Vingerhoedskruid in de tuin of in het wild
Een gemakkelijk herkenbare plant tijdens de bloei is het vingerhoedskruid: Digitalis purpurea. Heel opvallend zijn de trossen met een weelde aan vele bloemen, dichtbij elkaar. Prachtige bloemen, meestal in het roze en met aparte vlekken aan de binnenkant van de klokjes-achtige bloemen. Bloeiend geeft de plant wel een lengte van 1 meter 50. Hoewel veel mensen het een onkruid vinden is het een kruidige plant. Prachtig in de tuin, medicinaal maar ontzettend giftig.
Vingerhoedskruid
Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) wordt ook wel gewoon vingerhoedskruid genoemd. Vingerhoedskruid komt uit de familie van de Weegbree (Plantaginaceae) en het geslacht digitalis. Overigens werd de plantensoort in het verleden ondergebracht in de Helmkruidfamilie (Scrophulariaceae). De tweejarige plant is een plant met een prachtige bloeiwijze, waarin de bloemen naar één kant wijzen.
Oorsprong
De plant komt in Nederland en België algemeen voor. We zien gekweekt vingerhoedskruid vaak in tuinen maar de plant komt ook nog in het wild voor. De plant is van oorsprong inheems (Midden-, Zuid- en West-Europa) en staat graag op een lichtbeschaduwde en open plaats. De grond enigszins vochtig maar niet te nat zijn, kalkrijk en humusrijk. Het is vaak zwak zure grond waar vingerhoedskruid goed op gedijt.
Beschrijving blad en stengel
Na de ontkieming ontwikkelt zich een rozet. De rozetbladeren zijn gesteeld en kunnen wel tot 40 centimeter groot worden. De rozetbladeren zijn lang en hebben en elliptische vorm. Een rozet van het vingerhoedkruid doet er minstens één jaar over en geeft dan het tweede jaar een stengel waar de bloemen aankomen. Op de groen tot rode stengel staan zachte haren en de hoogte van de stengel kan wel tot 1 meter 50 centimeter worden. Torenhoog staat de plant tussen de andere bloemen met bovenaan de stengel grote klokvormige bloemen, die in een eenzijdige, aarvormige tros staan. De stengel heeft verspreidstaande stengelbladeren die kleiner, korter en gekarteld zijn dan de onderste rozetbladeren. De stengel heeft schutbladeren waar vaak ook uit de oksel nieuwe bloeiwijzen komen. Niet alleen de stengel, maar de hele plant is behaard met kleine witte haren. De bladeren zijn aan de onderkant enigszins ‘viltig’. De viltige beharing aan de onderzijde, houdt de huidmondjes open, zodat de verdamping steeds door kan gaan.
Beschrijving bloem
De tweeslachtige bloemen zitten aan de top van de stengel en in de oksel van een klein schutblad aan de stengel, en hebben een vijfslippige vergroeide klok. De naar beneden knikkende bloemen zijn buisvormig tot een kelk of klok vergroeid. De bloei is vanaf mei tot en met oktober. De bloemen lijken wel een beetje op een vingerhoed en kunnen 4 tot 5 centimeter groot zijn. Met zijn allen vormen de bloemen een bloeiwijze die we een eenzijdige aarvormige tros noemen. De bloemen staan boven elkaar en wijzen één kant op. Aan de binnenkant van elke klokvormige bloem is een honingmerk te zien van rood-paarse vlekken, omgeven door wit en in de bloem bevindt zich een 'baard' van haren. De bloemen bloeien eerst mannelijk en na een dag of vier komt de stijl met twee stempels. Het vruchtbeginsel is bovenstandig met vier meeldraden.
