Hond versus kat
De hond en de kat: de twee meest voorkomende huisdieren binnen het gezin. Er zijn grote verschillen tussen deze twee. Er zijn hondenmensen en katten mensen, maar ook beiden-mensen. De hond leeft in groepen, de kat leeft het liefst alleen of in zeer kleine groepjes. Een ander verschil zit hem in de voeding en de gezondheid. En tenslotte de voortplanting, die bij hond en kat totaal verschillend verloopt.
Gedrag
Nemen we het gedrag van een hond onder de loep, dan is direct te zien dat deze in groepsverband leeft. Deze groep heet een roedel. Het aanleren van het gedrag word gestuurd door correctiegedrag van roedelgenoten. Dit gebeurt doordat andere groepsleden de hond straffen of belonen. Katten daarentegen leven soms in groepsverband, maar zijn meer op zichzelf gericht. Ze kennen ook geen rangorde, met uitzondering van de leeuw. Meestal leven ze alleen of in kleine familiebanden. Ze leren gedrag aan door het afkijken zelfstudie en vooral door fouten te maken en hiervan te leren. Dieren leren van hun fouten en bij de kat is dit de meest gangbare manier van aanleren. Voor honden geldt daarom dat bij het aanleren van gedrag gebruik moet worden gemaakt van de rangorde binnen de groep. Alleen de hoger geplaatste hond, in dit geval de mens, mag de ondergeplaatste hond straffen of corrigeren. De hond ziet jonge kinderen vaak als zijn lager geplaatste roeelgenoot en meent daardoor dat hij deze ook mag corrigeren. Het is daarom belangrijk dat kinderen nooit alleen gelaten worden met honden. Het opvoeden van katten gaat moeizamer, vaak is het een kwestie van het accepteren van het gedrag. Doordat katten leren van hun fouten, is ongewenst gedrag wel af te leren door bijvoorbeeld op precies hetzelfde moment dat er foutief gedrag getoond word, met bijvoorbeeld een plantenspuit de kat nat te sproeien. De kat schrikt hiervan en zal dit al snel in verband brengen met ongewenst gedrag.
Voeding
Honden en katten zijn beiden vleeseters, jagers. De hond achtervolgt zijn prooi en kunnen zeer goed rennen en hebben een groot uithoudingsvermogen. Ze jagen hun prooi net zolang op totdat deze het van uitputting moet opgeven. Bij klein wild jagen ze alleen, bij groot wild doen ze dit in groepsverband. Honden ruiken goed en hebben een kort en krachtig lichaam, waardoor ze ook zeer goed kunnen rennen. Wanneer ze de prooi dichtbij genoeg genaderd zijn, grijpen ze deze met hun bek bij de keel. Honden eten naast vlees ook groenten. De maag van de hond kan verschillende soorten voeding aan. De maag van de kat daarentegen is veel gevoeliger, een kat zal dan ook zelden groenten tot zich nemen. Katten zijn flexibel en snel, maar hebben minder uithoudingsvermogen. Ze besluipen daarom hun prooi op zeer korte afstand. Dit besluipen kan soms uren in beslag nemen, waarbij ze heel veel geduld hebben en het soms per millimeter vooruit gaat. Het lichaam van de kat is lang en lenig, wat maakt dat ze zeer goed kunnen springen en wendbaar zijn. Ze bespringen hun prooi, wanneer deze vlucht kunnen ze een korte achtervolging inzetten. Bij een te langdurige achtervolging moeten ze het opgeven. Ze grijpen hun prooi met hun klauwen en werken deze tegen de grond, waarna de prooi met de bek bij de nek word gegrepen. Katten leven van oorsprong in dichte terreinen zoals bossen en bergen, honden juist in open terreinen zoals de toendra en steppe.
Gezondheid
Omdat honden in groepsverband leven, komen er natuurlijk vaker infectieziekten voor die weer doorgegeven kunnen worden aan andere roedelgenoten. Daarom moet de weerstand van een hond ook hoog zijn. Honden kunnen dan ook veel ziekten weerstaan en zullen minder snel ziek worden van bepaalde infecties dan een kat. Een kat leeft meestal alleen en daarom is het ook niet belangrijk dat de weerstand hoog is, contact met andere katten is namelijk minimaal. Wanneer katten met meerdere in een ruimte leven, zijn ze veel sneller ziek zoals bijvoorbeeld bij niesziekte het geval is. De weerstand van katten is erg laag en men moet daarom continue uitkijken met besmettelijke ziekten.
Voortplanting
Bij honden is een teef twee tot viermaal per jaar loops. De eisprong is op een vast moment. De loopsheid uit zich door een bloederige afscheiding en een geur die kenmerkend is voor de reuen. Alleen wanneer de teef loops is, is ze bereid zich te laten dekken. Op een ander moment heeft dit voor de teef geen nut, omdat er dan geen eisprong plaats vindt. Na de paring blijven reu en teef nog enige tijd aan elkaar hangen doordat de penis van de reu gezwollen is, dit verhoogt het rendement van de zaadlozing. Bij de kat gaat dit anders in zijn werk. Een poes is een aantal malen per jaar krols ze gaat dan op zoek naar een gewillige kater. Ze laat zich dekken door de kater. Na de paring trekt de kater zich terug, waarbij een haakje aan de penis even achter blijft. Dit haakje veroorzaakt de eisprong. De eisprong vind dus plaats tijdens de paring. om deze reden is een poes meerdere keren per jaar bereidt zich te laten dekken. De poes paart ook meerdere keren achter elkaar op een dag, zelfs met verschillende katers. De hond heeft aan een paring genoeg.