De slanke sleutelbloem in het wild of gekweekt
De slanke sleutelbloem of Prímula elátior hoort bij de sleutelbloemfamilie of primulaceae. Het is een statige plant met een lange steel en een tros zachtgele bloemen. In Nederland kunnen we de plant op enkele plekjes in het wild tegen komen door bijvoorbeeld te zoeken langs oevers van beken die gevuld met water zijn maar ook droog komen te staan in droge tijden. Deze bijzondere plant is ook te koop bij de tuinder.
Familie sleutelbloem
Het geslacht sleutelbloem (Primula) bevat wel meer dan 500 soorten. Veel gekweekte soorten want de bloemen zijn een genot in de tuin. Mooie vrolijk gekleurde bloemen met soms een geel zonnetje in de bloem. Felle kleuren in paars, geel, rood, roze en wit.
In de botanische naam Primula, zit het woord primus wat betekent; als een van de eersten. En de sleutelbloem bloeit vroeg in het voorjaar. Fijn voor insecten als bijen en hommels, maar ook voor de mens. Om de vrolijke kleur én de bloemen hebben ook nog eens een heerlijk zoete geur.
Soorten
De soorten die in Nederland in de natuur voorkomen zijn:
- de gulden sleutelbloem (Primula veris);
- de slanke sleutelbloem (Primula elatior);
- de stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris).
Stinsenplanten
De slanke sleutelbloem wordt als bijgoed van stinsenplanten gezien. Dit zijn planten die lang geleden van buiten Nederland zijn aangevoerd om te verwilderen en in Nederland hebben kunnen overleven.
De slanke sleutelbloem
Als een bloem in een bloemvaas lijkt het wel. Lange stelen, met mini haartjes, staan parmantig rechtop met een overvloed aan zachtgele bloemen op de top van de steel. Een trosje bloemen van tien tot vijftien zachtgele bloemen, welke een bloemenscherm vormen. In het hart van de bloem is de zachtgele kleur een eidooier gele kleur. De trompetvormige bloemen wijzen vaak één kant op. De gekreukelde bladeren vormen bij de grond een krans of rozet.
Leefgebied
De slanke sleutelbloem is te vinden in bronbossen in heuvelachtige streken, hellingbossen, hakhout, struweelranden in de buurt van kalkgraslanden en broekbossen met stromende beekjes. Beken en riviertjes die geregeld buiten de oevers treden, de bodem drassig maken maar ook weer droog bij droogte. De zwarte els, wilg en es kunnen er goed gedijen. In deze bossen zal de slanke sleutelbloem zich kunnen vestigen en verspreiden. Net als:
- de gevlekte aronskelk;
- gele lis;
- moerasspirea;
- kattenstaart;
- dotterbloem;
- muskuskruid.
De bloeitijd
De bloeitijd van de slanke sleutelbloem (maart tot mei) is nog voor de bladeren goed aan de bomen zitten zodat het invallende zonlicht volop de bosbodem bereikt. De slanke sleutelbloem kan zelfs soms in het najaar nog een keer bloeien.
Plekken ins land waar de slanke sleutelbloem voorkomt
De plekken in ons land waar we de wilde slanke sleutelbloem in ons land kunnen bewonderen zijn:
- Zuid-Limburg;
- het Rijk van Nijmegen;
- Twente;
- Achterhoek.
Vermeerdering
De bloemen van de slanke sleutelbloem zijn tweeslachtig. De bloem heeft zowel een vrouwelijke (stamper) als mannelijke geslachtsorganen (meeldraden). De bestuiving gebeurt door insecten of door de wind (kruisbestuiving). Na bevruchting ontstaat er een langwerpige, eironde doosvrucht met talrijke zaden. De zaden zijn echter zeer kortlevend (minder dan een jaar).
Weetjes
De bloeiwijze van de sleutelbloem lijkt met een beetje fantasie op een sleutelbos.
- Nu wil de legende dat Petrus, als bewaker van de Hemelpoort, een sleutelbos had met gouden sleutels. Op een dag sukkelde Petrus in slaap en liet de sleutelbos los die terechtkwam op aarde. Op de plek waar de sleutelbos was neer gekomen groeide later een prachtige plant met een tros zachtgele bloemen: de sleutelbloem! Vandaar ook dat er vroeger ook wel gesproken werd over Sint Petruskruid of zoals in Duitsland: Himmelslüssel
- In de Noordse mythologie is bij feeën en elfjes de slanke sleutelbloem erg populair. De verschijning van de slanke sleutelbloem lijkt wel een elfje of een goede fee. Lief, blijmakend en mysterieus. Elfjes en feeën die een krans maken van de bloemen voor op het hoofd en dansend door de broekbossen ‘zweven’.
- De plant kan worden gebruikt voor in slaatjes, pannenkoekbeslag en cakebeslag. De bloemen hebben een anijsachtige smaak en de oude namen zoals pannenkoekbloem en bakbloem hebben hier een verwijzing naar.
- De slanke sleutelbloem werd in vroegere tijden medicinaal gebruikt. Tegen reumapijn, verlammingen, stuipen, hoofdpijn, krampen en slapeloosheid. Het ‘verlammingskruid’. De plant bevat namelijk saponine (ook wel zeepstoffen genoemd) en wordt nog steeds als grondstof in de farmaceutische industrie gebruikt.