De vijf zintuigen
We weten vast allemaal wel welke vijf zintuigen we hebben. Maar weten we ook hoe ze werken en waar ze zitten?
Wat zijn zintuigen?
Een zintuig is een orgaan dat prikkels waarneemt. Voorbeelden hiervan zijn prikkels van geluid, licht, geuren en aanrakingen. Als deze prikkels waarnemen geven ze een soort van seintje door naar de zenuwen. Via de zenuwen gaat het seintje naar de hersenen. Hierdoor word je bewust van wat je waarneemt.
In de huid liggen ook zintuigen waarmee je dingen voelt. Er liggen vier verschillende zintuigen in de huid:
Alle zintuigen op een rijtje:
- Voelen
- Ruiken
- Proeven
- Horen
- Zien
Voelen
Zintuigen in de huid:
- Warmtezintuigen: De zintuigen waarschuwen je als je in aanraking komt met iets warms.
- Koudezintuigen: Deze zintuigen waarschuwen je als je in aanraking komt met iets kouds.
- Drukzintuigen: Deze zintuigen reageren als er iets op je huid drukt. Ze liggen diep in je huid.
- Tastzintuigen: Deze zintuigen reageren op aanrakingen van je huid. Door dit zintuig kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen.
De opperhuid bestaat uit twee lagen: de hoornlaag en de kiemlaag. De hoornlaag is de bovenste laag en die bestaat uit dode cellen. Deze laag beschermt je tegen beschadiging en uitdroging. Ook beschermt deze laag tegen ziekteverwekkers. Deze laag slijt aan de buitenkant steeds af en word steeds aangevuld vanuit de kiemlaag. De kiemlaag bestaat uit levende cellen. In deze laag worden steeds weer nieuwe cellen gevormd. Hierdoor schuiven de bovenste cellen naar buiten en gaan ze dood.
Door de opperhuid heen steken haren. Naast de haren liggen talgklieren die talg maken. Dit is een vette stof die ervoor zorgt dat de haren en hoornlaag soepel blijven.
Onder de opperhuid ligt de lederhuid. In deze laag liggen de warmtezintuigen, koudezintuigen, drukzintuigen en tastzintuigen. De tastzintuigen liggen in de tastknopjes. Deze tastknopjes liggen vlak onder de kiemlaag. De drukzintuigen liggen dieper in je huid. Verder liggen er in de lederhuid zenuwen met pijnpunten, bloedvaten en zweetklieren. Deze zweetklieren maken zweet, vooral als je het warm hebt. Door de verdamping van zweet koelt je lichaam af. Onder je huid ligt vet opgeslagen. Dit vet dient als reservevoedsel.
Ruiken
Ruiken doe je (zoals iedereen wel weet) met je neus. De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. In het bovenste deel van het neusslijmvlies ligt het reukzintuig. Dit zintuig bestaat uit heel veel kleine reukhaartjes. Als die in aanraking komen met een bepaalde geur wordt het eerst naar de hersenen geleid en dan pas ruiken we dat wat we dan ruiken. Ze zou kunnen zeggen dat je dus met je hersenen ruikt met behulp van het reukzintuig.
Dit neusslijmvlies houdt ook stof en ziektekiemen tegen. Deze blijven dan plakken in het neusslijmvlies. Daarom is het ook beter om door je neus te ademen in plaats van door je mond. Ook is het ruiken heel belangrijk bij het proeven. Denk maar eens aan als je verkouden bent. Als je verkouden bent dan is je smaak ook minder. Als iets bedorven is ruikt het vaak heel vies. Het ruiken waarschuwt ons dus ook voor gevaarlijke stoffen.
Proeven
De smaakzintuigen zitten in de tong. Over de tong lopen heel veel kleine groefjes en aan de zijkanten van die groefjes liggen smaakknopjes. Deze kunnen maar vier verschillende smaken herkennen: zoet, zout, bitter en zuur. Voor ieder van deze vier smaken zijn er weer aparte smaakknopjes. Ook speelt het reukzintuig in je neus een grote rol. Je proeft niet alleen met je tong, je maakt er ook je gebit mee schoon nadat je gegeten hebt. Ook heb je je tong nodig bij het praten, kauwen en slikken.
