De oranjerie, de eerste beschermde plantenteelt

De oranjerie, de eerste beschermde plantenteelt De oranjerie was de eerste vorm van beschermde, overdekte plantenteelt die in Noord-Europa ontstond. Dat gebeurde in de 16de eeuw en was het gevolg van de zeevaart. De exotische planten die ontdekkingsreizigers mee naar huis namen, konden anders de koude, noordelijke winters niet overleven. Zowel de planten als de gebouwen waren echter zeer kostbaar, waardoor de oranjerie lang een statussymbool was voor de allerrijksten. Mettertijd namen de kosten echter af en kwamen er ook serres en kassen. Artikelindeling (interne links)

Wat is een oranjerie?

Een oranjerie is een stenen gebouw met grote ramen naar het zuiden gericht, dat werd en wordt gebruikt om niet winterharde planten in te bewaren. Behalve ramen in de muur en soms ook in het dak, is er meestal een warmtebron aanwezig om de temperatuur hoog te houden. Vroeger stonden de planten in een kuip zodat ze 's zomers gemakkelijk naar buiten konden.

De oranjerie was met name populair in het 17de-eeuwse Noord-Europa. Dat was de tijd dat ontdekkingsreizigers meer dan ooit exotische planten mee terug namen van hun reizen. Liefhebbers en experts wilden deze planten graag zelf telen en onderzoeken, maar ze waren niet bestand tegen de Noord-Europese winter. Daardoor waren er extra voorzieningen nodig.

De naam 'oranjerie' is ontstaan omdat men een voorkeur had voor het telen van citrusplanten. Deze hadden een hoog aanzien en waren geliefd bij de welgestelden.

Historische oranjerieën waren zoals gezegd veelal in handen van de allerrijksten. Ook rijke universiteiten hadden echter vaak een oranjerie in hun botanische tuin.

Voorgeschiedenis beschermde plantenteelt

Het idee om bepaalde planten te beschermen tegen de elementen is op zich vrij oud. De Romeinen bouwden al eenvoudige kassen van mica om de groei van komkommers te bespoedigen. Hierna zou het concept lange tijd in Zuid-Europa blijven hangen. Zo is er bewijs dat er in 1385 in Zuid-Frankrijk een glazen paviljoen stond, ook met ramen op het zuiden, waarin bloemen werden gekweekt.

Het echte begin van het beschermd tuinieren en daarmee van de oranjerie, vond echter plaats in Pisa (1544) en Padua (1545). Op de universiteiten van deze steden werden de eerste botanische tuinen van Europa geopend. Vanaf dat moment zorgde de wisselwerking tussen de groeiende interesse voor botanische studies enerzijds en ontdekkingsreizen anderzijds voor toenemende kennis over en uitvoering van gecontroleerde teelt.

Dat neemt niet weg dat één van de rijkste families van Europa, de Duitse familie Fugger, in 1535 ook al een gebouwtje had voor beschermde plantenteelt. Mogelijk heeft deze familie een rol gespeeld bij het verspreiden van het concept van Zuid- naar Noord-Europa.

Bron: Ivelin Vraykov, Wikimedia Commons (Publiek domein)Bron: Ivelin Vraykov, Wikimedia Commons (Publiek domein)

De eerste oranjerieën

De interesse voor het houden van citrus in te koude streken ontstond vanzelfsprekend pas nadat de sinaasappel de nodige populariteit had verworven als fruit. Dat gebeurde geleidelijk aan tussen de 13de en 16de eeuw en werd tot stand gebracht door Spaanse en Portugese kooplieden.

Dat leidde tegen het eind van de 16de eeuw tot de bouw van de eerste oranjerieën, toen nog anders genoemd (bijvoorbeeld 'sinaasappelhuis'). De kosten, niet alleen voor de bouw maar ook voor het onderhoud en de verwarming waren torenhoog. Behalve universiteiten waren de eerste eigenaars daarom vooral puisant rijke, maar echt gemeende liefhebbers van tuinieren. Oranjerieën die echt alleen maar zijn gebouwd als statussymbool kwamen later pas. Sir Francis Carew, een verwoed tuinierder, baarde rond 1580 bijvoorbeeld veel opzien met de eerste oranjerie van Engeland.

In de lage landen werd de Hortus van Leiden rond dezelfde tijd verblijd met een zogeheten 'ambulacrum'. Dit was een van luiken voorziene bewaarplaats voor niet-winterharde gewassen. Dit telt als de oudste oranjerie van Nederland.
Aanvankelijk was de vorm van zo'n ambulacrum normaal voor een oranjerie. Het waren niet meer dan afgesloten ruimten die 's winters verwarmd konden worden. Pas later ging men beseffen dat planten ook licht nodig hebben en komt er steeds meer glas in de gebouwen.

