Help! Waarom zijn er molshopen in de tuin en in het gras?
De mol is een zoogdier en een prachtig dier om te zien met zijn glanzend zwarte vacht, spitse roze snuit en zijn korte voorpoten met vingers en nagels die enigszins lijken op een mensenhand. Een mol leeft grotendeels in de grond waar de mol gangen graaft (gangenstelsel) in een leefgebied van ongeveer 2000 tot 3000 m². Overtollige grond bij het graven wordt door de achterpoten naar de aardoppervlakte gewerkt en een molshoop is het zichtbare resultaat. Maar liever niet op het speelgras waar het speeltoestel staat of tussen de planten in de siertuin.
De Mol
De mol (Talpa europaea) is een ondergronds levend zoogdier uit de familie der mollen (Talpidae). De vacht (haren) van een mol is doorgaans donkergrijs tot zwart met haren die elke kant op kunnen bewegen, zodat een mol zich zowel vooruit als achteruit kan bewegen. De vacht is zo dicht dat er geen zand en water doorheen kan. De korte voorpoten hebben lange sterke klauwen om mee te graven. Klauwen met vier vingers en een duim met scherpe nagels. De mol heeft een puntige roze snuit met snorharen en tastzenuwen op neus en staart waar hij of zij de weg mee vinden kan. Een mol heeft kleine slecht ontwikkelde ogen waar de vacht voorzit, maar is niet blind zoals veel gedacht wordt. De mannetjesmol wordt ongeveer 140 millimeter groot en de vrouwtjesmol is iets kleiner.
Molshopen
Molshopen ontstaan tijdens het graven van de mol in de grond. De uitgegraven aarde wordt gebruikt om de wanden van de gegraven gangen te verstevigen en het overtollige zand wordt door de achterpoten naar achteren gewerkt en vervolgens naar buiten geduwd. Op de grond ontstaat dan een molshoop.
Mollenrit
Het gangenstelsel
De mol kan overal waar de grond geschikt is voorkomen. Geschikte grond is niet te zandig, te vochtig, te stenig of te zurig en er is voldoende voedsel te vinden. De mol heeft graag humusrijke grond met een niet te hoge grondwaterstand en permanente begroeiing. Elke mol maakt ondergronds een gangenstelsel en kan per uur veel gangen graven. Een gangenstelsel dient om drie maal daags op zoek te gaan naar voedsel. Voedsel als regenwormen, engerlingen, insectenlarven, naaktslakken en duizendpoten. De mol heeft 40 tot 50 gram voedsel per dag nodig. De mol graaft:
- mollenritten;
- diepe gangen.
Mollenritten
Mollenritten zijn ondiepe gangen tot meestal 60 centimeter of dieper. Diepere mollenritten zijn afhankelijk van het grondwaterpeil. De totale lengte van een mollenrit kan wel 60 meter zijn. Deze vrij ondiepe gangen (mollenritten) zijn soms zo ondiep dat ze bovengronds te zien zijn. Meestal gemaakt door volwassen mannetjes in de paartijd of jonge mollen op zoek naar een eigen territorium.
Molshoop boven een nest
Diepe gangen
Elke mol heeft een eigen gangenstelsel en leeft dan ook alleen, behalve in de lente. Mannetje mol gaat dan op zoek naar een partner om te zorgen voor nageslacht. Alleen dan laat het vrouwtje een mannetje toe in haar gangenstelsel om te paren, eind maart, begin april. Het vrouwtje graaft ongeveer 50 centimeter diep, 25 centimeter breed een nest in de grond dat bestaat uit grassen, bladeren en mos. De molshoop die ontstaat boven het nest is wel drie keer zo groot als de ‘normale’ molshopen. Na een draagtijd van circa vier weken worden gemiddeld drie tot zes naakte molletjes geboren die ongeveer vijf weken later het nest verlaten. Zo rond juli/augustus is er naar het zoeken van een eigen territorium van de jonge mollen wederom een verhoogde kans op mollenritten.
Na de eerste worp in het voorjaar kan er een enkele keer laat in de zomer nog een tweede worp zijn. Mollen worden gemiddeld drie jaar oud.
Klauwen met vier vingers en een duim met scherpe nagels.
