De vrouwelijke- en mannelijke bloemen van de hopplant
Hop is een kruidachtige klimplant die een groeisnelheid kan bereiken van wel tien centimeter per dag en zo grote lelijke oppervlakten snel kan bedekken. Oppervlakten als kale muren en tuinhellingen. ’s Winters sterft de plant boven de grond af om in het voorjaar weer nieuwe lange stengels te geven. De bloemen van zowel de mannelijke alsook de vrouwelijke hopplant zijn niet zo opvallend maar de groene hopbellen van de vrouwelijke hopplant compenseren dat ruimschoots. Hopbellen die onder andere gebruikt worden in de bierindustrie.
Hop (Humulus lupulus)
Hop (Humulus lupulus) is een meerjarige kruidige klimplant. Het gewas wordt door sommige botanici ingedeeld bij de orde van de brandnetelfamilie (Urticaceae) en in de familie Moraceae (moerbei). Andere botanici zijn ervan overtuigd dat hop tot de Cannabaceae (hennepfamilie) en tot het geslacht Humulus gerekend moet worden. Botanisch gezien heeft de hopplant het meeste vergelijkingsmateriaal met de hennepachtigen en wordt hier dan ook in de meeste gevallen ingedeeld. De voorouder van de Humulus lupulus is waarschijnlijk in China ontstaan. Tijdens het geologische tijdvak het Pleitoceen (dat 2.500.000 jaren geleden begon en 10.000 jaar geleden eindigde) heeft de variëteit Humulus lupulus zich gevestigd in Europa en West-Azië. De snelgroeiende hopplant groeit graag op een iets wat lemige en waterdoorlaatbare zandgrond met genoeg zonlicht. Hop voor de bierproductie heeft een stellage van palen en draden nodig om omhoog te kunnen groeien waar de kweker voor zorgt. In de natuur maken de snelrankende stengels gebruik van struiken en bomen in de buurt om omhoog te kunnen groeien. De ranken kunnen zo wel tot zeven meter hoog worden.
De geschiedenis van het gebruik van hop
Sinds de vroege Middeleeuwen (vijfde tot tiende eeuw) werden de hopplanten al gebruikt. Zo gauw in het voorjaar de jonge ondergrondse uitlopers (een beetje te vergelijken met asperges) van de hopplant boven de grond kwamen, werden ze geoogst en gebruikt als groente. In de elfde eeuw werd hop langzaam gebruikt bij het brouwen van bier en in de 15de eeuw (late Middeleeuwen) werd het een algemeen gebruik om hop te gebruiken bij het brouwen van bier. De hop werd ook gebruikt:
- om te roken wat een soort hypnotiserend effect gaf (een roesje) ;
- door de stengels te verwerken tot vezeltouw waar o.a zakken van geweven konden worden;
- door de bladeren van de hopplant te gebruiken als voer voor de dieren;
- als brandstof (de rest van de nog niet gebruikte hopplant).
Een veelzijdige plant in de 21ste eeuw
Een veelzijdige plant in de middeleeuwen waar alles van gebruikt werd. Maar ook in de 21ste eeuw heeft hop zijn functie nog steeds. Hop wordt nog steeds gebruikt in de bierindustrie. Hop wordt gebruikt in de fytotherapie, een alternatieve geneeswijze waarbij de geest een belangrijk onderdeel van de lichamelijke gezondheid is. Van gedroogde hopbellen wordt in de 21ste eeuw etherische hopolie gewonnen.
