De knalpaarse bessen van de schoonvrucht geven kleur
Ze zitten in trossen van wel 30 tot 40 mooie knalpaarse bessen bijeen, de vruchten van de Callicarpa bodinieri 'Profusion' of met de Nederlandse naam: schoonvrucht. De winterharde struik fleurt in de herfst en winter menige tuin op met de overdadige paarse kleur. Vooral als het blad in de herfst is gevallen, is de struik met zijn paarse besjes een stralend middelpunt op saaie herfst- of winterdagen. In de 'volksmond' wordt deze struik dan ook wel de 'paarse besjesplant' genoemd. De struik komt uit het geslacht Callicarpa, welke onderdeel uitmaakt van de lipbloemigen (Lamiaceae).
Callicarpa, geslacht van de schoonvrucht
Callicarpa is een geslacht met ongeveer 140 soorten struiken en bomen, sommige soorten blijven groen blad houden en andere soorten verliezen het blad in de herfst. Sinds 1992 hoort de Callicarpa tot de bloemenfamilie Lamiaceae (lipbloemenfamilie). Daarvoor werd de struik bij de Verbenaceae (ijzerhardfamilie) gerekend.
Bekende soorten zijn:
- Callicarpa americana (Amerikaanse beautyberry) komt oorspronkelijk uit het zuidoosten van de Verenigde Staten. De Callicarpa americana kan één tot twee meter hoog worden. De rijpe bessen worden gebruikt om gelei van te maken. Siervariëteiten zijn gekweekt met roze of witte bessen;
- Callicarpa japonica (Japanse beautyberry) komt oorspronkelijk voor in het oosten van Azië, zoals Japan, China, en Korea. De bloemen variëren van roze tot wit en de bessen zijn paars. De bessen zijn niet eetbaar voor mensen, maar bieden voedsel voor vogels en herten;
- Callicarpa bodinieri (Bodinier's beautyberry) is een bloeiende struik afkomstig uit West- en Centraal-China. In de zomer is de plant rijk aan kleine lila bloemen en in de herfst aan prachtig decoratieve paarse bessen. Maar hij wordt voornamelijk in de tuin gekweekt vanwege zijn kleine, decoratieve paarse bessen in strakke trossen in de herfst. Callicarpa bodinier of Bodinier's beautyberry is vernoemd naar de Franse missionaris Emile Marie Bodinier (1842-1901).
Lamiaceae of lipbloemenfamilie
De schoonvrucht of Callicarpa bodinieri 'Profusion' is een struik en hoort dus tot de lipbloemfamilie. De lipbloemfamilie dankt de naam aan de vorm van de bloem. Bij de bloeiende schoonvrucht lijkt de bloem op een open mond waaruit gespleten onder- en bovenlippen zijn samengegroeid en waar de meeldraden uitkomen. Andere soorten van de familie lipbloemigen hebben meer een samengegroeide bovenlip met een dakje en een gespleten onderlip zoals de:
- pindakaasboom (Clerodendrum trichotomum);
- dauwnetel (Galeopsis speciose);
- gele dovenetel (Lamium galeobdolon);
- gewone hennepnetel (Galeopsis tetrahit);
- blauw glidkruid (Scutellaria galericulata);
- kleverige salie (Salvia glutinosa);
- grote tijm (Thymus pulegioides).
Callicarpa bodinieri 'Profusion': Bodinier's beautyberry
Een cultivar van de Callicarpa bodinieri is de Callicarpa bodinieri var. giraldii. Deze is genoemd naar de Franse botanist Emile Marie Bodinier én naar pater Giraldi die de plant uit China opstuurde. Een nieuwe plant werd vervolgens gekweekt waar graag geziene eigenschappen uit de oorspronkelijke Callicarpa werden gehaald, de Callicarpa bodinieri 'Profusion', in het Nederlands de 'schoonvrucht' geheten. Het is een struik die veel wordt geplant in tuinen en in de volksmond ‘paarsebesjesplant’ wordt genoemd. De Callicarpa bodinieri 'Profusion' is de meest gekweekte Callicarpa-vorm, met de grootste hoeveelheid aan bessen. De struik dankt de naam schoonvrucht ook hieraan, want het woord Callicarpa is afgeleid van het Grieks 'kalos' wat 'prachtig' betekent en 'carpos' wat 'vrucht' betekent. Prachtige vruchten die een schoonheid aan kleur geven.