Bestuiving
De bestuiving geschiedt door hoofdzakelijk door hommels en bijen die helemaal in de bloem gaan. Aangewezen door het honingmerk wat het afwijkend gekleurd patroon van lijnen en vlekjes op binnenkant van de bloem is. De hommel of bij gaat op het onderste deel van de klokjesbloem naar binnen. Door het honingmerk komt het insect bij de nectar achter in de bloem. De hommels kunnen bij de diepliggende nectar komen onder inde buis, dankzij hun lange zuig tong. Hommels met een korte tong kunnen niet bij de diep gelegen nectar kunnen komen, en bijten dan aan de buitenkant een gaatje. Eenmaal in de bloem valt stuifmeel op het lichaampje en wordt meegenomen naar het volgende klokje. Het vingerhoedskruid is een hommelbloem. Andere hommelbloemen zijn springbalsemien, distel, dovenetel en kamperfoelie.
Zaad
Nadat de bloemen zijn bestoven vormt er zich een zaaddoos met tientallen zaadjes. Als de zaden rijp zijn, zullen ze zich massaal verspreiden. De planten zaaien zich dan ook hevig uit. Vandaar de naam onkruid. De tuin komt op deze manier vol met vingerhoedkruid, of men knipt na de bloei de bloemstengel af. Het eerste jaar wordt er een bladrozet gevormd om het jaar erop te groeien tot een bloem. Ook kunnen de bladrozetten het eerste jaar, in het najaar, verplant worden in een stukje tuin waar ze mogen groeien. Of een ander blij mee maken. Vingerhoedskruid sterft ze af wanneer de bloem zaad heeft gegeven.
Vingerhoedskruid is giftig en medicinaal
De plant bevat een hoeveelheid gifstoffen (digitoxine) vooral in de tweejarige bladeren en doosvruchten van het vingerhoedskruid. Digitoxine versterkt de samentrekking van de hartspier en is een sterk werkende stof en niet geschikt om zelf een medicijn van te maken. In Nederland wordt digoxine op de markt gebracht onder de merknaam Lanoxin. Toch zelf aan de slag willen? Vraag dan advies van een arts of fytotherapeut. Het medicinale is dat digitoxine gebruikt wordt bij problemen van het hart, vooral hartritmestoornissen. Gedroogd en tot poeder vermalen blad, in de juiste dosering, is hier zeer geschikt voor, maar leidt in te hoge dosis tot hartverlamming. Laat de juiste dosering over te laten aan een deskundige.
Heksenkruid
Vingerhoedskruid wordt gerekend tot de heksenkruiden. Volgens overleveringsverhalen werden en worden ze gebruikt door heksen en kruidenvrouwtjes wegens de geneeskracht.
Pelorische topbloem
De bloeiwijze van vingerhoedskruid heeft soms, heel soms, op de top van de stengel een pelorische topbloem! Verrassend om te zien. De pelorische topbloem lijkt niet op de klokjes die eronder zitten en die zo kenmerkend zijn voor vingerhoedskruid. De ‘gewone’ klokjesbloem heeft vijf bloembladen en de bloembladen zijn met elkaar vergroeid tot een buis. De 'normale' bloemen staan dezelfde kant uit (asymmetrisch). De pelorische topbloem daarentegen heeft meer bloembladeren (8 tot 14) en de bloembladeren staan symmetrisch rondom de stengel en de bloem is veel groter dan de 'normale' bloemen. De reden dat de pelorische topbloem bij vingerhoedskruid voorkomt is waarschijnlijk omdat de akkerhommel (met een middellange tong van gemiddeld 8,6 millimeter) een voorkeur heeft voor de pelorische topbloem, omdat deze is veel gemakkelijker te bezoeken is.
Naamgeving (Digitalis purpurea)
De naam Digitalis komt uit het Latijns `digitus', wat vinger betekent. De bloem die lijkt op een vinger. De Nederlandse naam van vingerhoedskruid, verwijst evenals de Latijnse naam naar vinger. De vinger die in een vingerhoed past en dient ter bescherming van een vingertop bij het werken met scherpe naalden. Naar de vorm van de bloemen die lijken op een vingerhoed. Purpurea betekent ‘purperkleurig’.