Popularisering van de oranjerie in de 17de eeuw

In de 17de eeuw krijgt de oranjerie meer bekendheid en raakt zelfs in de mode. Dat begint in de Republiek der Verenigde Nederlanden, waar de zeevaart op dat moment op zijn hoogtepunt is.

Nog gedurende de eerste helft van deze eeuw slaat het enthousiasme over naar Engeland. In die periode waren de verhoudingen tussen beide staten bijzonder warm. Ze hadden samen opgetrokken tegen de Habsburgers, hadden in 1588 samen de Spaanse Armada verslagen en Engeland had de Republiek gesteund tijdens de 80-jarige oorlog. Binnen dat vriendschappelijke klimaat duurde het niet lang voordat een spectaculaire nieuwigheid als de oranjerie de Noordzee overstak. Toen vervolgens in 1652 de eerste zeeoorlog met de Britten uitbrak, was het pleit al beslecht.

 'Nederlandtze Hesperides' / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein) 'Nederlandtze Hesperides' / Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Een belangrijke wegbereider bij de popularisering van de oranjerie was Jan Commelin (1626-1692). Dat was een bekende Nederlandse botanicus en professor plantkunde. Hij was één van de mede-oprichters van de Hortus Botanicus in Amsterdam en verdiende een fortuin met de verkoop van medicinale planten aan apothekers en ziekenhuizen.
Commelin was botanicus in een tijd dat zeevaarders thuiskwamen met tal van planten uit streken als Afrika, Indonesië en ook Zuid-Europa. Bovendien had hij uitstekende contacten bij de VOC. Later in zijn leven gaat hij veel van deze planten dan ook in kasachtige gebouwen telen op zijn buitenverblijf Zuyderhout in Haarlem. In 1676 publiceerde hij tenslotte 'Nederlandtze Hesperides' een eerste standaardwerk over het houden van citrusplanten in een noordelijk klimaat.

In 1703 zou zijn werk worden voortgezet door Hendryck van Oosten, tuinman in de Hortus Botanicus, die een volgend standaardwerk schreef over het telen van citroen- en sinaasappelboompjes.

Dankzij deze twee standaardwerken en de contacten van Commelin, groeide de populariteit van de oranjerie in de Republiek en daarbuiten gestaag. Door het succes in zeevarende naties, veroverde de beschermde plantenteelt vervolgens ook andere streken in de wereld, zoals bijvoorbeeld Amerika.

Ondertussen was de oranjerie trouwens niet meer de enige vorm van beschermde plantenteelt, want de serre of wintertuin en het palmenhuis kwamen ondertussen ook voor.

De 18de eeuw

Een probleem met het bouwen van oranjerieën was lange tijd dat men geen glasvlakken kon maken van een behoorlijke afmeting. Een paneel van 25 bij 40 centimeter was het maximaal haalbare. Het maakte de ramen en daarmee de hele oranjerie zo kostbaar. Gedurende de 18de eeuw kwam hierin verbetering.
Het begon ermee dat de sponningen van steeds betere kwaliteit werd. Dat kwam grotendeels door een nieuwe stopverf, welke in Nederland werd uitgevonden.

Deze eeuw bracht meer vernieuwingen. Werd de oranjerie aanvankelijk nog verwarmd met stoven, haarden, houtskool of kaarsen, rond 1770 werd in de Verenigde Staten de eerste vloerverwarming toegepast. Dat was een belangrijke verbetering omdat de oude verwarming met al zijn walmen een verre van ideale atmosfeer creëerde en de temperatuur niet goed te regelen was. De vloerverwarming zou dan ook zeker terrein winnen.

De 19de eeuw; vernieuwingen

Ondanks de vloerverwarming verloor de oranjerie in het begin van de nieuwe eeuw toch zijn aantrekkingskracht. In de steeds dichter bevolkte woongebieden werd het lastig om een goede plaats te vinden voor het bouwen van een geschikte voorziening. Je had daarvoor een grote tuin nodig met veel zon op het zuiden en dat hadden ook de rijken niet altijd meer.
Bovendien moest het gebouw vaak los staan van het woonhuis om de ramen goed op het zuiden te krijgen. Dat vonden mensen in toenemende mate lastig voor het geval ze in de oranjerie wilden zitten of er visite wilden ontvangen. Men had liever een serre met minder kritieke planten dan citrus, die aan het huis vast zat.

Halverwege de 19de eeuw maakte de oranjerie echter een glorieuze comeback. Dat kwam door belangrijke veranderingen op bouwkundig gebied. Om te beginnen was de productie van glas ondertussen sterk verbeterd, waardoor men veel grotere oppervlakten kon maken. Tegelijkertijd was het tijdperk van de ijzeren constructie in de architectuur aangebroken.

