Bloeit de forsythia? Neen, het is de winterjasmijn
De winterjasmijn bloeit wanneer de meteorologische winter (1 december) begint, tot de meteorologische lente (1 maart). Met zijn mooie gele bloemen is het een echte kleurbrenger in de wintertuin. De gele bloemen lijken op de bloemen van de vroege voorjaarsbloeier, de forsythia. Bij de bladverliezende struik van de winterjasmijn zijn de gele bloemen bevroren na vorstdagen, maar de struik geeft bij niet vriezende dagen, nieuwe gele bloemen.
Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum)
De winterjasmijn (Jasminum nudiflorum) is familie van de Oleaceae. Van de familie Oleaceae komen in Nederland naast de winterjasmijn nog vijf geslachten voor namelijk:
- Chinees klokje (Forsythia)
- Es (Fraxinus)
- Jasmijn (Jasminum)
- Liguster (Ligustrum)
- Sering (Syringa)
De winterjasmijn geleid langs gaas
Oorsprong
In China is de winterjasmijn een inheemse plant die groeit langs steile rotswanden. In Nederland en België is de struik een winterharde plant in de tuin en hij wordt het liefst geleid langs een muur of op gaas op het noorden of oosten. De winterjasmijn is dan ook een leiplant. Een leiplant is een plant of struik die extra ondersteuning nodig heeft zodat deze kan klimmen of in een bepaalde richting groeit. De groene lange twijgen laten zich gemakkelijk leiden. De lange buigende twijgen gaan, wanneer ze de grond raken, wortelen en nieuwe planten geven.
Blad en stengel
Blad en stengel
De winterjasmijn is een struik met lange, donkergroene, vierkante en slappe takken. Hoe ouder de takken hoe meer ze kleuren naar geelbruin hout en krijgen een kurklaagje. De diepgroene glanzende bladeren staan bij elkaar op een bladsteel. De twee centimeter ovale bladeren, groeien paarsgewijs aan de takken. De bladeren komen in het voorjaar aan de struik wanneer de bloei is afgelopen om tijdens de bloei in de winter het blad weer te verliezen. De struik is een naaktbloeier. Zonder blad en bloeiend op de kale takken. De struik wordt, zonder te snoeien en te leiden, langzaam groot tot ongeveer 1,5 meter. Struiken die gesnoeid en geleid worden kunnen wel drie meter hoog worden. De winterjasmijn kan temperaturen verdragen in de Hollandse winters tot gemakkelijk -23 graden
Oude tak
Bloemen
De jasmijn heeft kleine gele, stervormige bloemen die ieder jaar weer verschijnen aan de meestal kale takken. De bloemknoppen verschijnen aan de jonge groene takken. De bloemen staan afzonderlijk, maar wel aan elke kant van de stengel, op gelijke hoogte naast elkaar. Is het blad laat met de herfstkleuren en de bloem vroeg met bloeien, dan wil het voorkomen dat de bloem en de herfstkleuren van het blad, een wonderlijk geheel van prachtige kleuren vormen. De bloemen verschijnen echter meestal nadat het blad is afgevallen. De bloemblaadjes zijn vergroeid tot een geheel in een kroonbuis en zijn buisbloemen. De gele bloemkroon, de buis, is ongeveer twee tot drie centimeter lang en heeft vijf tot zes bloemblaadjes. Bloemblaadjes zijn omgekeerd eirond en soms iets ingesneden. De bloemen zijn vaag geurend.
Bladeren kleuren in de herfst en de bloeiende winterjasmijn.
Winterjasmijn versus forsythia
De bloem van de winterjasmijn en de forsythia lijken veel op elkaar. De winterjasmijn bloeit met gele bloemen van december tot februari en de bloeiende forsythia van gemiddeld maart tot april in de lente. Het zijn beide naaktbloeiers en beide struiken hebben gele bloemen. Een laatbloeiende winterjasmijn en een vroegbloeiende forsythia kunnen gemakkelijk door elkaar gehaald worden. De bloembladeren van de winterjasmijn zijn echter vijf- tot zestallig en rond en van de forsythia viertallig en langer en spitser. Het hart van de bloem van de winterjasmijn is vergroeid tot een buis (buisbloem) en bij de forsythia niet. De gele, trompetvormige bloemen van de forsythia zijn goudgeel en veel talrijker dan de lichtgele bloemen van de winterjasmijn. De goudgele bloemen van de forsythia staan vaak in groepjes van drie op de kale takken.
Winterjasmijn-forsythia
Familie
De winterjasmijn en de forsythia horen bij dezelfde familie: de olijffamilie. Een familie die wereldwijd voorkomt maar met name in Oost-Azië. De beide plantensoorten zijn ook inheemse soorten in China.
Snoeien van de winterjasmijn
Nadat de winterjasmijn is uitgebloeid, meestal eind februari, kunnen de warrige en oude takken gesnoeid worden. Snoei terug op vijf tot tien centimeter, net boven een knop. Weet dat op de jonge groene takken van het afgelopen jaar de bloemknoppen zitten. Een winterjasmijn kan na jaren zonder snoei een massa warrige takken bevatten waar weinig mee te beginnen is. Een rigoureuze snoeibeurt is dan aan te bevelen. Snoei alle takken ongeveer terug tot 50 à 60 centimeter boven de grond. Houd er wel rekening mee dat het dan soms jaren kan duren voordat de struik weer bloemen geeft.
Wortelende takken
Habitat
De winterjasmijn stelt weinig eisen aan de grond. Het liefst staat hij in de zon en schaduw samen. In de zon is de bloei het rijkst. In de winter, wanneer er ijsdagen zijn en de grond bevroren blijft zowel ’s nachts als overdag, kan de winterjasmijn geen water opnemen. Het zichtbare gevolg van uitdroging zijn uitgedroogde bladeren en scheuten. Een tip om dit te voorkomen is om er compost (stalmest of humus) bij te strooien, die het water langer vast houden, en om op vorstvrije dagen water te geven. Ook geleid tegen een muur verdient de voorkeur omdat de muur warmte uitstraalt die meehelpt voorkomen dat de bloemen bevriezen.
Vermeerderen
De lange, donkergroene hangende takken, die wel drie meter lang kunnen worden, hangen naar beneden en bereiken gedurende de zomer gemakkelijk de grond. Ze gaan wortelen in de grond en een nieuwe plant is gemaakt. Ook kan de lange tak bewust naar de grond geleid worden, bedekt met zand en vastgezet zodat het wortelen versneld wordt. Snijd de nieuw ontstane plant van de moederplant af om een gewenste plek voor te zoeken of om weg te geven.
Weetjes
- Ondanks dat de Latijnse naam van de winterjasmijn, Jasminum nudiflorum is, is de plant geen familie van de (Jasmijn Jasminum). De plant is familie van de olijffamilie (Oleaceae).
- Yasmin is Perzisch en betekent ‘door de goden gezonden’.
- De winterjasmijn is geen klimplant en moet geleid worden.