De wereld verandert te snel: waar blijf je, brein?
Ongeveer 200.000 jaar geleden liepen de eerste moderne mensen (homo sapiens) rond op onze aarde. Deze moderne mensen leefden vooral om te overleven. Men moest zelf op jacht naar voedsel, eigen onderdak creëren en potentiële partners zien te vinden. Het brein heeft zich in de langzame loop der jaren voortdurend weten aan te passen maar hoe doet het brein dat in een wereld die erg snel verandert? Opa en oma klagen zelfs al dat het allemaal te snel gaat. Kan het brein overleven in het moderne leven van de eenentwintigste eeuw?
Gedrag
Opa en oma weten het allemaal nog zo goed. Vroeger ging het leven er een stuk langzamer aan toe. Minder stress, minder zorgen en ’s avonds lekker vet eten met de stoof op de achtergrond en de bedstee lekker opgemaakt. De wereld anno nu gaat een stuk sneller en is vooral een stuk drukker geworden. Het brein is een uiterst complex orgaan dat nog altijd voor een groot deel een raadsel blijkt te zijn. Elk moment worden er weer nieuwe ontdekkingen gedaan op het gebied van de neurowetenschap. Ondanks onze moderne technieken zijn we er nog altijd niet helemaal over uit waarom bepaalde menselijke gedragingen zich hebben ontwikkeld op een manier zoals we ze vandaag tegenkomen. Hoe gaat het brein bijvoorbeeld om met stress en hoe beschermt het brein zich daartegen?
Hoe het vroeger ging
Ongeveer 200.000 jaar geleden liep de eerste moderne mens rond op onze planeet. Deze
primitieveling moest overleven in een wereld waar wij ons natuurlijk bijna niets meer van kunnen voorstellen. De supermarkt was er niet en helaas ook geen flatscreen voor een beetje vermaak. Nee, onze verre voorouders moesten zelf op jacht voor voedsel. Naar mate de tijd verstreek werden bepaalde kwaliteiten belangrijker om te overleven. Een beter analytisch vermogen ging bijvoorbeeld gepaard met meer voedsel en daarmee ook een verhoging van de levensverwachting en als het even een beetje mee zat ook nog eens een verhoging van het reproductiesucces.
Meer kinderen betekent dat jouw genen worden overgedragen naar de volgende generatie. Dit proces herhaalt zich keer op keer en uiteindelijk blijven er sterke genen over die zich optimaal hebben aangepast aan de omgeving. Omdat dit proces zich alleen kan herhalen als er een nieuwe generatie geboren wordt is het dus ook een uiterst langzaam proces. Wat als de omgeving nou sneller verandert dan er kinderen geboren worden die zich optimaal hebben aangepast aan de omgeving? In zekere zin is dit al gebeurd. Kijk eens om je heen. Kijk eens op straat. Zie je iets waar je ontzettend bang van raakt?
Toekomstige angst?
Over de hele wereld vinden er dagelijks ontzettend veel ongelukken plaats waar een auto bij is betrokken. Vaak zijn deze ongelukken met een dodelijk afloop. De vraag is natuurlijk waarom wij als mensheid elke dag toch nog weer in die stalen doodskist blijven rijden. Wij zouden eigenlijk ontzettend bang moeten zijn voor alle auto’s op straat want ze zijn blijkbaar levensgevaarlijk! Het gekke is natuurlijk dat er wel degelijk voorwerpen of dieren bestaan die bij veel mensen grote angst opwekken.
Ingebakken angst!
Denk eens aan de huisspin. Moet je eens voorstellen dat er nu een vijf centimeter grote huisspin zich achter op je rug nestelt. Krijg je al kriebels? Angst voor spinnen komt vanuit de oerinstinct om gevaar te vermijden. Spinnen, en dan met name de giftige, waren een gevaar en moesten vermeden worden. De angst die opgewekt wordt als je een spin ziet is dus erg voordelig om te blijven overleven. Je gaat zweten, krijgt klamme handen en wil het liefst zo ver mogelijk van het diertje vandaan blijven. Lang geleden was deze reactie dus essentieel en zeer belangrijk. Vandaag de dag zijn wij echter nog altijd bang voor spinnen terwijl de meeste voor de mens ongevaarlijk zijn. De wereld om ons heen is dus te snel veranderd voor ons brein. Het brein kon het niet bijhouden wat resulteert in een onredelijke angst die alleen honderden jaren geleden van essentieel belang was.