De ijzeren sponning werd zelfs voor het eerst toegepast bij wintertuinen (overdekte tuinen). Daardoor werden deze de aanjager van een geheel nieuw type architectuur: gebouwen die uit louter glas en ijzer waren opgetrokken. Daarbij ontdekte men iedere keer opnieuw weer dat dergelijke gebouwen nóg groter en nóg luisterrijker konden dan men tot dan toe had gedacht.

Crystal Palace interieur 1851 (klik op foto) / Bron: R. Hooghe, Wikimedia Commons (Publiek domein)Crystal Palace interieur 1851 (klik op foto) / Bron: R. Hooghe, Wikimedia Commons (Publiek domein)
In 1847 verrees aldus de eerste echt grote wintertuin in Parijs; het Jardin d'Hiver, ontworpen door Hector Horeau. Helaas werd dit gebouw al snel weer afgebroken.

In 1851, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Londen, bouwde Joseph Paxton met zijn Crystal Palace echter de meest indrukwekkende wintertuin uit de geschiedenis. En hoewel sommigen de industriële stijl niet erg konden waarderen, was het publiek verrukt. Niet alleen het idee van een glazen gebouw sprak tot de verbeelding, maar ook de gelegenheid om te kunnen wandelen in een overdekte tuin.

Vanaf dit moment gingen zowel oranjerieën als serres een nieuwe toekomst tegemoet, hoewel de serre meer dan de oranjerie de erfgenaam is van de 19de-eeuwse wintertuin.

Hedendaagse oranjerieën

Tegenwoordig wordt het woord 'oranjerie' gebruikt naast het woord 'serre', hoewel er niet meer persé citrus in de oranjerie hoeft te staan. Het betekent echter toch niet hetzelfde. Oranjerieën kunnen zowel los van het huis staan als eraan vastzitten. Vaak is het meer een woonruimte met veel planten dan een plantenhuis met ruimte om te zitten. Het belangrijkste verschil met een moderne serre is dat er bij de oranjerie minder glas wordt gebruikt en dat deze vaak wat nostalgischer van uiterlijk is.

Veel historische en met name ook grotere oranjerieën zijn gesrestaureerd en worden nu vaak uitgebaat als restaurant en/of als gelegenheid voor bruiloften en partijen. Enkele historische oranjerieën zijn als toeristische attractie te bezoeken.

Bekende oranjerieën

Historische en bekende oranjerieën die men nog kan bezoeken staan vaak bij kastelen, zoals bijvoorbeeld:
  • De oranjerie van het kasteel van Laken
  • De oranjerie van het kasteel Hof ter Saksen

Twee bijzonder barokke exemplaren zijn:
  • De oranjerie van de Franse Tuin van het kasteel van Versailles
  • De oranjerie van Schloss Schönbrunn in Oostenrijk

Ook zijn er nog altijd oranjerieën in botanische of andere tuinen te vinden zoals:
  • De oranjerie van de Hortus Botanicus in Leiden
  • De oranjerie van de Leuvense botanische tuinen
  • Een klassieke oranjerie uit 1761 in Kew Gardens, Londen
© 2010 - 2024 Varenna, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Tuinkassen: bouwen van een tuinkas voor de tuinTuinkassen: bouwen van een tuinkas voor de tuinEen tuinkas is een goede manier om te voorkomen dat uw planten en groenten niet beschadigd raken. Tuinkassen beschermen…
De mooiste trouwlocaties in de provincie UtrechtDe mooiste trouwlocaties in de provincie UtrechtWoon je in of vlakbij de provincie Utrecht en ben je op zoek naar een bijzondere trouwlocatie? Een mooi kasteel bijvoorb…
Serrebouw: bouwen van een serreSerrebouw: bouwen van een serreHet bouwen van een serre hoeft niet heel duur te zijn. Er zijn kant-en-klare bouwpakketten te koop waardoor het relatief…

Alles over de aardappelAlles over de aardappelDe aardappel is zo gewoon dat het lijkt alsof er niets over te schrijven valt. Toch is dat niet het geval. Zo werd het g…
De Tropische AmandelboomOnder veel Indo's oftewel Nederlanders met een Indonesische achtergrond zal deze boom bekend staan als Ketapang. De trop…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Bullshot, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • www.oakconservatories.co.uk/orangeries.htm
  • E. van Benthem & N. van der Werf - 'Potplanten en hun geschiedenis', in: 'De geschiedenis van de kamerplant.' - Red. I. Stroucken, Utrecht 1991
  • H.H. Arnason - 'History of Modern Art. Painting, sculpture, architecture, photography.' New York 1986
  • www.wikipedia.nl
  • Afbeelding bron 1: Ivelin Vraykov, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 3: R. Hooghe, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Varenna (113 artikelen)
Laatste update: 08-05-2012
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Bloemen en planten
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.