Havikskruid voor de ogen?
Havikskruid of Hieracium. Dit plantengeslacht is wereldwijd verspreid met de nadruk op het Noordelijk Halfrond en Eurazië. Een volledig overzicht van het gehele plantengeslacht geven is bijna onmogelijk, omdat er zoveel soorten en ondersoorten zijn.
Die verscheidenheid hebben we te danken aan het botanisch verschijnsel dat we ook van paardenbloemen kennen: apogamie (of apomixis). Het zaad kan ontstaan en rijp worden zonder dat er bevruchting geweest is. Het blijkt dat, ofschoon stuifmeel rijkelijk op de stempel terecht kan komen, geen 'kieming' van de stuifmeelkorrel plaats heeft, of, indien dit wèl het geval is, toch geen bevruchting volgt.
Daardoor ontstaan talrijke groepen Hieraciums, die wel op elkaar lijken, maar in detail toch verschillend blijven. Indien men nu deze 'kleine' groepen als soorten wil opvatten, moeten we wel van tienduizend soorten ('microspecies') spreken. Als je dan bedenkt, dat bovendien nog zelfbestuiving (tussen de bloemen van één hoofdje) en bastaardering tussen soorten kan voorkomen, wordt het duidelijk hoe ingewikkeld en moeilijk de indeling van dit geslacht is.
Etymologie havikskruid
De wetenschappelijke naam Hieracium is gewoon vertaald als havikskruid. In de oudheid geloofde men dat haviken het kruid gebruikten als een soort oogdruppels om een scherper zicht te krijgen. Tot na de middeleeuwen volgde men dit goede voorbeeld en gebruikte de mensen het sap in oogwater. Anderen menen dat het 'hierakion' heet, omdat het op hoge rotsen groeit, waar haviken huizen. En een derde verklaring is dat de gestreepte bloemblaadjes op de veren van haviken lijken.
Enkele soorten havikskruid
- Hieracium aurantiacum heeft oranje bloemen. Het blad is sterk behaard en iets kleverig. Hoogte circa tien centimeter, met bloemen tot veertig centimeter hoog. Bloeiperiode: juni - september.
- Hieracium villosum, bloemkleur is goudgeel. Wordt tot dertig centimeter hoog. Bladeren blauwgroen en behaard. Bloeiperiode juli - augustus.
- Hieracium pilosella of Muizenoor. De meest voorkomende over de grond kruipende soort. De bloemkleur is citroengeel en de bloeitijd is van mei tot juni. De bladeren zijn grijsgroen en ongeveer 5 cm. hoog.
Muizenoor en zijn medisch verleden
Eén soort havikskruid die ook medicinaal gebruikt wordt, is Hieracium pilosella of gewoon muizenoor. En die naam verwijst natuurlijk naar de vorm van de kleine blaadjes, die behaard zijn, ook pilosella of pilosus betekent behaard. In alle landen en in alle tijden heeft men er blijkbaar het oor van een muis in herkend. Al in de 12de eeuw heeft Hildegard von Bingen het over 'Museore'. En in Duitsland is het Mausohr, in Frankrijk Oreille de souris en in Engeland Mouse-ear. Wat niet wil zeggen dat er geen andere namen bestaan. Nagelkruid bij Fuchsius (1543) slaat op de vorm van de bloem die iets weg heeft van een ouderwetse nagel en die vorm was weer aanleiding om het kruid te gebruiken om geïnfecteerde hoeven van beslagen paarden te genezen. Bij Tabernaemontanus (1588) klonk dat zo 'dieweil es die vernagelde Pferde heylt'.
Gezien het feit dat al bij Plinius sprake was van het scherpen van de ogen, zal het niet verwonderen dat de plant door de eeuwen heen voor de ogen gebruikt geweest is. In zijn leerdicht 'Moufeschans' schrijft Hondius: 'Havyncx-cruyt van groote cracht / Bij den Vogel eerst bedacht / En van hem ons naergelaten / Comt de ooghen oock te baeten'. Zelfs de wortel om de hals gedragen, zou volgens het 19de eeuws volksgeloof de ogen versterken.
Muizenoor voor nieren en urinewegen
Havikskruiden waren niet alleen goed voor de ogen maar vooral ook urineverdrijvend. Dodoens beval de hele plant reeds aan tegen graveel en blaasstenen. En deze werking heeft de tand des tijd doorstaan, want Hieracium pilosella wordt nu in de moderne Franse fytotherapie opnieuw als diureticum gebruikt. De verse, bloeiende plant, dus gele bloemen, steeltjes en blaadjes, worden in alcohol van 45° in een verhouding van 1 op 5 (bijv. 50gr plant met 250cc alcohol) veertien dagen gemacereerd en daarna gezeefd. Deze tinctuur kan als vochtafdrijvend en ontsmettend middel in een dosering van 3 maal daags 20 druppels gedurende 14 dagen gebruikt worden bij blaasstenen en blaasontsteking.