Boekweit botanisch en geschiedkundig bekeken

In oude natuurwetenschappelijke verhandelingen treft men boekweit vooral aan als voedingsplant en slechts zelden als geneeskrachtig kruid. In vele kruidenboeken blijft het zelfs onvermeld. Het enige wat men er meestal over weet is, het gebruik van boekweitmeel als bereiding voor pannenkoeken. In vakboeken wordt boekweit zelden vermeld bij de opsomming van artsenijkruiden. Nochtans is het een van de interessantste kruiden voor de behandeling van vaat- en aderaandoeningen.

Boekweit, Fagopyrum esculentum botanisch bekeken

Er zijn enkele plantensoorten die niet tot de Grassen­familie (Poaceae) behoren, maar die zoveel gemeen hebben met de granen dat men ze 'schijngranen' noemt. Het zijn planten uit een beperkt aantal families van de dicotylen,de tweezaadlobbigen die droge, niet-openspringende, eenzadige vruchtjes (nootjes) dragen. Die vruchtjes zijn lang houdbaar omdat ze relatief weinig water bevatten en rijk zijn aan zetmeel en eiwitten. Gemalen zaden kunnen tot pap worden verwerkt, er worden koeken van gebakken en vroeger ook bier wordt van gebrouwen.

In Europa gaat het voornamelijk om boekweit (Fagopyrum esculentum), een soort uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae) van het geslacht Fagopyrum MILL.; ook zuring en rabarber horen tot dezelfde familie. Boekweit is een eenjarige plant, groeit tot een hoogte van ongeveer 80 centimeter met op de knopen verdikte stengels die evenals de bladen vaak rood aanlopen. De bladschijf is pijlvormig en langgesteeld.In de bladoksels en aan het einde van de stengels staan de bloemen; wit tot lichtroze. Een boekweitakker ziet er dus heel anders uit dan een graanakker.

De eenzadige vrucht is op doorsnede driehoekig en bij rijpheid ongeveer 5mm lang. Er is enige overeenkomst met een beukennootje, en daar is ook de Nederlandse naam van afgeleid, van boek, beuk en weit, tarwe, ook de wetenschappelijke geslachtsnaam Fagopyrum heeft dezelfde betekenis, van het Latifjnse fagus, beuk en het Griekse pyros, tarwe. De vruchtwand van het nootje is hard en voor het malen moet het vruchtje eerst worden gepeld. Binnen de vruchtwand bevindt zich het zaad, gevuld met endosperm (kiemwit), en een embryo dat gekromd in hetendosperm ligt. Het endosperm is uiteraard het voedzame deel en het bevat ongeveer 70% zetmeel en ongeveer 10% eiwitten, waaronder lysine, een van de essentiële amino­zuren. Het endosperm eveneens het alkaloïde rutine, een van de stoffen die wel eens onder de vitaminen worden gerangschikt (vitamine P). Behalve Fagopyrum esculentum wordt er nog een andere soort gekweekt, de Franse boekweit Fagopyrum tataricum. Waarschijnlijk zijn beide soorten ontstaan uit dezelfde wilde voorouder, de meerjarige Fagopyrum cymosum. De steppe in Midden- en Oost-Azië is het ontstaansgebied van deze soort. De productie is ook in Azië begonnen en pas later naar Europa gekomen. In China, Japan en andere Aziatische landen vormen de twee soorten nog steeds belangrijke gewassen.

Van arm voedsel tot rijk geneeskruid

Via Turkije en Rusland bereikte het boekweitkruid Midden-Europa in de 14de en de 15de eeuw en het is in de 14de eeuw dat boekweit opduikt in de Nürenbergse archieven. Daar werd het verbouwd in de kruidentuinen van hospitalen. Van Hieronymus Bock stamt de eerste uitvoerige beschrijving van de plant in zijn kruidenboek van 1546. Hij is er van overtuigd dat 'Heydenkom' identiek is met 'Ocymum' van Dioscorides. Als indicatie vermeldt hij: 'erweichet den harten bauch I beweget vil windigkeif en 'bringet wieder umb die verlorne Milch. Alleen de diuretische werking 'treibet den harn" kan met de huidige kennis door het flavonoïdengehalte verklaard worden.

Het sap uit het groene kruid werd vroeger gebruikt bij oogaandoeningen en als niesmiddel aangewend: 'Der safft inn die nasen gerochen / und die Augen hart zu gehalten / reinigt das Hirn Und machet niesen. ' Tenslotte vat hij de kracht en de werking ervan nogal relativerend samen door te stellen dat het alleen nuttig kan zijn als voedsel voor de armen en als veevoer.

Teelt van boekweitkruid als medicijn

Tegenwoordig worden twee Fagopyrum-soorten als landbouwgewas aangeplant. Op
farmacologisch gebied is alleen het kruid van de echte Boekweit (Fagopyrum esculentum Moench) van belang.
De aanbouw van boekweit stelt geen hoge eisen wat betreft de grondsoort, en de rijpheid van de vruchten gebeurt op zeer korte tijd, namelijk tussen 10 en 12 weken. Tussen het zaaien en het oogsten van het kruid liggen zowat 7 tot 8 weken. In ieder geval moet de aanbouw en het oogsten zorgvuldig worden gepland, deze is namelijk kwaliteitsbepalend, omwille van het gehalte aan 'rutoside'. Gedurende de vegetatieperiode bereikt het rutosidegehalte zijn maximum in het vroege bloeistadium en vermindert sterk tijdens de vruchtrijping.

De rutoside aanmaak is nauw verbonden met de fotosynthese en wordt sterk bevordert door het licht, beschaduwde planten bevatten merkelijk minder rutoside. De oogst zal daarom het best laat op de dag en eind juni bij de langste dag geoogst worden. Na de oogst moet het boekweitkruid zeer snel en onder hoge temperatuur gedroogd worden (ca. 105°C).

En zo, wordt de plant voor arme zandgrond toch nog een professioneel landbouwgewas.
© 2010 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Boekweit: gezondheidsvoordelen, voedingswaarde en toepassingBoekweit: gezondheidsvoordelen, voedingswaarde en toepassingBoekweit (Fagopyrum esculentum) is een plant uit de duizendknoopfamilie, met kleine zaadjes. De vruchtjes van de plant l…
Boekweitplant tegen spataderenEen oud cultuurgewas, waarvan de zaden al duizenden jaren als graan gegeten wordt, is pas de laatste jaren als geneeskra…
Spataderen natuurlijk behandelenSpataderen en aambeien zijn veneuze aandoeningen die met natuurlijke middelen, zoals regelmatig bewegen, maar ook met ee…
Rutine, een gezonde flavonoïdeRutine is een flavonoïde behorend tot de subgroep flavonol (= een alcohol) en qua structuur zeer gelijkend op een ander…

Viburnum met vaginale geurSoms hebben heel gewone struiken of bomen zo hun geheime kantjes. Oude gebruiken, medicinale toepassingen, magische krac…
Ziektes in bolgewassen bestrijdenZiektes in bolgewassen bestrijdenEr zijn verschillende soorten ziektes waardoor bolgewassen worden geplaagd. Veel van deze ziektes zijn gemakkelijk te be…
Bronnen en referenties
  • Herba, tijdschrift herboristen vereniging. Maart 2006 Meer info bij http://sites.google.com/site/kruidwis/ website van Maurice Godefridi Fagopyrum. An international journal on buckwheat research published by the International Buckwheat Research Association
Herborist (762 artikelen)
Gepubliceerd: 27-07-2010
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Bloemen en planten
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.