Beschrijving plant Callicarpa bodinieri 'Profusion'
De winterharde struik kan wel tot drie meter hoog worden en tot twee meter breed. De struik bloeit in de zomer, geeft bessen in de herfst en verliest dan het blad waardoor de knalpaarse bessen nog meer opvallen. Bij strenge winters waar de temperatuur zakt tot -20 graden of lager, bevriezen de toppen van de plant, maar die herstellen zich weer. De hoofdtakken geven naar boven toe steeds meer zijtakken die licht behaard zijn en waar de bloemen en bessen in de bladoksels verschijnen.
Blad
De brede tegenoverstaande bladeren zijn elliptisch. Ze beginnen smal aan de bladsteel, de grootste breedte in het midden en eindigen met een toegespitste top aan het eind van het blad. De gezaagde bladeren zijn vijf tot tien centimeter lang en drie tot vierenhalf centimeter breed. Het jonge blad begint met een purperachtige kleur in het voorjaar en kleurt naar donkergroen in de zomer om in de herfst te verkleuren naar goudgele en violette tinten. Het blad in de zomer is aan de onderkant grijs en viltig behaard. De bladstelen zijn 15 centimeter lang en zwak gegroefd.
Bloem
In juni/juli bloeit de Callicarpa bodinieri 'Profusion' onopvallend met kleine lila bloemen. Ze bloeien in een scherm van kleine bloemen van twee centimeter doorsnee, in de bladoksels en onder het blad. De bloemen zijn vijf tot zes millimeter lang met lange gele meeldraden en de bloemen zijn zelfbestuivend. De vruchten zijn drie tot vier millimeter in diameter en opvallend paars gekleurd.
Bessen
De vruchten verschijnen in bosjes van wel 30 tot 40 mooie knalpaarse bessen op de nieuw gegroeide takken. De nieuwe takken komen aan de één of tweejarige hoofdtakken, bloeien hierop en geven in de herfst de paarde bessen. De paarse bessen zijn steenvruchten, en verschijnen in september. Zogauw het blad is afgevallen, wordt duidelijk waarom de Callicarpa bodinieri 'Profusion' in het Nederlands ook wel schoonvrucht of paarsebesjesplant wordt genoemd. De wonderschone paarse bessen zijn massaal zichtbaar en kleuren de herfst. De bessen zijn niet giftig maar en worden als niet eetbaar beschouwd. Wanneer vogels de bessen niet willen kan de schoonvrucht tot ver in de winter nog kleur geven. Van nachtvorst hebben de bessen nauwelijks te lijden. Vanaf half februari gaan de bessen dan verschrompelen om daarna af te vallen. Maar wanneer vogels in de herfst de bessen hebben ontdekt is de schoonvrucht binnen de kortste keren ontdaan van de mooie paarse bessen, ondanks de bittere smaak.
Standplaats
De schoonvrucht staat graag zonnig maar verdraagt ook lichte schaduw. De bodem moet goed waterdoorlatend zijn omdat een té natte bodem ten koste gaat van de bes-vorming in de herfst.
Snoeien
Wanneer de bessen spontaan van de plant zijn gevallen, kan de plant gesnoeid worden. Waar de bessen al vroeg in de herfst zijn opgegeten door vogels, is dit ongeveer eind winter. Snoei één tot drie oude stengels tot onderaan. Zorg wel dat de één of twee meerjarige stengels altijd blijven staan. Hier komen de nieuwe takken aan waar de plant zijn bloemen en dus vruchten op draagt. Knip oude stengels nooit allemaal in een keer weg maar snoei elk jaar een paar oude stengels weg.
Vermeerderen
Deze sierheester is te vermeerderen door het nemen van stekken.