Springsport: De stappen van het nemen van een hindernis
Voor elke paardenliefhebber is het wel duidelijk wat de springsport inhoud. Er is in boeken en op internet voldoende informatie te vinden over hoe de wedstrijden in zijn werking gaan, wat de benodigdheden zijn en wat de benamingen van de hindernissen zijn. Daarin tegenover is er minder te vinden over hoe een sprong het beste genomen kan worden en hoe het paard zich hoort te bewegen op een hindernis. Hoe rijdt u een paard aan, hoe werkingen de verschillende houdingen die het paard aanneemt bij een juiste sprong?Het aanrijden
Met het aanrijden word bedoeld het op de hindernis af rijden. Als een ruiter op een hindernis afgaat moet er in een constant tempo worden gereden. Door middel van druk met de kuiten(beenhulpen) kan de ruiter zorgen dat het paard niet stilvalt voor de hindernis. De ruiter stuurt het paard door beenhulpen en teugelhulpen recht op de hindernis af zodat het paard in balans is voor de sprong. Aan de hand van de hindernis kan de ruiter inschatten hoe snel ze deze moet aanrijden, een breedtesprong vraagt bijvoorbeeld meer snelheid dan een steilsprong. Sommige paarden willen zo graag dat ze op de hindernis af zullen racen. Het is voor de springsport eigenlijk altijd beter als een paard te snel gaat omdat hij graag wilt, dan een paard wat aangespoord moet worden om te gaan. Het racen is deels af te leren en te controleren met verschillende oefeningen.De afzet
Het paard brengt zijn hoofd en hals omlaag om de afzet voor een sprong te bepalen. Tijdens de afzet komt de hals omhoog en brengt het paard zijn achterbenen zover mogelijk onder zijn lichaam. Daarna komt het paard met zijn voorhand omhoog, verkort zijn hals en strekt zijn achterbenen voor de daadwerkelijke afzet van de grond.Wanneer het paard zich afzet is het belangrijk dat de ruiter mee gaat in de beweging van zijn paard. Op het moment dat het paard zich losmaakt van de grond moet de ruiter in verlichte zit gaan zitten en licht contact houden met de teugels. Als de ruiter te vroeg in verlichte zit gaat zitten kan de voorhand belast worden en het paard daardoor zijn balans kwijtraken.
Als de ruiter te laat in verlichte zit gaat zitten komt hij achter de beweging van het paard met het gevolg dat de ruiter aan de teugel gaat hangen en het paard het springen als onprettig kan gaan ervaren.