Het geelhartje (Linium catharticum) heeft kleine bloemen
Een wit, klein bloempje met een opvallend geel hart, op de schrale grond tussen de andere bladeren van zomerbloemen en grassen. Een prachtige bloempje aan een dunne en draadvormige stengel, die amper te zien is. De bloem valt pas op wanneer er bewust naar gezocht wordt tussen het gras. Een bloem die zich alleen opent bij zonnig en licht weer en dicht gaat wanneer het licht minder is of minder wordt. Geelhartje is de naam van het tenger plantje met de draadvormige stengel. Een mooi klein plantje uit de vlasfamilie.
Geelhartje (Linium catharticum)
Het geelhartje is een plant welke valt onder de vlasfamilie (Linaceae) en tot het geslacht Linum (vlas) hoort. Het is een inheemse plant en komt van nature voor in Europa en Azië. Het geelhartje is te vinden op drooggevallen zandplaten, duinvalleien, langs heidepaadjes, kalkhoudend schraalgrasland die veel onder water staat en open plekken in moeraslanden. In België (Wallonië) en Nederlands Limburg ook op de droge rotsachtige kalkhellingen.
Beschrijving
De plant is een therofyt of hemikryptofyt. Een therofyt heeft geen winterknoppen en is een éénjarige plant die kiemt, groeit en binnen een jaar afsterft. Een geelhartje als hemikryptofyt is een tweejarige of vaste plant en wordt 5 tot 20 centimeter hoog. De worteldiepte is tot 10 cm. Uit de draadvormige wortels komen 2 tot 3 houtig vertakte stengels.
Stengel
Dunne, draadvormige, groen tot roodvormige stengels met bladeren die tegenover elkaar staan. De onderste bladeren zijn enigszins rond aan de top terwijl de bovenste bladeren lancetvormig en spits aan de top zijn. In het midden hebben de bladeren een nerf en aan de zijkant zijn ze een beetje harig. Op de stengels verschijnt een van juni tot augustus samengesteld gevorkt bijscherm van bloeiende geelhartjes. Een bloeiwijze waar op de hoofdstengel een bloempje staat en onder de hoofdstengel zijstengels die ook een bloem hebben. Onder deze zijstengels staan weer twee zijstengels met geelhartjes. Prachtig om te zien maar heel klein. Piepklein. De vertakte stengels staan loodrecht op elkaar. Voor de bloei zijn de bloemen knikkend.
Bloem
Het geelhartje heeft één- én tweeslachtige bloemen (tweeslachtige bloemen hebben een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn klein en lijken breekbaar, die vóór de bloei ook nog eens voorover gaan hangen. De bloemen staan in de bladoksels en zijn gesteeld en wit. De vijf zacht gestreepte witte kroon(bloem)bladen zijn maar 4 tot 6 millimeter groot en aan de voet geelachtig (het gele hart). Er zijn vijf gewone meeldraden en vijf tandvormige, tot honingklieren omgevormde meeldraden. Elke bloem heeft vier of vijf langwerpige groene kelkbladen van ongeveer 2 tot 3 millimeter en met één nerf. Langs de rand van een kelkblad, groeien min of meer gewimperde klierharen (haren met bovenaan een klierkopje). De bloemen openen zich in de zomermaanden en sluiten zich wanneer het donker wordt of bewolkt is.
De vrucht
De bloemen zijn homogaam wat inhoudt dat de meeldraden en stamper gelijktijdig ‘rijp’ zijn. Aan de voet van de 5 meeldraden (soms 4) zitten aan de buitenzijde 5 honinggroefjes, die honing afscheiden. De helmknoppen staan eerst een eind van de stempels af en zijn later even hoog als de stempels (door het sluiten van de bloem wanneer het minder licht is). Goed voor kruisbestuiving door insecten en later voor zelfbestuiving. De vrucht van het geelhartje is een bolronde, mooie, kleine doosvrucht die met vijf kleppen open springt en het zaad verspreidt. De eironde, roestbruine zaadjes zijn tweelobbig (kiemen met twee kiemblaadjes) en leven langer dan vijf jaar.
Naamgeving van het geelhartje (Linum catharticum)
Linum is het oude woord voor ‘vlas’. Van vlas werd een ‘draad’ gemaakt waarmee linnen geweven werd (en nog). De bloemstengel van het geelhartje is zo dun en teer als draad vandaar de naam linum. Catharticum kan staan voor het vroege Griekse woord katharein wat betekent ‘zuiveren’ en ‘purgeren’ (schoonmaken van lichaam en geest). Dit kan duiden op het feit dat vroeger het geelhartje gebruikt werd als geneesmiddel. De zaden van de plant waren namelijk een goed laxeermiddel en nodig bij verstoppingen. Nog steeds wordt soms de naam purgeervlas, overgeefvlas of laxeervlas gebruikt.
Giftigheid
Het geelhartje heeft een medicinale werking maar is niet echt geschikt om zelf wat mee te maken. Het geelhartje is namelijk giftig. Het is giftig door de cucurbitacines. Organische verbindingen die in veel planten zitten, waaronder dus het geelhartje. Symptomen treden snel op na een inname van slechts een kleine hoeveelheid. Het begint met overgeven, koliekachtige buikpijn en soms hevige diarree. Eveneens kan duizeligheid, veel speekselvorming en hartkloppingen optreden. Wanneer deze symptomen optreden is het raadzaam om een arts raadplegen. Deze giftige stoffen spelen een rol om de plant te vrijwaren om opgegeten te worden door dieren of geplukt te worden door mensen. Overleg met een gediplomeerde fytotherapeut (plant- en kruidengeneeskundige) bij gebruik willen maken van de medicinale werking van het geelhartje.