Horen
Je gehoorszintuigen liggen in je oren. Als je het over je oren hebt denk je vaak alleen aan je oorschelp. Het belangrijkste deel van je oren zit binnen in je hoofd. Met het gehoorzintuig kun je geluiden horen. Geluiden zijn eigenlijk niets anders dan trillingen van de lucht. Het volume van het geluid wordt aangetoond in decibel.
Bij geluiden vanaf 80 decibel kunnen leiden tot gehoorschade. Dit kan al helemaal als je deze geluiden langdurig en vaak hoort. Je kunt dan steeds minder goed gaan horen. Op lange termijn kun je zelfs doof worden. Je kunt ook al minder goed gaan horen als je je mp3 speler of iPod te hard zet. Bij 130 decibel krijg je heel erge oorpijn.
Waaruit bestaan je oren?
De oorschelp vangt geluiden op. Hierna komen de geluiden via de gehoorgang bij het trommelvlies. De geluiden brengen het trommelvlies aan het trillen. In de gehoorgang liggen ook de oorsmeerkliertjes. Deze kliertjes maken oorsmeer. Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel zodat het goed kan trillen. Soms maken ze te veel oorsmeer dan kun je het oorsmeer het beste met een wattenstaafje voorzichtig weghalen. Peuter nooit met iets scherps in je gehoorgang! Je kunt hierbij je trommelvlies beschadigen.
Achter het trommelvlies ligt de trommelholte. Hier zitten de drie gehoorbeentjes. Deze gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis. In het slakkenhuis ligt het gehoorzintuig, dat de trillingen waarneemt. Het gehoorzintuig geeft dan seintjes af via de gehoorzenuw aan de hersenen.
De trommelholte is door de buis van Eustachius verbonden met de keelholte. Normaal is deze buis dicht maar soms kan er te veel lucht in de trommelholte zitten waardoor het trommelvlies bol gaat staan. Hierdoor kan het trommelvlies niet goed trillen waardoor je een suizend geluid hoort in je oren.
Zien
Je gezichtszintuigen liggen in je ogen en zijn hele tere organen ook al liggen ze goed beschermt in je oogkassen. Er zijn nog meer dingen die voor bescherming zorgen. Denk maar eens aan je wenkbrauwen maar ook aan je oogleden en aan je wimpers. Je wenkbrauwen zorgen ervoor dat het zweet niet in je ogen loopt. Je oogleden beschermen je ogen tegen vliegjes en je wimpers beschermen je ogen tegen vuil en tegen fel licht. Onder de huid boven de ogen liggen traankliertjes die traanvocht maken. Als je met je ogen knippert, verdelen de oogleden het traanvocht over de ogen. Traanvocht zorgt ervoor dat je ogen niet uitdrogen en het spoelt ook kleine stofdeeltjes of prikkelende stoffen weg.
Waaruit bestaan de ogen?
Het oog bestaat uit:
- Het harde oogvlies
- De iris: Dit is het gekleurde gedeelte van een oog. Hij kan verschillende kleuren hebben.
- Pupil: Dit is het zwarte rondje in de iris.
- Hoornvlies: Het hoornvlies beschermt de iris en de pupil. Het hoornvlies is doorzichtig.
In beide oogkassen zitten verschillende oogspieren aan het harde oogvlies vast. Deze spieren zorgen ervoor dat je je ogen kunt bewegen. De wand van een oog bestaat uit drie lagen. Daarin zit het glasachtig lichaam. Het glasachtig lichaam is doorzichtig.
De buitenste laag van het oog is het harde oogvlies. Dit is wit en het is een stevig vliesje dat het oog beschermt. Aan de voorkant van het oog gaat het harde hoornvlies over in het hoornvlies. Het hoornvlies is doorzichtig.
De middelste laag is het vaatvlies. In deze laag zitten heel veel bloedvaten en het zorgt voor de voeding van een groot deel van het oog. Het vaatvlies gaat aan de voorkant over in de iris. In de iris zit een opening die pupil wordt genoemd.
De binnenste laag van de wand heet netvlies. Hierin ligt het gezichtszintuig dat seintjes afgeeft via de oogzenuw naar de hersenen. In het midden van het netvlies zit de gele vlek. Dit is een deel van het netvlies waardoor je scherp kan zien. Het netvlies wordt door het glasachtig lichaam op zijn plek gehouden. Achter de iris en de pupil zit de lens. De lens is doorzichtig en zorgt ervoor dat je scherp kunt zien.
Lees verder