Rechtswindend
Kenmerken van de hopplant
In de winter sterft de hopplant af en de hoofdwortel en bijwortels ondergronds zorgen ervoor dat in het voorjaar nieuwe scheuten gaan groeien. Wanneer de scheuten ondergronds gaan groeien kunnen deze als hopscheuten geoogst worden en als een exclusieve groente. In de 21ste eeuw worden deze in toprestaurants geserveerd daar waar het in de 5de eeuw groenten waren voor het armere volk. Hopscheuten als een delicatesse in de 21ste eeuw, die eruit ziet als taugé en een subtiele nootachtige smaak hebben. De hopplant is een tweehuizige plant wat betekent dat er óf mannelijke óf vrouwelijke bloemen zitten aan de hopstruiken. Nooit samen. Hop is niet zelf hechtende slingerplant en heeft een gastheer nodig om omhoog te groeien. Hop is een rechtswindende slingerplant waarvan de stengels zich tegen de zon in naar boven werken.
Stengel en blad
In de loop van april begint de stengel bovengronds te groeien. In amper drie maanden kan de groene en ruwe stengel wel zes meter groeien en de hopplant is dan ook de snelst groeiende klimplant van West-Europa. De roodgesteelde en ruwe bladeren zijn ingesneden en geven drie tot vijf lobben. Ze staan met een hartvormige voet in paren tegenover elkaar. De bladranden zijn gezaagd. Onderaan de bladeren zitten kleine steunblaadjes (stipulen). De steunblaadjes zijn uitgroeisels in de vorm van driehoekige lichtgroene en kleine blaadjes.
Bloei
Vanaf juli bloeien de mannelijke en de vrouwelijke bloemen aan de uiteinden van de stengels. De bladeren op de stengel bij de bloeiwijze zijn in tegenstelling tot de andere bladeren, niet gelobt, veel kleiner en lichtgroener.
Gelobt blad met steunblaadjes.
Blad op een bloeistengel.
Bloei mannelijke hopplant.
De vrouwelijke bloeiwijze
De vrouwelijke bloemen zijn pluimvormig en hangen als lichtgroene katjes naar beneden. Een katje bestaat uit meerdere bloemen en in elke bloem zit in een komvormig bloemdek onder het bovenstandig vruchtbeginsel dat twee stempels heeft. Elk schutblad heeft twee geurende klieren die na de bloei groeien (de zaden). De schutbladeren gaan elkaar overlappen en veranderen in lichtgroene bolletjes van 2,5 tot 3 centimeter, de hopbellen. De zaden zijn 3 mm. De hopbellen vallen uiteen als ze rijp zijn en de zaden op de schutbladen worden door de wind verspreid.
Hopbellen. /
Bron: RitaE, Pixabay
De hopbellen van de vrouwelijke hopplant
De twee geurende klieren onder de schutbladen van de onbevruchte vrouwelijke hopplant bevatten bij rijpheid een geel poeder, lupuline. Lupuline is samengesteld uit bitterstoffen, oliën (hopolie) en looistoffen. De lupuline wordt o.a. aan bier toegevoegd en geeft het bier:
- het bittere aroma;
- de stabiliteit van de schuimkraag;
- de garantie van een redelijke houdbaarheid.
De mannelijke bloeiwijze
Aan de mannelijke planten hangen de mannelijke bloemen in lange, wijdvertakte trossen die alle in schutbladen staan. Het zijn afzonderlijke bloemen met vijf bloembladeren en de bloemdekbladen zijn groen van kleur. Er zijn vijf meeldraden die pollen vrijgeven aan de lucht. De bestuiving geschiedt door de wind.
Mannelijke hopplanten verboden
Wanneer de mannelijke hopplant de vrouwelijke hopplant bevrucht en zaden (hopbellen) geeft, heeft dit een nadelige uitwerking voor het te brouwen bier. De lupuline bij een bevruchte hopbel bevatten namelijk vetten en vetzuren die een zeer nadelige invloed hebben op het schuim van het bier. In gebieden van hopteelt worden alleen de vrouwelijke hopplanten gebruikt en zijn de mannelijke hopplanten niet gewenst. In België is er een wettelijk verbod uit 1971 dat er in de omgeving van de hopteelt, binnen een straal van vijf kilometer rond de hopplantage, de mannelijke hopplant verboden is.