Fluitenkruid, mooi en eetbaar
Deze uit de schermbloemfamilie afkomstige plant komt veel voor, meestal meer dan we ons realiseren. We rijden er mogelijk dagelijks langs, de witte bloemetjes vinden we namelijk onder meer in de berm van de weg tussen het gras. Dat deze lieflijk witte bloemetjes ook eetbaar zijn, weten minder mensen. Wat is fluitenkruid eigenlijk voor plant en wat kun je ermee?
Fluitenkruid, de basis
Fluitenkruid, officieel Anthriscus sylvestris genaamd, behoort tot de schermbloemfamilie en is familie van de bekende (eetbare) kervel. De plant dankt de naam aan de holle stengels. Daar kan een soort fluit van gemaakt worden. In de noordelijk gelegen provincies van Nederland wordt de bloem ook wel pinksterbloem genoemd. Dit laatste kan nog weleens verwarrend zijn, want er is ook een echte pinksterbloem met witte bloemetjes, maar deze bloemetjes zijn net een slag groter.
De plant komt in het wild voor in heel Nederland en de zuidelijke grensgebieden. Met name daar waar grassen wild kunnen groeien, tref je fluitenkruid aan. Dit kan in willekeurige natuurvelden zijn, maar ook in de berm langs de weg. Je treft fluitenkruid bloeiend aan in de periode van medio april tot en met juni. Zonder bloemen doet de plant het ook weer vanaf september en met een beetje geluk blijft hij de hele winter groen.
Bron: Zhouhao509, Pixabay De plant en de voedingsbodem
Deze delicate plant heeft, ondanks dat je de plant overal tegen kunt komen, toch nog wel wat ‘eisen’ om mooi te kunnen bloeien.
Uiterlijk
De holle stengels zijn gegroefd en licht behaard. De stengels kunnen tot anderhalve meter hoog worden en staan fier overeind. De bladeren zijn zachtgroen en de haartjes laten de plant een beetje donzig aanvoelen. De bladeren zijn gesplitst en lopen in een V-vorm. De bladeren lijken relatief veel op die van enkele varensoorten.
De kleine (drie tot vier millimeter) witte bloemetjes zitten als een bosje bij elkaar en ogen heel lieflijk, zeker tussen het hoge gras. Meestal bevat een stengel twee kleine en drie grote kroonbladen. Fluitenkruid in een veld geeft een ietwat romantisch buitenlevengevoel. Het wordt ook weleens ‘Hollands kant’ genoemd.
Grond
De plant zal het beste tot zijn recht komen als er enigszins zonnige maar ook wat beschaduwde plekken zijn. De grond is bij voorkeur een klein beetje vochtig en voedselrijk. Grote graslanden, bermen langs wegen, dijken en loofbossen zijn ideale plekken voor fluitenkruid.
Bron: WikimediaImages, Pixabay In het wild óf in de tuin óf in de vaas
Hoewel je fluitenkruid ook in het wild kunt pakken, kun je de plant ook bij het tuincentrum vinden. Als klein plantje of als zaad om de plant zelf op te kweken. De kans om ziekten je tuin in te halen is beduidend kleiner als je de versie van het tuincentrum in je tuin plant. Fluitenkruid is op zijn mooist in een wilde bloementuin of een tuin met vele grassen die er wat ‘warrig’ uit mag zien. Voor een strak gestileerde tuin waaiert de plant te veel uit.
Samen met wat hoge grassen die je los kunt kopen (of plukken) kan fluitenkruid ook leuk in de vaas op het terras staan. Neem een mooie hoge glazen vaas om de bos mooi tot zijn recht te laten komen. Vul de vaas voor de helft met fris water en snij de stengels schuin af.
Eetbaar fluitenkruid
Wat veel mensen niet weten is dat fluitenkruid ook prima te eten is, over het algemeen geeft het een fris-kruidige smaak. Zowel de bloemen die als eens soort garnering kunnen werken, als ook de bladeren en de wortelen van de plant zijn goed te eten. Wel goed opletten, want er zijn wat planten die er enigszins op lijken, maar die in de praktijk giftig zijn. Als je wild geplukt fluitenkruid in je eten verwerkt, zorg er dan voor dat je zeker weet dat het fluitenkruid is.
Een plant die er wat op lijkt, maar giftig is is de waterscheerling. Het plantje groeit voornamelijk naast waterpartijen en is te herkennen aan het gele giftige sap dat vrij komt bij het afbreken. Ook de dolle kervel is giftig en de naam komt van het gedrag van dieren in de wei, op het moment dat ze er een beetje van gegeten hebben. De dieren lijken dan ietwat dronken.
Bloemen
De bloemen hebben een zachte smaak en kunnen bijvoorbeeld in een frisse zomersalade met wat vis, pijnboompitjes, cherrytomaatjes en olijfolie verwerkt worden.
Bron: Markus53, Pixabay Bladeren en wortelen
De volwassen bladeren zijn sterker van smaak dan kervel en de jonge bladeren smaken net iets zachter dan kervel. Je kunt ze rauw eten maar ook gekookt. Heerlijk om te verwerken in ovenschotels, soepen of sauzen.
De wortel bevat verhoudingsgewijs relatief veel koolhydraten en zetmeel. De wortel kan gekookt als groente verwerkt worden in een normale maaltijd of in een ovenschotel met bijvoorbeeld normaal of mager rundvlees.
Tot slot
Een veelzijdige plant die we typisch Hollands kunnen noemen en die op verschillende plaatsen zo in het wild te vinden is. De plant is veelzijdig vanwege de sierwaarde in een bepaald type tuinen, maar ook als eetbare plant. Bijna alle delen van de plant zijn rauw of gekookt te eten.