal, zoals kikkers, slangen en muizen. Bij het vergaren van het voedsel gebruikt hij zijn wroetsnuit om de grond door te spitten. Hiermee legt hij zaden en jonge plantjes bloot, maar ook nesten jonge muizen en naaktslakken.
Gedrag
Everzwijnen zijn vooral in de schemer en ’s nachts actief. Als er veel zwijnen zijn, zijn ze echter ook overdag actief te zien. Ze leven in kleine groepen, die rotte worden genoemd. In een rot zitten een aantal vrouwtjes met hun jongen. Na twee jaar vertrekken de mannetjes uit de groep. Veelal leven zij hierna solitair, maar soms trekken ze op in groepen jonge mannetjes. Wanneer de mannetjes geslachtsrijp zijn, markeren zij hun territorium door hun vacht langs boomstammen te schuren. Wilde zwijnen rollen graag door de modder. Dit doen zij om hun vacht vrij te maken van parasieten.
Voortplanting
In het paarseizoen tussen september en maart zoeken de solitaire mannetjes de groepen vrouwtjes op. Na het paren duurt het 115 dagen voordat de jongen geboren worden. Gemiddeld zijn dit er vier tot zeven, maar het kunnen er ook twaalf zijn. Over het algemeen geld, hoe ouder de zeug (vrouwtje), hoe meer jongen en hoe meer voedsel, hoe meer jongen. De jongen zijn naar één jaar geslachtsrijp, maar verlaten de groep pas na twee jaar om zich voort te planten. Mocht er iets mis gaan bij de eerste worp, dan kan het vrouwtje in de zomer nog een tweede worp krijgen. Zwijnen zijn er beschermend naar hun jongen. Wanneer een ander dier of een mens te dicht in de buurt komt, zal het vrouwtje zonder twijfel aanvallen.
Voorkomen
Wilde zwijnen leven voornamelijk in halfopen loofbossen. Ze trekken ook graag naar landbouwgebieden, als er maar beschutting te vinden is. Oorspronkelijk kwam het wilde zwijn voor in bijna geheel Eurazië. De noordelijke grens was zuid Scandinavië, de zuidelijke grens Noord Afrika. Westelijk kwam het zwijn tot Ierland, oostelijk helemaal tot aan Japan.
In Nederland waren wilde zwijnen rond 1830 zo goed als uitgestorven. Begin twintigste eeuw zijn ze opnieuw uitgezet, voor de jacht. De zwijnen zijn toen op een aantal omheinde gebieden uitgezet. Hiervandaan zijn er een aantal ontsnapt, waardoor ze nu over de hele Veluwe voorkomen. In Nederland komen ze ook in nationaal park De Meinweg voor. In België zitten ze vooral in de Ardennen. Officieel komen er in de rest van Nederland geen everzwijnen voor. Toch zitten ze in veel meer gebieden. Ze weten langs gaten in de hekken te kruipen, of komen vanuit Duitsland Nederland in.
Ecologie
Wilde zwijnen hebben een grote invloed op de vegetatie. Ze woelen de grond om, waardoor de jonge planten die daarin wortelen kapot gaan. Daarbij brengen zij de minerale bovengrond omhoog, waardoor bepaalde plantensoorten (voornamelijk pioniersvegetatie als wilg en berk) beter kunnen groeien. Zijn er echter te veel zwijnen, hebben ook deze planten niet meer de mogelijkheid om te groeien.
Nadelen
Schade
Wilde zwijnen brengen op verschillende gebieden schade toe. Vooral aan landbouwgebieden is de schade groot. Daar bevindt zich immers gemakkelijk eten voor de zwijnen. Een groot nadeel van wilde zwijnen is dat zij niet alleen de gewassen opeten, maar ook de hele grond omwroeten. Hierdoor richten zij meer schade aan dan ze aan zouden richten als ze alleen zouden eten.
Verkeer
Net als alle andere grote wilde dieren vormen wilde zwijnen een gevaar voor het verkeer. Zeker op slecht verlichte wegen worden de dieren niet op tijd gezien als zij ’s nachts oversteken. Automobilisten proberen uit te wijken, wat tot ongelukken leidt.
Gevaar
Wilde zwijnen kunnen ook in de natuurgebieden zelf gevaarlijk zijn. Zeker wanneer ze jongen hebben kunnen ze mensen aanvallen. Over het algemeen doen ze niets, zolang je afstand houdt en niet tussen moeder en jong komt. Echter, de jongen zijn erg nieuwsgierig, waardoor ze dit soms moeilijk maken.