Dalkruid of Maianthemum bifolium
Dalkruid komen we onverwacht tegen op een wandeling in het natuurgebiedje Rosdel. Dé aanleiding om wat te vertellen over naam en geschiedenis van deze bescheiden bosbewoner. Een lief maar licht giftig kruid dat vroeger toch medicinaal werd gebruikt.
Weer op wandel, we zijn in Hauthem bij Hoegaarden en wandelen richting L'Ecluse, ja in 't Frans, we wandelen op de taalgrens. Het mooiste stuk van de wandeling noemt Rosdel. Rechts vochtig grasland, moeras, vijvers met riet en slanke sleutelbloem en links de holle weg. Geborgen voel ik mij hier altijd wel een beetje, baarmoeder zeker. De vruchtbaarheid van babyplantjes is hier ook het grootst. We vinden nieuwe scheuten van de heggenrank, die met enig geduld zijn zoekende ranken rond je ringvinger draait. Huwelijk van mens en natuur! Dat zou mooi zijn.
Dalkruid, oude namen
We vinden nog andere plantjes, de dubbele blaadjes van het dalkruid. Het dalkruid Maianthemum bifolium, dat is lang geleden! Maianthemum betekent meibloem, vanwege de bloeitijd, en is afgeleid van maius, mei en anthemos, bloem. Het is nauw verwant aan het Lelietje-van-dalen (Convallaria majalis) en groeit, evenals dit bekende plantje, op schaduwrijke plaatsen. De naam Dalkruid slaat eveneens op zijn groeiplaats: een vallei of dal. Zijn voorliefde om te groeien op belommerde plekken deed de naam schaduwbloempje ontstaan. Waarschijnlijk is deze naam overgenomen van de Duitse volksnaam Schattenblume. De naam Tweebladig dalkruid wijst, evenals de Latijnse soortnaam bifólium, op het bezit van slechts twee blaadjes bi, twee en folium, blad.
Het eenbladt van Dodoens en Brunfels
Al werd vroeger, veel vroeger in 1552 bijvoorbeeld bij Brunfels de plant Einblatt genoemd. Dodonaeus in 1554 noemt haar Eenbladt en voegt hier aan toe: 'naer den Hoochduytschen Einbladt in Latijn Unifolium oft Monaphyllon.' In de periode voordat zij gaat bloeien heeft zich meestal slechts één blad ontwikkeld, later vormt zich met de bloeistengel het tweede blad.
Een leuke, oude naam is Wilde Mietjes, misschien te verklaren uit het feit dat het vroeger was ondergebracht in het geslacht Convallaria (Lelietje-van-dalen). Het Dalkruid is in tegenstelling tot het Lelietje-van-dalen, nooit in tuinen of hoven aangekweekt en dus ging men ter onderscheid spreken van Wilde lelietjes. De wetenschappelijke naam was toen Convallaria bifolia, een naam die door Linnaeus aan de plant gegeven was.
Botanisch wist men geen raad met dit plantje, wat blijkt uit de verscheidene geslachten waar dit kruid in de loop der eeuwen door botanici bij werd geplaatst; we noemen in willekeurige volgorde: Smilacina, Bifólium, Evallaris, Kiophila, Unifolium en Styrandra. Tot dat het uiteindelijk door Schmidt (1763-96) definitief in het geslacht Maianthemum werd ondergebracht. Al of niet vermengd met andere kruiden werd het vroeger aangeprezen bij diverse kwalen en ziekten.
Al was er soms verwarring met Lelietjes der dalen toch beschreef Dodoens het verschil '
als die welcke cleyne witte bloemkens wassen den Meyebloemkens ghelijck maer mindere ende niet sonderlinghe rieckende, naer die welcke cleyne ronde besikens wassen die ierst wit sijn ende naemaels root. En over het gebruik schreef hij '
Die wortel van Eenbladt wordt ghehouwen van sommighen dees tijts/ voor een kostelijck ende seer sonderlinghe dinck ende remedie tseghen die sieckte der pestilentien/ ende alle verghiftheyt/ alsmen tpoeder daer af een half vierendeel loots swaer met goeden wijn oft azijn oft met beyde tsamen/ naer ghelegentheyt van den siecken in neempt ende daer mede gaet ligghen ende wel sweet.
Eenbladt met sijnder wortel is goet gheleyt op die versche wonden/ bewaert ende bescermt die selve van alle verhittinghen ende apostumatien.
Niet mis voor zo'n onooglijk plantje. Veel later in 1814 in de Flora Batava werd alleen nog vermeld dat '
De Bijen azen op de Bloemen. Verder nuttig gebruik van deze Plant is mij niet bekend.
Giftig biotoop
Nu zou ik het dalkruid niet meer opeten. Het is toch enigszins giftig, bevat steroïd-saponinen en groeit ook op plaatsen waar veel andere giftige planten hun stekje gevonden hebben. Zoals Lelietjes van dalen, Eenbes en Salomonszegel. Om het degelijke Duitse www.giftpflanzen.com te citeren 'Die Anwesenheit von Herzglykosiden in der Zweiblättrigen Schattenblume konnte nicht bestätigt werden. Vielmehr enthält die Schattenblume Steroidsaponine, möglicherweise mit Diosgenin als Aglykon. Diosgenin ist auch das Aglykon des im Salomonssiegel (Polygonatum odoratum) vorkommenden Odospirosid.
Spannende plantjes dus op spannende plaatsen.
Namen van dalkruid
- Duits: Zweiblättrige Schattenblume
- Engels: False lily of the valley, May lily
- Frans: Maïanthème à deux feuilles
Standplaats: Op vochtige tot vrij droge, matig voedselarme grond in loofbossen en houtwallen en op andere beschaduwde plaatsen.