De Graslelie de makkelijke luchtzuiverende kamerplant

De achtergrond van de Chlorophytum comosum en zijn bijnamen
In Nederland is deze plant ook wel bekend onder de namen Graslelie en Sprietplant. In Duitsland heet hij Grünlilie, Fliegender Holländer, Grüner Heinrich of Brautschleppe (bruidssleep, vanwege de vele afhangende jonge plantjes). Vroeger werd hij in Duitsland ook wel spottend “Sekretärinnenblume” en “Beamtengras” genoemd omdat hij veel in kantoorruimtes te vinden was. In Groot Brittannië heet hij Spider Plant. De naam Chlorophytum komt uit het Grieks. Chloros betekent 'groen' en phytos betekent ‘plant’. “Groene plant” is dus de letterlijke vertaling. Weinig bijzonders qua naam in het Grieks dus! Oorspronkelijk komt de plant uit Zuid-Afrika, als kamerplant werd hij ingevoerd in het midden van de 19de eeuw. Met de naam Chlorophytum comosum wordt eigenlijk de wilde vorm bedoeld; groene bladeren zonder tekening. Wij kennen de graslelie eigenlijk meer van de typische witte streep of strepen die over het blad lopen. Die strepen komen van een van de onderstaande variëteiten die in de loop van de tijd erbij gekomen zijn:- Chlorophytum comosum “Variegatum”: Een wat donkerder groen blad met witte randen.
- Chlorophytum comosum “Bonnie”: Deze variëteit is in 1999 op de markt gekomen, kenmerkend van deze plant zijn de sterk gekrulde bladeren.
- Chlorophytum comosum “Ocean”: Deze variëteit is in 2002 op de markt gekomen en heeft felgroene bladeren met een witte buitenrand, hij wordt ook wel eens “zebragras” genoemd.
- Chlorophytum comosum “Picturatum”: Deze variëteit heeft gele strepen over het midden van de bladeren lopen.
Beschrijving van de plant, uiterlijk en wortelstelsel
De graslelie heeft smalle lange bladeren van 15 tot 46 centimeter lang. De plant zelf kan tot 60 centimeter hoog en evenveel centimeters in doorsnee worden. De plant vormt bloeistengels waaraan kleine vuilwitte bloempjes groeien. Deze stengels gaan hangen en kunnen meterslang worden, na de bloei vormen zich aan de stengels jonge plantjes.
Om de plant naast in leven ook nog mooi te houden een overzicht
- Licht: De plant is erg tolerant wat betreft schaduw maar een te donkere plek zorgt ervoor dat de witte streep smaller wordt. Direct zonlicht kan ervoor zorgen dat de bladpunten bruin worden en het blad geschroeid raakt, een goed verlichte plek maar geen langdurig direct zonlicht is het beste.
- Temperatuur: De plant kan vrijwel elke temperatuur boven de twee graden Celsius goed verdragen, maar groeit het beste bij temperaturen tussen de 18 en 32 graden Celsius.
- Water geven: In de zomer twee of drie keer per week water geven, in de winter één keer per week. De plant zal niet doodgaan als het water geven een keer vergeten wordt. Zorg dat de pot onderin een gaatje heeft waar het overtollige water uit kan wegvloeien, wanneer de wortels te lang in water blijven staan, kan het centrum van de plant gaan rotten.
- Mest: Niet te veel mest geven, een keer per veertien dagen is meer dan genoeg.
- Vochtigheid: In de zomer kan men de plant dagelijks besproeien zolang hij niet in direct zonlicht staat (anders verbranden de bladeren).
- Schoonmaken: Sproeien is voldoende om de plant vrij van stof te houden, de bladeren zijn te smal en te teer om zonder schade schoon te maken met een spons, ook het gebruik van bladglans is niet aan te raden.
- Grond: Gewone potaarde volstaat, aan te raden is om wat hydro-korrels onder in de pot te doen om als drainagemateriaal te dienen, ook kan de plant op hydrocultuur gehouden worden.
- Verpotten: Het wortelstelsel van de plant groeit erg snel regelmatig verpotten in een grotere pot is verstandig.
Vermeerderen van de graslelie

Wat kan er mis gaan?
- De plant lijkt moe en doet slapjes aan: Wanneer het geen gebrek aan water is dan is het mogelijk een gebrek aan voedingsstoffen, kunstmest geven of overpotten met verse aarde.
- Slechte groei met verschrompeld en droog blad: De plant heeft te veel hitte gehad, mogelijk staat hij te dicht in de buurt van de centrale verwarming of warme lamp of heeft hij in de volle zon voor het raam gestaan.
- De witte streep is erg smal of bijna helemaal verdwenen: De plant heeft te donker gestaan.
- De bladpunten zijn bruin of zwart: Dit kan verschillende oorzaken hebben, de meest logische is dat de plant te droog gestaan heeft of teveel aan zonlicht gehad heeft, ook kan het zijn dat bijvoorbeeld de kat aan de punten van het blad heeft geknaagd of het blad is door iets anders beschadigd. Wat ook voorkomt is dat er een teveel aan fluoride, borium of zout in de pot bevindt. Dit kan het gevolg zijn van overbemesting. Je kunt de zwarte of bruine punten af knippen precies langs het randje waar het aangetaste blad overgaat in het gezonde blad. Ook kun je het hele blad verwijderen.
- Rotting in het centrum van de plant: De plant heeft te lang in teveel water gestaan, je moet de plant laten uitdrogen. Giet als er nog water in de pot staat het overtollige water weg, controleer of de bodem van de pot een gaatje heeft zodat overtollig water voortaan weg kan vloeien. Is dit niet het geval verpot de plant dan met droge aarde in een pot die wel een gaatje heeft. Wacht tot de potgrond weer helemaal droog is voor je weer water gaat geven.
- De bladeren zijn dof en grijzig: Mogelijk spintmijt, hiervoor zijn diverse middelen te koop om deze te bestrijden ook zijn er tal van “natuurlijke” methodes, kijk op internet voor de mogelijkheden. Controleer eerst de onderkant van het blad met een loep dan kun je de spintmijt eventueel zien zitten.
- De bladeren zijn doorzichtig en de plant groeit niet: De plant heeft te koud gestaan, mogelijk is hij bevroren geweest.