Mooie ridderspoor voor in een natuurlijke tuin
Ridderspoor is een plant die we al heel lang tegenkomen in het straatbeeld. De opvallend blauwe ranken zijn jaren erg populair geweest. Met het opkomen van de strakke gestileerde tuinen in de jaren 90 van de 20ste eeuw was ridderspoor plotseling niet zo populair meer. Maar sinds de verwilderde, romantische, veld- en natuurlijke tuin ook weer overal verschijnt, is ridderspoor weer zichtbaar in menig tuin. Waar vindt deze mooie plant zijn oorsprong en hoe combineer je deze plant het beste?
Oorsprong
Ridderspoor, officieel ook wel Delphinium genoemd, behoort tot de ranonkelfamilie, die we officieel 'Ranunculacae' noemen. Delphinium is weer afkomstig van het Latijnse woord voor dolfijn. Dit gegeven vindt zijn oorsprong in het feit dat de knoppen op een afstandje iets weg hebben van een dolfijn. Misschien vergezocht, maar zeker een mooie onderliggende gedachte. Als deze plant gaat bloeien weten we dat de zomer er pas echt aankomt.
Met het veredelen van de plant begonnen de kwekers rond begin van de 20ste eeuw. Er bestaan vele soorten, tot wel zo’n 250 stuks. De plant komt met name voor in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. De plant komt echter in onze streek niet in het wild voor.
Bron: Erge, Pixabay Ridderspoor, de plant
Uiterlijk
De plant in traditionele vorm herkennen we behalve aan de mooie diepblauwe of blauwpaarse bloemen ook aan de diep ingesneden bladeren. De rechtopstaande pluimen van de plant variëren sterk in lengte en dit kan qua lengte oplopen van slechts een kleine tien centimeter tot zeker twee meter (de Elatumgroep). De meest voorkomende zijn de varianten tot pakweg anderhalve meter (de Belladonnagroep).
Verzorging
De plant is tussen het eind van de lente tot diep in de nazomer, zeker tot eind augustus begin september, te zien en doet het goed in de volle zon. De plant mag echter niet te drogen ‘voeten’ krijgen. Overigens zijn de planten die binnen de Belladonnagroep vallen niet winterhard en de planten die binnen de Elatumgroep vallen wel. (Let goed op de plaatjes die aan de planten hangen in de tuincentra!) De planten hebben een levensduur van pakweg drie tot vier jaar. Laat de plant bij voorkeur al die tijd op dezelfde plaats staan. De plant doet het vaak niet goed meer na het verplanten. Let ook op slakken, slakken zijn gek op ridderspoor. Zeker de jonge scheuten worden door de slakken opgegeten en dan kan je zomaar zonder ridderspoor zitten.
Na de eerste bloei kan je de plant tot circa tien centimeter terugsnoeien. Tegen de herfst, na de tweede bloei knip je de plant tot vlak bij de grond af. Doe daarna nog wat compost bij de grond om de plant en wacht tot de plant in het voorjaar weer uit gaat lopen.
Je kunt de plant vanwege de lengte wel aanbinden, bijvoorbeeld als de plant voor een schutting staat. Maar je mag de plant niet te ruig aanbinden, de plant moet zijn natuurlijk groeivorm kunnen behouden. Om de plant niet te beschadigen is het verstandig om speciaal draad te gebruiken om planten op te binden. Zo maak je geen wonden aan te takken van de plant.
Varianten
Er zijn vele soorten, maar de meeste hebben verschillende blauwe of blauwpaarse kleuren. De Delphinium luteum is echter geel en een andere variant is de Delphinium, morning sunrise. Deze uit Schotland afkomstige variant blijft juist laag bij de grond en is lilablauw met volle knopbloemen. De witte variant Delphinium white ruffles is een erg populaire variant. Tenslotte is een andere opmerkelijke kleur oranje bij de Delphinium nudicaule.
Bron: AKuptsova, Pixabay Combineren in de tuin
Ridderspoor past in een verwilderde, romantische, veld- en natuurlijke tuin en met de vele varianten is er altijd wel een mooie combinatie in iedere tuin te maken.
In grote tuinen zie je ridderspoor in grote gecreëerde velden bij elkaar. Het heeft iets magisch als je zo’n veld vol met ridderspoor ziet. Maar in de gemiddelde stadstuin past ridderspoor ook meer dan prima, dan wordt deze vaak gecombineerd met andere romantisch aandoende planten zoals:
- gipskruid
- margrieten
- moederkruid
- rozen
- delphinium astolat
- ossentong
- madonnalelies
- Zeeuws knoopje
- klokjesbloem
Bron: Hans, Pixabay Kleur en vorm
Als je de romantische zomerbloeiers gaat combineren is het verstandig op verschillende zaken te letten zoals:
- Laat kleuren elkaar versterken en dat doe je bijvoorbeeld door kleurtinten in elkaars verlengde bij elkaar te zetten. Bijvoorbeeld blauw met paars, roze en wit.
- Zorg voor voldoende verschillende vormen qua bloemen. Laat ridderspoor rustig naast een plant staan met lieflijke bolletjes als bloemen of kleine pluimpjes.
- Ridderspoor is meestal één van de langste planten. Zet deze dus achteraan en zet er halfhoge bloeiers voor, desgewenst vooraan bodembedekkers met kleine bloemetjes.
- Combineer je ridderspoor in een veld- of natuurlijke tuin, kijk dan goed naar het blad van de bomen en grote struiken die je wilt plaatsen. Ook hiervoor geldt dat een natuurlijke overloop in kleur en vorm beter is, het is bijvoorbeeld minder fraai om ridderspoor met naaldachtigen te combineren.
Boeket
Heb je meer dan voldoende van deze plant in je tuin staan, dan is het wellicht een idee om zo nu en dan wat bloeiende takken af te knippen en een mooi boeket voor in huis te maken. Combineer het met gipskruid of trosroosjes in een bijpassende kleur en je haalt je tuin zomaar binnen.
Tot slot
Ridderspoor is een mooie romantisch ogende plant die het met een beetje verzorging en op de juiste plaats, zomers lang kan doen. De plant past in verschillende type tuinen en oogt met de mooie verschillende kleurschakeringen altijd fris in een tuin. Combineer de plant met andere planten voor een natuurlijke tuin en het geheel zal zich versterken.