Lethal white syndrome

Een kort leven
Als een veulen geboren wordt dat het lethal white syndrome heeft, zal het in eerste instantie een normaal, gezond veulen, met een witte vacht en blauwe ogen, lijken. Na een paar uur blijkt echter dat er van binnen iets mis is met het darmstelsel, en het veulen zal last krijgen van heftige koliek aanvallen. Aangezien deze in dit geval ongeneselijk zijn, wordt er meestal voor gekozen om het veulen direct in te laten slapen, om een pijnlijke dood te besparen.Genetisch
Erfelijke eigenschappen liggen voor elk organisme vastgelegd in de genen. Bij de voortplanting worden deze doorgegeven, en krijg je voor elke eigenschap één gen van de vader en één van de moeder. Er zijn dominante en recessieve genen. Als een individu een dominant en een recessief gen heeft, zal altijd het dominante gen naar voren komen. Het lethal white syndrome gen (LWS-gen) is een recessief gen. Een veulen moet dus van beide ouders dit gen krijgen, om een ‘white foal’ te worden. Beide ouders zijn dus drager van het LWS gen, en hebben één dominant gen, en één recessief LWS gen. Immers, als ze twee recessieve genen hebben, hadden ze het zelf niet overleeft. Bij twee dominante genen zal het veulen geen LWS veulen worden.Een simpele rekensom laat het volgende schema zien, bij een kruising van twee LWS dragers, Yy x Yy.
x | Y | y |
Y | YY | Yy |
y | Yy | yy |
Bij deze kruising is er dus 25% kans op een white foal, dat het helaas niet zal overleven. De andere 75% bestaat voor 2/3de uit gezonde veulens, die wel drager van het gen zijn, en voor 1/3de uit een gezond veulen, dat ook geen drager is.