De wintercyclamen geven kleur in de wintertuin
Er zijn winterharde mini-cyclamen (de kleine variant van het geslacht Cyclamen) die het prima doen om te laten verwilderen in de wintertuin. Om in de winter, wanneer er weinig bloeit, kleur in de tuin te brengen. Een zee van kleine roze of witte bloemen, die dapper door de bladeren van het winterdek heen piepen. Die doen beseffen dat het nog wel winter is maar dat de lente komend is. De bloemen van de wintercyclaam zijn wel kleiner en lager dan de cyclaam die we kennen als kamerplant. Deze miniatuurversie is winterhard en kan vorst hebben tot -20° graden wanneer de grond niet te nat is.
De cyclaam
Cyclamen is een geslacht van vaste planten uit de sleutelbloemfamilie en is een knolgewas. De Cyclamen kennen we veelal als een kamerplant en de Nederlandse naam is cyclaam. De wetenschappelijke geslachtsnaam Cyclamen is echter enkelvoud. In de Nederlandse taal wordt Cyclamen beschouwd als een meervoudvorm en noemen een enkele plant dan ook ‘cyclaam’. Deze naam is algemeen ingeburgerd maar is dus eigenlijk niet juist. De hele familie Cyclamen in Nederland en België, is ingedeeld bij de Primulaceae (sleutelbloemfamilie) en volgens het APG II-systeem bij de familie Myrsinaceae.
Geslacht Cyclamen
Het geslacht Cyclamen wordt in vier ondergeslachten verdeeld en elk ondergeslacht weer in een aantal secties. De vier ondergeslachten zijn:
- Ondergeslacht Corticata;
- Ondergeslacht Cyclamen, met de sectie Cyclamen hederifolium. Andere benamingen voor de Cyclamen hederifolium, is op z’n Nederlands: synoniem cyclaam van Napels of in het Latijn: Cyclamen neapolitanum;
- Ondergeslacht Gyrophoebe;
- Ondergeslacht Psilanthum.
Knop wintercyclaam
Winterhard en niet-winterhard
De Cyclamen die niet winterhard zijn, worden als kamerplant gekweekt en van het ondergeslacht Cyclamen worden er van de Cyclamen hederifolium soorten gekweekt die het buiten in de wintertuin goed doen en vorst tot -20 graden kunnen hebben. Ze hebben wel kleinere bloemen en zijn veel lager dan de kamerplant Cyclamen. Een mini-uitvoering van de kamerplant is de winterharde tuincyclaam.
Cyclamen hederifolium of cyclaam van Napels
Het ondergeslacht Cyclamen hederifolium of de cyclaam van Napels, is inheems in Corsica, Turkije, Sardinië, Sicilië, het zuidoosten van Frankrijk en vele Griekse eilanden. Het zijn planten die rijkelijk groeien en bloeien in zeer diverse biotopen namelijk:
- in wouden;
- op rotsgrond;
- op braakliggend terrein met grassen, struiken en planten;
- op zeeniveau;
- op een hoogte 1300 meter.
De soorten mini-cyclamen in de wintertuin
Van de Cyclamen hederifolium zijn er cultivars die speciaal gekweekt zijn als tuinbeplanting voor in de herfst of winter, de mini-cyclamen die winterhard zijn. De drie gekweekte soorten die het meest worden gebruikt zijn:
- Cyclamen europaea of Cyclamen purpurascens, bloeit in de winter tot begin voorjaar;
- Cyclamen neapolitanum (synoniem: Cyclamen hederifolium), bloeit in de nazomer tot ver in de herfst. Alleen de sectie Cyclamen neapolitanum van het ondergeslacht Cyclamen worden in het Nederlands cyclaam van Napels genoemd en níet de winterharde Cyclamen neapolitanum;
- Cyclamen coum, bloeit in de winter tot begin voorjaar.
De Cyclamen coum veel gebruikt als mini-cyclaam
De Cyclamen coum is familie van de Cyclamen, van het ondergeslacht Cyclamen en de sectie hederifolium. De Cyclamen coum is de beste winterbloeier voor het klimaat in Nederland en België. Het is een soort welke veel wordt gebruikt om te laten verwilderen in de wintertuin. De Cyclamen coum, is een van de soorten mini-cyclamen die bloeien in de winter tot het voorjaar. Vele nieuwe rassen (cultivars) zijn gekweekt van de winterbloeier Cyclamen coum zoals bijvoorbeeld:
- Cyclamen coum Blush: bloeit met roze bloemen en heeft gemarmerde zilveren bladeren;
- Cyclamen coum Maurice Dryden: bloeit met witte bloemen met een paarse vlek op de bloembuis en heeft sterk gemarmerde bladeren;
- Cyclamen coum Tilebarn Elizabeth: bloeit paarse bloemen die vervagen in het midden naar wit en groene bladeren;
- Cyclamen coum f. pallidum Golan Heights: bloeit wit en roodpaars;
- Cyclamen coum Pewter Leaf: bloeit roze tot paars met bladeren met een zwartgroene rand;
- Cyclamen coum f. albissimum: bloeit met witte bloemen en groene bladeren en soms met gemarmerde bladeren;
- Cyclamen coum Rubrum: bloeit wit of rood tot roodpaars.
