Wonderlijke slijmzwammen in het herfstbos
In het bos zijn de meest wonderlijke creaties te bewonderen. Een oranje paddenstoel lijkt als een mandarijntje in het bos. Of tussen de duizenden beukenbladeren op één beukenblad, kleine ‘mannetjes’ met een petje op. Staande op een steeltje. Zo wonderlijk en zo mooi. Slijmzwammen met mysterieuze namen als heksenboter of zilveren boomkussen. Veel soorten slijmzwammen die we tegen kunnen komen in de Nederlandse bossen.
Slijmzwammen (Acrasiomycota)
De benaming slijmzwammen geeft nog steeds aan dat ze bij het rijk der schimmels behoren. Ze hebben echter niets met de onder het rijk van de schimmels vallende paddenstoelen te maken, blijkt uit onderzoek. Slijmzwammen worden dan ook niet meer tot het schimmelrijk gerekend. Samen met andere eencelligen (protisten), zoals amoeben en wieren vormen ze het koninkrijk van de protisten (Protoctista).
Gedrag van de slijmzwam
Slijmzwammen komen veel voor, maar de meeste zijn onopvallend. Slijmzwammen hebben dan wel een niet aantrekkelijke naam, maar het zijn vaak kleine wondertjes door hun vormen, kleuren en gedrag. Ze leven meestal op rottend hout, dode bladeren of op donkere, vochtige plekken. Een slijmzwam bestaat voor het grootste deel van zijn leven uit een massa van protoplasma (het plasmodium) en eindigt met een vruchtlichaam, waarin zich sporen ontwikkelen voor de voortplanting en verspreiding. Het plasmodium omhuld met een week plasmalichaam 'beweegt' over de boomstam of blad en voedt zich met bacteriën en schimmels. Al kruipend een slijmerig kruipspoor achter latend net als een slak. Een slijmzwam is slijmerig bij aanraking, wat de naam slijmzwam verklaart. Ze veranderen van plek maar ook van vorm. Want na voldoende voedselopname en soms onder invloed van het licht gaat een plasmodium over tot de vorming van één of meer grote of kleine vruchtlichamen (vaak met steeltjes.) Wanneer het mogelijk is, is het interessant om het verloop elke dag te volgen. Vooral ook omdat ze maar kort leven.
Zilveren boomkussen
Heksenboter
Oranje buiskussen
Geen schimmel
Slijmzwammen werden in het verleden ingedeeld bij de schimmels (fungi) op basis van hun verschijningsvorm. Sinds het mogelijk is om met behulp van DNA de overeenkomsten te onderzoeken, is pas duidelijk dat slijmzwammen en schimmels geen directe gemeenschappelijke voorouder hebben. De discussie is geweest: horen slijmzwammen dan wel bij de groep van schimmels? En wat is dan het verschil tussen de paddenstoelen behorend tot het rijk der schimmels en slijmzwammen? Is er wel een verschil? Ja, er is verschil. Namelijk:
- De celwand. Paddenstoelen hebben een celwand die bestaat uit chitine (een bouwstof), wat slijmzwammen dus niet hebben.
- Wandelen. Slijmzwammen kunnen zich verplaatsen. Ze laten zelfs een glanzend parelmoerachtig spoor achter. Het kruipspoor, wat paddenstoelen niet doen.
- Navigatiesysteem. Slijmzwammen hebben een soort van navigatiesysteem. Wetenschappers hebben ontdekt dat het slijm wat de slijmzwammen achter laten (het kruipspoor) als een navigatiesysteem werkt. Dat de zwam weet dat het daar reeds geweest is. Een soort van primitief geheugen.
De enige overeenkomst is dat de voortplanting door sporen gebeurt. Door vaak opvallende kleuren zijn de slijmzwammen op te merken. Om de juiste naam eraan te geven is de microscoop bij vele slijmzwammen onontbeerlijk.
Het koninkrijk van de protisten (Protoctista)
De slijmzwammen vallen onder de eencellige organismen (Eukaryote) en bij het koninkrijk Protoctista (protisten of eencelligen). Waar ook de amoeben, veel soorten algen en wieren onder vallen. De schimmel-achtige protisten zijn gegroepeerd in drie subgroepen:
- de echte (of plasmodiale) slijmzwammen (Myxomycotes),
- de cellulaire (of pseudoplasmodiale) slijmzwammen (Acrasiomycota)
- de waterslijmzwammen (Hydromyxomycetes).
Gewone boomwrat
Plasmodiale slijmzwammen
De plasmodiale slijmzwammen of echte slijmzwammen (Myxomycota of Myxogastria) horen bij de stam van de Amoeben en vormen een subklasse van de slijmzwammen. Ze bestaan uit een kruipende eenheid van samengesmolten cellen met celkernen. Er zijn zo ongeveer 10.000 celkernen. Het ziet er vaak uit alsof iets of iemand de maaginhoud eruit heeft gegooid. De aanwezige sporen zorgen voor nieuwe eencellige organismen. De massa is vaak fel van kleur zoals:
- heksenboter;
- rossig buiskussen.
Plasmodiale slijmzwammen zijn het hele jaar door te vinden. Vooral in warme, vochtige periodes gaan ze over tot het aanmaken van sporen. Naar gelang de sporen rijpen veranderen deze van kleur en het vruchtlichaam veranderd mee.
Cellulaire slijmzwammen
Witdekselkalkbekertje
Bij de cellulaire slijmzwammen (Acrasiomycota of Dictyostelia) klonteren de cellen wel samen, maar blijven individueel herkenbaar. Deze slijmzwammen beginnen als amoebe-achtige wezentjes. Eten staat centraal totdat het voedsel op is. Alle individuen gaan zich dan verenigen in één geheel. Een aantal (20%) van de cellen maken samen een steeltje en de rest vormt dan een bolletje of staafje waarbinnen de sporen worden aangemaakt.
Waterslijmzwammen
De waterslijmzwammen (Hydromyxomycetes) leven in zout water. Ze lijken op een grote amoebe en met hun weke verschijningsvorm, laten ze al kruipend een slijmerig kruipspoor achter op aanwezig materiaal in het water. Wanneer de sporen rijp zijn barst het plasmalichaam en worden door het water verspreid. Op een geschikte plek begint de kringloop opnieuw.