Mollen wegjagen
Hoe schattig een mol er ook uitziet, en wetend dat de mol voedsel eet wat niet wenselijk is in de tuin (engerlingen, ritnaalden, emelten en slakken), is de mol in de moestuin, siertuin en in het gras, toch niet welkom. Hem of haar willen we niet doden maar verjagen door gebruik te maken van de sterke punten van de mol, zoals het gehoor en het reukvermogen. Geuren die de mol hopelijk doen vluchten en zoeken naar een ander territorium zijn geuren van onder andere:
- acetyleengas;
- bollen van de keizerskroon (Fritillaria imperialis) of knoflook;
- fosforwaterstof
Ethyn of Acetyleen
Door carbid in de losgegraven molshoop te leggen en daarbij een klein beetje water bij te doen, ontstaat er een dampende chemische reactie, waarbij acetyleengas vrijkomt. Sluit de molshoop zodat het gas zich verspreiden kan. Acetyleengas heeft een scherpe vieze geur en mollen nemen dit ook zo waar. Behandel alle molshopen met carbid. De hoop is dat ze vluchten vanwege de stank en een nieuw gebied zoeken. Ook effectief tegen woelratten en woelmuizen!
Bollen van de keizerskroon
De keizerskroon (Fritillaria imperialis) is een plant uit de leliefamilie (Liliaceae) met een acht tot dertien centimeter winterharde bol. De plant bloeit in april/mei en kan 50 centimeter tot een meter hoog worden. De geur van de bloem is door Wageningse onderzoekers herleid tot een zwavelhoudend terpeen en de geur hiervan geeft de mol een idee dat er een vos boven de grond. De vos is bovengrond een natuurlijke vijand van de mol. Ook van de geur van de bollen houden mollen niet. Teentjes knoflook is eveneens het proberen waard om in alle molshopen te stoppen. Voor de mol is het een penetrante geur.
Fosforwaterstof
Tabletten met aluminiumfosfide worden in de diepere mollengangen gelegd. Deze tabletten zullen reageren op het vocht uit de grond en eveneens een chemische reactie geven. Er ontstaat fosforwaterstof dat zich verspreid door het gangenstelsel. Op grond van het Besluit vakkennis vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen mag dit middel alleen beroeps- of bedrijfsmatig worden gebruikt door personen die in het bezit zijn van een vergunning mollen- en woelrattenbestrijding die is afgegeven of verlengd door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Het gehoor
Naast de reukzin is ook het gehoor van de mol zeer goed om ondergronds prooien te kunnen lokaliseren. Mollen hebben een hekel aan storende geluiden en dit gegeven is te gebruiken om de mol te verjagen door:
- flessen zonder bodem;
- trillingen;
Flessen zonder bodem
Het fluitende geluid van de wind in een fles zonder bodem en dop, houdt de mol op afstand. Steek om de één tot twee meter een fles zonder bodem in een mollenrit, met de hals naar boven. Als de flessenhals boven de grond uitsteekt, waait de wind hierin en door de open onderkant dus ook door de mollengang. Een plastic drinkfles of een glazen wijnfles zijn beide geschikt. Bij een plastic flesje is de bodem er gemakkelijk uit te knippen maar een glazen fles is moeilijker en gevaarlijker. Wikkel tot zes maal een wollen draad op de plek waar de bodem eraf moet. Schuif de wollen draad er voorzichtig af en leg het in een bakje waar je nagelremover bij giet. Laat goed inweken en schuif het dan van smalle kant van de fles (boven) weer op de plek waar de bodem eraf moet. Vul de wasbak in de keuken met koud water (ongeveer 15 centimeter), zet een veiligheidsbril op en doe ovenwanten aan en steek dan de wol om de fles aan en wacht tot het vuur bijna uit is. Laat dan de fles snel zakken in het koude water en de bodem knapt eraf.
Oorzaak-gevolg
Trillingen
Het trillen van de grond maakt de mollen onrustig, waardoor ze hopelijk een andere (trilvrije) plaats gaan opzoeken. Er zijn apparaten te koop die deze trillingen veroorzaken. Naast de mol worden ook veldmuizen en woelratten op een afstand gehouden.
Molshopen in de winter
Komt er een strenge winter als er veel molshopen te zien zijn? Nee, dit is geen voorspellende gave die een strenge winter aankondigt. Wel een koudere periode en de regenworm die niet van kou houdt gaat dieper in de grond. De mol gaat zijn voedsel achterna en eveneens dieper in de grond in. Hij/zij graaft diepere gangen waardoor er meer grond richting oppervlakte gaat en molshopen achterlaat. Bovendien legt de mol wanneer er dieper gegraven moet worden instinctief voorraadkamers met voedsel aan. Extra grond wordt naar de oppervlakte gewerkt en betekent meer molshopen. Het zegt niets over de voorspellende gave van de mol maar alles over oorzaak-gevolg.