Tibetaanse zandvos: een vos die in hogere sferen leeft
De Tibetaanse zandvos of gewoon zandvos woont alleen in Tibet, China, Bhutan, Sikkim en een gedeelte van India. Zijn leefgebied bevindt zich op grote hoogte waardoor deze vos zich altijd in hogere sferen bevindt. In China kan deze vos besmet zijn met een soort lintworm die vervelende gevolgen heeft voor de dieren die zijn ontlasting eten en indirect ook voor de mensen. Bij mensen wordt de besmetting niet zo snel ontdekt en is de kans groot dat ze dus jarenlang last hebben van een lintworm en cysten. De Tibetaanse zandvos wordt snel verward met andere vossen die ook wel zandvos genoemd worden zoals de steppevos en Ruppell's vos. Deze vossen zien er heel anders uit en komen in hele andere gebieden voor.
Taxonomische indeling
- Rijk: Dieren;
- Stam: Chordadieren;
- Klasse: Zoogdieren;
- Orde: Roofdieren;
- Familie: Hondachtigen;
- Geslacht: Vulpes.
De Tibetaanse zandvos
De Tibetaanse zandvos of zandvos of (Vulpus ferrilata) kan snel verward worden met de steppevos of de Rüppell's vos die ook wel zandvos genoemd worden maar toch andere vossen zijn dan de Tibetaanse vos en er qua uiterlijk ook anders uitzien. Bovendien komt de Rüppell's vos in de woestijn voor van Afrika en de steppevos op de steppes van Azië. De Tibetaanse vos komt alleen voor in Nepal, China, Bhutan en Sikkim en is niet bedreigd. Deze vossensoort heeft geen ondersoorten.
Uiterlijk
De kleur van zijn zeer zachte vacht is bruin met grijze stukken erin. Zo zijn de wangen bijvoorbeeld grijs. De Tibetaanse vos is niet zo groot en heeft een lengte van ongeveer 65 centimeter. De staart is dik en heeft een lengte van ongeveer 35 centimeter en heeft een witte uiteinde. De snuit is smal en de oren zijn kort en aan de achterkant bruin tot grijs van kleur. De oren zijn aan de binnenkant en de onderkant wit. Deze vos weegt zo'n 5 kilo.
Gedrag
Een Tibetaanse vos jaagt meestal alleen, zoals de meeste vossen. Echter waar de meeste vossen liever 's nachts jagen, jaagt de Tibetaanse vos overdag. Dat is waarschijnlijk omdat hun belangrijkste prooi overdag te jagen is. Soms gaat de Tibetaanse vos een bondgenootschap aan met een bruine beer en jagen ze samen. De beer graaft de prooi uit en als deze probeert te ontsnappen dan worden ze gegrepen door de vos. Vossenparen blijven meestal bij elkaar en jagen vaak samen.
Draagtijd en jongen
De Tibetaanse vos is monogaam. Nadat ze gepaard hebben duurt het ongeveer 55 dagen voordat de jongen, meestal vier, geboren worden. Net als bij de meeste andere vossensoorten worden de jongen in een hol geboren. De holen bevinden zich vaak aan de voet van keien en kunnen wel vier ingangen hebben met een diameter van zo'n 30 centimeter. Na acht tot tien maanden is de vos oud genoeg om er op uit te trekken en zijn eigen leven te gaan leiden.
Leefgebied van de Tibetaanse zandvos
Het leefgebied van de Tibetaanse zandvos is het Tibetaanse plateau in West-China en in India het Ladakh plateau. Ook komt hij voor in de landen China, Bhutan, Nepal en Sikkim. Deze zandvos leeft in hogere sferen namelijk op een hoogte van 3.500 meter tot 5.300 meter. Ook komt hij voor in de steppen en woestijnachtige gebieden van het Tibetaanse plateau. Ze leven hier op de droge tot halfdroge graslanden, ver uit de buurt van mensen of van dichte vegetatie.
Voedsel
Van alle vossen is deze vos het meest een echte carnivoor. Hij heeft een smalle kaak en lange tanden. Hij jaagt op marmotten, hazen, hagedissen en knaagdieren. Het zijn ook aaseters en ze ruimen de karkassen op van muskusherten, blauwe schapen, Tibetaanse antilopen en vee.
Parasiet veroorzaakt ziekten
Tibetaanse vossen in China zijn hebben last van de echinococcus. Dat is een soort lintworm. Het zijn vooral vleesetende roofdieren die last hebben van deze lintworm. Hoewel de dieren wel besmet kunnen zijn met de lintworm kan het wel heel lang duren voordat de besmetting duidelijk wordt. De lintworm leeft in de dunne darmen. Bij de ontlasting van de vos worden er eieren van de lintworm uitgescheiden. Er zijn dieren die deze ontlasting eten en op die manier besmet kunnen worden. Die eitjes komen in het spijsverteringskanaal van de dieren die de ontlasting eten. Daar groeit de larve. Deze larve gaat door de darmwand, komt in de bloedbaan en gaat dan naar de lever. long, hersenen of andere organen. Daar gaat de larve zich nestelen en transformeert de larve in een cyste. Je moet dan voornamelijk denken aan schapen, kamelen, varkens, runderen, geiten en knaagdieren. Mensen kunnen ook besmet raken met deze lintworm als ze deze dode dieren die besmet zijn eten. De mens is dan de definitieve gastheer omdat hij niet meer wordt gegeten. Vossen ten westen van Sichuan hebben ook een besmetting met een soort echinococcus alleen in deze gevallen is de vos de definitieve gastheer.