Zelfverdediging met poep
Poep is vies, dat vindt eigenlijk iedereen. Daarom spoelen we het zo snel mogelijk weg en willen we er alleen maar vanaf. Maar is dit eigenlijk wel handig? Er zijn een heleboel dieren die poep voor iets heel anders gebruiken, en een voorbeeld daarvan is zelfverdediging. In de dierentuin heb je dit misschien al wel eens gezien, bij apen die met poep naar elkaar aan het gooien waren. Heel erg vies, maar ook erg effectief.Dieren en poep
Dieren gebruiken poep als zelfverdediging. Waarom is hun poep zo effectief? De poep van verschillende dieren heeft verschillende eigenschappen. De een gebruikt het als afleiding, de ander als direct wapen. En er zijn heel veel verschillende diersoorten die dit doen. Misschien wordt het eens tijd voor ons om na te gaan denken over hoe wij omgaan met poep. Er zijn blijkbaar nog veel meer mogelijkheden.Dikkopjes
Het dikkopje is een vlinder uit Zuid-Amerika. Hij komt ook voor in Europa, maar daar zijn er maar weinig. Het gaat niet om de vlinders zelf, zij hebben niets met uitwerpselen te maken. De rups van het dikkopje wel. Hij kan zijn uitwerpselen wel anderhalve meter ver wegschieten. En dit is niet om een beest aan te vallen of iets dergelijks, maar om een roofdier af te leiden en in de war te brengen. Als er een achter de rups aan zit, gaat hij namelijk op de geur af. De poep die de rups wegschiet stinkt en trekt de aandacht meer dan de geur van de rups zelf. Zo kan de vijand de rups niet vinden, en kan de rups veilig wegkomen.
Adélie-pinguïns
De adélie-pinguïn is ook niet een erg hygiënisch beest. De jonge pinguïns zitten in holen, relatief veilig verstopt voor roofdieren. Meestal worden de holen bewaakt door de ouders van de jongen, dus kan er niemand bij komen. Maar, adélie-pinguïns zijn dus niet zo schoon, de ouders worden vaak vies van het zand waar ze in rondlopen. Dan moeten ze weg, naar het water, om zich te wassen. Of ze hebben eten nodig en moeten vis gaan vangen. De jonge pinguïns laten ze alleen, en die moeten het eventjes alleen uitzoeken. Dit is natuurlijk een uitgelezen kans voor rovers om jonge beestjes te vangen. Ze komen naar de holen toe en vinden de kleine pinguïns daar, weerloos. Althans, dat is hoe het lijkt. Als het roofdier dichterbij komt draaien de jongen zich om, tillen ze hun staart op en schieten ze hun poep naar de aanvaller. Dit doen ze met grote kracht, waar het beest van schrikt. En de uitwerpselen van de pinguïns zijn erg plakkerig, waardoor de vogels niet goed meer kunnen bewegen. De poep is er zelfs niet af te wassen met water. Dit is dus een erg effectief verdedigingsmechanisme.
Dwergpotvis
Dan is er nog de dwergpotvis. Dit is een kleine walvissoort, die zich vooral in de diepere gedeeltes van de oceaan bevindt, waardoor men er maar weinig over weet. Wel weet men van zijn verdedigingstechnieken, die niet erg fris zijn. Omdat de dieren niet erg groot zijn, in vergelijking met andere walvissen, worden ze door allerlei dieren aangevallen. Zelfs dolfijnen wagen een kans. Maar wat de dwergpotvis doet als hij belaagd wordt, is anaal een stroperige vloeistof uitscheiden, die in het water terecht komt. Dan beweegt hij met zijn lichaam en verspreidt de vloeistof zich in het water, totdat het is veranderd in een grote poepwolk. Vervolgens verstopt de walvis zich hierin. En, als de belagers erg hardnekkig zijn, doet hij dit gewoon nog een keer, net zo lang tot hij met rust gelaten wordt.