De tulp: al eeuwen in Nederland maar nog geen zwarte tulp
Tulpen zijn erg geliefd door de vele soorten en prachtige kleuren. Ze worden al eeuwen gekweekt nadat de eerste bollen via Oostenrijk en Antwerpen in Nederland aankwamen. Maar het is nog nooit gelukt om een volledig zwarte tulp te kweken. Sommige donkerpaarse soorten komen dicht in de buurt en worden als zwart aangemerkt maar zijn dit eigenlijk niet. Er zit altijd nog een vleug paars overheen. Maar wellicht dat er na 2017 een tijd komt dat het wel lukt om een volledig zwarte tulp te kweken.
Keukenhof en bollenvelden jaarlijks zeer in trek
Nederland staat er om bekend dat er zeer veel tulpen worden gekweekt. De uitvoer van tulpen neemt een belangrijke plaats in, in de export van Nederlandse producten. Jaarlijks bezoeken veel toeristen zowel uit binnenland als buitenland de Keukenhof in Lisse met in het voorjaar een tentoonstelling van allerlei soorten tulpen en ook andere voorjaarsbloeiers. Dit grootste bloemenpark van Nederland is even groot als 64 voetbalvelden. Ook trekt de omgeving van de Keukenhof bussen vol met toeristen die naar de uitgestrekte bollenvelden komen kijken. Toch zijn de bloemen niet het belangrijkst voor de kwekers. Het gaat hen vooral om de bollen waar meer aan wordt verdiend dan aan de bloemen.
Tulpen van Turkije naar Nederland
Een tulp is een plant uit de familie van de lelies. De naam heeft te maken met het Latijnse woord Tulipa, en het Arabische woord Toliban. De tulp kwam voor het eerst voor in Turkije. Daar zag de Weense ambassadeur Ghislain de Busbecq in 1551 de plant in de Turkse stad Edirne en stuurde zaden naar Oostenrijk. Van daaruit bereikte in 1562 een lading tulpen de stad Antwerpen. Ongeveer dertig jaar later verschenen de eerste exemplaren in Nederland. De geschiedschrijving van de botanische tuin in Leiden meldt dat daar de eerste exemplaren werden geplant in 1593. De tuin werd op dat moment geleid door Carolus Clusius.
Zeer hoge prijs voor “Semper Augustus”
In de gouden eeuw waren tulpen zeer populair. Er werd daarom veel geld voor betaald. Volgens de overlevering werd een tulpenbol met de naam "Semper Augustus" destijds verkocht voor een bedrag dat gelijk stond aan de prijs van een huis in Amsterdam. Bijna op hetzelfde moment werd De Nachtwacht van Rembrandt voor amper de helft verkocht. Later werden tulpen in grote getale geplant waardoor de prijzen drastisch verlaagden. Zakenlieden die hadden geïnvesteerd in de bollen op het moment dat ze nog schaars en duur waren werden door de prijsdaling geruïneerd.
Wat gebeurt met de bollen?
Tulpen worden geplant in oktober en november. De bloeiperiode loopt van april tot juni. Voor een beter groeiproces hebben ze een koude winter nodig. In de zomer worden de bollen gepeld en zijn de kleine bollen, die zich rond de grote bol hebben gevormd, geschikt om opnieuw geplant de worden. De oorspronkelijke bol is dan bestemd voor de verkoop naar tuincentra of kwekers. Maar ook heel veel van die bollen worden geëxporteerd en zijn bestemd voor aanplant in parken en tuinen in het buitenland. Een gedeelte wordt gebruikt om in kassen te worden opgekweekt tot snijbloemen.
Aangemerkt als zwart maar er is nog steeds geen volledig zwarte tulp
Twee tulpensoorten die aangemerkt worden als zwarte tulpen, hoewel ze niet volledig zwart zijn, zijn de "Koningin van de nacht" en de "Zwarte papegaai". De naam “Zwarte Tulp” kwam overigens al voor in de negentiende eeuw als titel van een roman "La Tulipe Noire". Dat verhaal gaat over een dramatische tijd in de Nederlandse samenleving. Ook een Museum in Lisse voert de naam “Zwarte Tulp”. En soms zijn er zwarte tulpen op schilderijen verwerkt. Maar in werkelijkheid is er (2017) nog steeds geen volledig zwarte tulp.