Blauwalg in het oppervlaktewater: hoe gevaarlijk is dat?
Blauwalgen (blauwalg) komen altijd in oppervlaktewater voor. Als het buiten warm wordt kan algenbloei ontstaan, er komt heel veel blauwalg. Blauwalg maakt gifstoffen. Het drinken van besmet water kan gezondheidsklachten geven. Vooral kinderen hebben meer kans om die te krijgen, als ze in besmet water gaan zwemmen en daarbij water binnenkrijgen. Wat zijn blauwalgen, wat voor klachten veroorzaakt blauwalg, wat kun je doen? Hoe ontstaat algenbloei? Wat doet de gemeente?
Wat zijn blauwalgen?
Blauwalgen (blauwalg) zijn eencellige organismen, die ook
blauwwieren of
cyanobacteriën worden genoemd. Blauwalgen zijn evolutionair gezien heel oud: ze behoren tot de eerste organismen die op aarde voorkwamen. Over de benaming blauwalgen bestaat nog steeds discussie met betrekking tot de indeling in het rijk van de organismen. Ze vormen een aparte groep, en horen niet bij de algen, ondanks de (verouderde) naam.
Voor geïnteresseerden: blauwalgen zijn dus eencellig, hebben geen celorganellen en leven door middel van fotosynthese, daarom horen ze tot de groep
fotoautotrofe bacteriën. Fotoautotroof betekent dat ze koolzuurgas en voedingsstoffen uit het water gebruiken voor de vorming van plantaardig materiaal. Hiervoor is licht nodig en bij dit proces komt zuurstof vrij. De blauwe kleurstof die kenmerkend is voor de Cyanobacteria - zoals de blauwalgen officieel heten - is
fycocyanine.
Waar komen blauwalgen voor?
Behalve in zoet en zout oppervlaktewater, waar ze van nature voorkomen, komen blauwalgen voor in de grond. Ook op takken en bomen en rotsen zijn ze te vinden. Er zijn soorten blauwalgen die tot een temperatuur van wel 85 graden kunnen overleven, bijvoorbeeld in heetwaterbronnen. Verschillende soorten hebben een samenlevingsvorm met varens, mossen en schimmels (symbiose).
Wanneer geeft blauwalg problemen?
Normaal komt blauwalg in kleine hoeveelheden voor en is dan niet zichtbaar of te ruiken. Er is dan niets aan de hand. Anders wordt het wanneer er een zogenaamde
algenbloei optreedt. Hierbij vermeerdert de blauwalg zich explosief; dit verschijnsel ontstaat onder bepaalde omstandigheden. Het gebeurt als er veel voedingsstoffen in het water aanwezig zijn. Deze overmaat aan voedingsstoffen betekent dat er sprake is van verontreiniging van het water. Weinig wind en stroming in combinatie met een hogere temperatuur (boven de twintig graden) maken de omstandigheden optimaal.
Gevolgen van algenbloei
Tijdens algenbloei vormen de vele blauwalgen een drijvende, olieachtige laag op het wateroppervlak, blauwgroen van kleur. Hierdoor wordt het water troebel en zuurstofarm. Als gevolg hiervan kan vissterfte optreden en stankoverlast ontstaan. Daarbij produceren een aantal soorten blauwalg gifstoffen (cyanotoxines) die voor mensen en dieren schadelijk kunnen zijn als ze ermee in aanraking komen.
Wat voor klachten kan blauwalg veroorzaken?
De gifstoffen kunnen niet door de huid heen, contact gaat via de mond. Klachten die kunnen optreden zijn:
- hoofdpijn
- maagkramp
- misselijkheid, braken
- diarree
- huiduitslag
- koorts
- geïrriteerde slijmvliezen (neus, keel)
- oorpijn
- opgezette oogleden
- opgezette lippen
Er kan zelfs lange termijn schade aan het zenuwstelsel ontstaan door de gifstoffen. Bij volwassenen komen ernstige vergiftigingen maar zelden voor. Het risico voor kinderen is groter: die krijgen nog wel eens water naar binnen tijdens het zwemmen, ze zijn bovendien kwetsbaarder. Ook voor huisdieren is er gevaar: vanwege het drinken van besmet water of het schoonlikken van de vacht na een duik in besmet water.
Wat kun je zelf doen?
- Bij waarschuwing voor blauwalg: vermijd contact met het water, let daarbij op kinderen en huisdieren
- Bij bovenstaande verschijnselen na contact met besmet water: wassen/douchen, de klachten duren ongeveer vijf dagen en gaan vanzelf weg.
Waterschap en gemeente: wat wordt er gedaan?
Het oppervlaktewater wordt in de maanden april tot en met september gecontroleerd op blauwalg door het Waterschap. Wordt die aangetroffen dan worden waarschuwingsborden geplaatst met een
negatief zwemadvies, wat betekent dat contact met het water het beste vermeden kan worden. Het water is dan niet veilig bevonden.
Gemeentes baggeren regelmatig meren, sloten en vijvers uit, waarbij de sliblaag wordt verwijderd. Dit verkleint de kans op blauwalgenbloei. Ook worden verschillende methoden geprobeerd in de strijd tegen blauwalg. Het belangrijkste blijkt echter het verminderen van de verontreiniging te zijn: het gehalte aan fosfaten en nitraten in het water moet omlaag, aangezien die de voedingsstoffen zijn voor de blauwalg.