De wilde of grote kaardebol
De wilde of grote kaardebol heeft een paar kenmerken van een distel, maar is het niet. Net als de kleine kaardebol en het Duifkruid behoort de grote kaardebol tot de kaardebolfamilie. De plant is stekelig, maar schrikt niet alle dieren af. Ze zijn namelijk verlekkerd op de nectar en op de olierijke zaden van de plant.
Uiterlijk
Eerst is de plant een rozet van bladeren tegen de grond. Nadien groeit er een stekelige stengel. Op die stengel zitten bladeren en die staan twee per twee. Bovenaan zit er een stekelig hoofdje. Op dat hoofdje bloeien er lila bloempjes. In het hoofdje zitten ook zaden die olie bevatten.
Vleesetende bladeren?
Omdat de bladeren paarsgewijs ingeplant staan op de stengel vormen ze een soort kuipje. Daarin blijft er water staan. Dit kan voor bepaalde diertjes heel gevaarlijk zijn. Ze vinden dit een uitstekende drinkplaats, maar doorzien de gevaren niet. Wanneer ze in het water vallen, is het moeilijk om er nog uit te komen. De stengel bezit nochtans stekels, maar de binnenkant van de bladeren en het stukje stengel juist boven de bladeren is stekelloos. Ze zijn zelfs glad. Dieren die in het water vallen, kunnen er dus niet meer uit en verdrinken. Daarna worden deze insecten door bacteriën verteerd. De dierlijke stoffen worden opgenomen door de grote kaardebol.
Bloemen
Op het stekelige hoofdje van de plant bloeien er bloempjes. Degene in het midden van het bovenstuk bloeien altijd eerst en dan breidt dit zich tegelijkertijd naar boven en naar onder uit. De bloemen zijn ongesteeld en staan in trosjes. Ze hebben een gemeenschappelijke kelk. Elk bloempje heeft vier meeldraden en één stamper. Ze bevatten heel wat nectar. Bijen, vlinders,.. laten zich niet afschrikken door de stekels op het hoofd en de stengel. Ze slagen erin de nectar in de vlucht uit de bloempjes te halen.
Identiteitskaart
- Latijnse naam: Dipsacus fullonum
- Familie: Kaardebolfamilie
- Grootte: tot 1,5 m hoog
- Levensduur: tweejarige plant
- Andere namen: kanneboender, kannewasser, kanneborstel, weverskaarde
- Plaats van voorkomen: vroeger in Noord-Afrika, stukken van Azië en Europa. Nu komt de plant overal in gematigde streken voor.
Weetjes
- GEEN distel
- Er bestaat ook een kleine kaardebol
- In Nederland is deze plant wettelijk beschermd
- De bloemhoofden van de grote kaardebol worden gedroogd en in bloemstukken gebruikt
- Het water uit de kelkjes werd als schoonheidsmiddel gebruikt
- Heksen zouden de hoofdjes vroeger als kam gebruikt hebben
- Tot 1893 werd de grote kaardebol gekweekt. Met de hoofdjes van de plant werd wol gekamd zodat het gesponnen of geweven kon worden