Blad en knollen van de Cyclamen coum
De knollen van de Cyclamen coum zijn rond, schijfvormige en bruin. Plant de knollen zo ’n vijf centimeter diep in de grond met de kale bolle kant naar beneden en ongeveer twintig centimeter uit elkaar. Plant ze in goed waterdoorlatende, humusrijke en kalkrijke grond, het liefst in de schaduw van een loofboom en in groepjes van twee of drie knollen. De knollen komen pas na enkele jaren tot volle bloei. De rondbladige of niervormige bladeren van de Cyclamen coum staan in een rozet, hebben een gave bladvorm, duidelijke nerven en zijn groen maar kunnen ook een prachtige witte tekening hebben van een handvormig ingesneden blad (of kerstboom), in het midden van het blad. De Nederlandse naam 'rondbladige Cyclamen', zoals de Cyclamen coum ook weleens worden genoemd, is afgeleid van de ronde vorm van blad en bloem in vergelijk met andere mini-cyclamen. De knollen werken zich na elke bloei omhoog en het is aan te raden de planten jaarlijks nieuwe tuinaarde of compost te geven.
Vijf bloembladeren, rode steel en bloembuis met witte bloemzoom.
Bloemen van de Cyclamen coum Rubrum en zaaddozen
Van de mini-cyclamen in de wintertuin zijn er verschillende kleuren waaronder de Cyclamen coum Rubrum met een prachtig kleine roze-rood tot paars gekleurde bloem met een witte vlek. De vijf bloembladeren zijn sterk naar achter gebogen en kunnen bloeien van eind december tot midden april. De bloemen staan op een mooi rood gekleurde steel en ruiken heel lichtjes. In het midden van de bloem bevindt zich een bloembuis waarvan bij bloemzoom een rand van witte driehoeken te zien is die overgaat in een donkerder kleur dan de bloemblaadjes. Het vruchtbeginsel staat in de bloembuis die een diameter heeft van acht tot tien millimeter. Bij de Cyclamen coum wordt het stuifmeel in de bloembuis overgebracht naar de stempel in de bloembuis en is zo een zelfbestuiver.
Vermeerdering van de plant
Is de bloem uitgebloeid dan rolt de rode steel zich op en zien we aan het eind van de stengel, de doosvrucht. De doosvrucht komt op de grond te liggen waar deze verder rijpt. Wanneer de doosvrucht rijp is komen er kleine zaden uit (2 millimeter), die omgeven zijn met een suikerachtig laagje waar mieren dol op zijn. Mieren slepen de zaden mee om het suikerachtige laagje en zorgen zo voor de verspreiding van het zaad. Dit zaad is ook op te vangen om op te kweken. Laat het een nacht in water staan en zaai in potjes met een mengsel van potgrond en een deel scherp zand en poot het zaad hierin. Poot het even diep als de dikte van het zaad. Geef het water en dek het af met plastic. Zet de potjes op een lichte plaats bij een temperatuur van ongeveer zestien graden. Het plastic verwijderen wanneer de zaden opkomen. Laat de potjes een jaar buiten staan en verpoot dan ieder knolletje in een eigen potje. Uitplanten op een definitieve plek wanneer de knol groot genoeg is.
Weetjes
- De Cyclamen hederifolium, neapolitanum en coum volgen elkaar op qua bloei en kan mooi het hele jaar de tuin bloeiend houden. Maar Cyclamen neapolitanum groeit veel sneller dan de Cyclamen coum waardoor de coum al snel verdrongen zal worden.
- De hybride Cyclamen x drydenii is een spontane kruising tussen de Cyclamen coum en de Cyclamen alpinum. De bladeren zijn rond en de bloembladen zijn zo goed als horizontaal en propellervormige.
- Cyclamen coum worden ook weleens het 'alpenviooltje' genoemd. Het alpenviooltje of Cyclamen purpurascens, is echter niet winterhard.