Sikkelwantsen - bondgenoten tegen plaaginsecten en mijten
Iedere tuinier zou blij moeten zijn als hij of zij sikkelwantsen, ook wel roofwantsen genoemd, in de tuin vindt, want zowel de volwassen wantsen als hun nimfen vallen veel soorten van schadelijke insecten en mijten aan. De sikkelwantsen, waarvan er veel soorten in Nederland voorkomen, zijn bovendien overal te vinden: op de grond tussen bladafval, op planten en sommige soorten tot in de toppen van de bomen. Ze zijn ongeveer 1 cm lang, slank gebouwd en meestal bruin of geelbruin gekleurd en alle soorten zijn rovers en belangrijke bondgenoten in de biologische bestrijding van schadelijke insecten en mijten.
Inhoudsopgave
Uiterlijke kenmerken van sikkelwantsen
Volwassen sikkelwantsen (Orde: Hemiptera; Familie: Nabiidae) zijn slanke insecten van tussen de 6 en 12 mm lang en hebben een gelige of bruine kleur. Ze bezitten een lange, vierdelige steeksnuit die als een sikkel naar onderen gebogen is en waaraan ze hun naam te danken hebben. De antennen zijn lang en draadvormig. Veel soorten Nabiidae hebben korte vleugels en bij sommige zijn de vleugels alleen nog maar korte flapjes. De verdikte voorpoten lijken oppervlakkig op die van de echte roofwantsen (Familie: Reduviidae), maar het zijn geen echte grijppoten. De voorpoten kunnen echter wel gebruikt worden om de prooi mee vast te houden bij het uitzuigen.
Biologie
Traumatische inseminatie
Nabiidae zijn nauw verwant aan bedwantsen (Cimididae) en praktiseren net als zij traumatische inseminatie: de mannetjes, die een gemodificeerde penis hebben, steken die eenvoudigweg in een zwakke plek van het lichaam van het vrouwtje. Het geïnjecteerde sperma migreert dan via de lichaamsvloeistoffen door het lichaam van het vrouwtje, totdat het de eierstokken bereikt. Eieren worden in kleine groepjes in het plantenweefsel gelegd.
Overwinteren
Sommige soorten sikkelwants overwinteren als volwassen dier. In het voorjaar paren zij, waarna de vrouwtjes hun eieren afzetten. Aan het eind van de zomer zijn ze volwassen en ze overwinteren vervolgens onder schors of tussen bladeren. Andere soorten overwinteren als ei. De nimfen komen in mei-juni uit het ei. Deze zijn pas later in het jaar volwassen en zetten weer in de herfst hun eieren af.
Onvolledige gedaanteverwisseling
Sikkelwantsen hebben een onvolledige gedaanteverwisseling, wat wil zeggen dat er geen popstadium optreedt. De nimfen lijken sterk op de volwassen wantsen, maar ze zijn niet geslachtsrijp en hebben nog geen vleugels. De vleugelaanleg groeit bij iedere vervelling. Na de laatste vervelling verandert de nimf in a typische adult en is hij ook geslachtsrijp.
De boomsikkelwants, Himacerus apterus
Uiterlijke kenmerken
De boomsikkelwants heeft een lengte van 8 mm (mannetjes) of 11 mm (vrouwtjes) en is bruin tot roodbruin van kleur. De antennen zijn even lang als het lichaam. De vleugels zijn korter bij de mannetjes dan bij de vrouwtjes. De nimfen zijn donkerbruin.
Biologie
Deze soort overwintert in het eistadium. De eieren die in het najaar in zacht hout gelegd zijn, komen in mei-juni uit. Rond augustus worden de insecten volwassen en zijn ze veel te vinden aan de randen van gemengde loofbossen.
Nut van de boomsikkelwants
Door hun voorliefde van loofbomen zijn boomsikkelwantsen belangrijk voor de biologische bestrijding van schadelijke insecten en mijten in de fruitteelt. Zij vallen allerlei kleine insecten aan, zoals bladluizen, kleine rupsen, cicaden, en ook mijten en de eieren van veel insecten versmaden zij niet.
De miersikkelwants, Himacerus mirmicoides
Uiterlijke kenmerken
De miersikkelwants is tussen de 8 en 10 mm lang. De rand van hun achterlijf (connexivum) is zwart met oranje-rode vlekjes. De onderontwikkelde vleugels zijn roodbruin. Deze insecten kunnen niet vliegen. De poten zijn geelbruin. De nimfen en volwassen dieren leven vooral op de bodem en in lage struiken, waar zij jagen op kleine insecten en mijten.
Nimfen van deze wants zijn zwart en lijken sterk op mieren door hun plaatselijk doorzichtige schild, waardoor het lijkt of ze een 'taille' hebben. Omdat de meeste insecten en andere dieren het niet op mieren begrepen hebben, laten zij deze nimfen met rust, zodat ze ongestoord in de planten en over de grond kunnen rondlopen om te jagen.
Biologie
Miersikkelwantsen overwinteren als volwassen insect. In het voorjaar paren de insecten en de vrouwtjes leggen hun eieren in grashalmen en plantenstengels. Tussen mei en september worden de nimfen volwassen en zij overwinteren in de strooisellaag.
Nut van de miersikkelwants
Miersikkelwantsen vallen een groot aantal kleine insecten en andere arthropoden aan, zoals mijten, bladluizen, cicaden en rupsen. Omdat deze wants, net als de andere sikkelwantsen, geen sterk bewegende prooien aankan, heeft hij een truc ontwikkeld. Als hij een rups tegenkomt, zet hij er een voorpoot op. De rups reageert sterk door zijn lichaam te krommen. De wants herhaalt zijn actie enkele malen, tot de rups aan de aanrakingen gewend is geraakt en niet meer reageert. Op dat moment kan de wants de rups aanvallen door hem te steken.
In de tuin lokken en houden
Volwassen wantsen worden aangetrokken door alfalfa (
Medico sativa), maar ook door venkel en bloeiende wortel, daarom is het aan te raden om enkele van deze planten in de tuin te hebben.