Veroorzakers van darminfecties
Infecties van het maag-darmstelsel worden meestal veroorzaakt door micro-organismen zoals bacteriën, virussen en parasieten. Klachten die hiermee gepaard gaan kunnen zeer variëren, maar veelvoorkomend zijn over het algemeen diarree, braken en buikpijn. In ernstigere gevallen kan er ook koorts ontstaan en kan er bloed in de ontlasting komen. Veel van deze ziekteverwekkers kunnen worden opgelopen tijdens reizen naar verre gebieden. Maar welke micro-organismen kunnen nou eigenlijk allemaal infecties van het maag-darmkanaal veroorzaken?
Bacteriën
Escherichia coli
Er zijn verschillende vormen van de Escherichia coli (E. coli) bacterie. Sommigen komen in de normale flora van de darm voor, terwijl andere virulente en ziekmakende eigenschappen kunnen hebben. De EPEC (Enteropathogeen) en ETEC (Enterotoxicogeen) varianten dragen voor een groot deel bij aan de incidentie van diarree in de wereld. In de rijkere landen is vooral EHEC (Enterohemorragisch) de soort van E. Coli die voor diarree zorgt. ETEC komt vaker voor in ontwikkelingslanden en zorgt voor een diarree die lijkt op cholera. EPEC en EHEC zorgen voor diarree die vaak gepaard gaat met bloed in de ontlasting. De incubatietijden variëren van één dag tot één week.
Salmonella
Dit is de bacterie die voor de meeste gevallen van diarree zorgt in de rijkere delen van de wereld. Alle soorten salmonellae, behalve S. (para)thypi, komen voor bij dieren. Het wordt overgebracht op mensen via besmet voedsel. Het gaat bij salmonella meestal om onvoldoende verhitte eieren, kip of vlees. De incubatietijd is zes uur tot twee dagen.
Campylobacter
Campylobacter is een Gram-negatieve staaf bacterie. Ook deze bacterie is een van de meest voorkomende veroorzakers van diarree bij mensen. Het gaat in de meeste gevallen om campylobacter jejuni. Er is net zoals bij salmonella sprake van een dierenreservoir. De bacterie wordt vervolgens overgebracht door besmet voedsel. Het gaat bij campylobacter meestal om besmette kip, melk of water. De incubatietijd is twee tot elf dagen.
Cholera
Acute cholera infectie wordt veroorzaakt door de Gram-negatieve bacterie Vibrio cholerae. De bacterie komt voor in water en leidt alleen bij mensen tot ziekte. Je kan ziek worden door direct van het besmette water te drinken of door voedsel afkomstig uit het water of gewassen in dit water te eten. De symptomen worden veroorzaakt, doordat de bacterie een enterotoxine produceert, waardoor je veel vloeistof en elektrolyten verliest. Het grootste risico bij cholera is uitdroging. Om deze reden wordt er in geval van cholera behandeld met orale rehydratievloeistof (ORS) om de vochtbalans van de patiënt weer op peil te krijgen. De incubatietijd bedraagt twee tot drie dagen.
Shigella
Infectie met shigella wordt ook wel shigellosis of bacillaire dysenterie genoemd. Net als bij cholera is er geen sprake van een dierlijk reservoir. De bacterie wordt meestal overgedragen via de fecaal-orale route. Er zijn maar weinig organismen nodig (10-100) om ziekte te veroorzaken. Het komt vooral voor op plaatsen met slechte sanitaire voorzieningen en slechte hygiëne.
Clostridium perfringens & Bacillus cereus
Beide soorten bacteriën kunnen toxines produceren die voor darmklachten kunnen zorgen. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden. Toxinen van B. cereus komen met name voor in plantaardige producten, zoals rijst. De incubatietijd is zeer kort, klachten treden op één tot zes uur na inname van besmet voedsel. Toxine geproduceerd door Clostridium perfringens zorgt vaak voor soortgelijke klachten, maar klachten treden bij infectie met C. perfringens pas na acht tot achttien uur op.
Clostridium difficile
C. difficile is de meest voorkomende oorzaak van in het ziekenhuis opgelopen diarree. Infectie treedt op bij het gebruik van breedspectrum-antibiotica. Antibiotica zorgen voor een verstoring in de samenstelling van de darmflora, waardoor C. difficile de kans krijgt om uit te groeien.
Staphylococcus aureus
S. aureus produceert enterotoxinen die bestendig zijn tegen de enzymen en het milieu van de maag en de dunne darm. De bacteriën groeien bij kamertemperatuur. Bij verhitting van het voedsel, meestal vlees, wordt de bacterie misschien wel gedood, maar het toxine blijft aanwezig. Bij infectie treden vooral maagklachten, zoals misselijkheid en braken, op.
Listeriose
Listeriose is een bacteriële infectie met Listeria monocytogenes, die zich meestal uit als meningo-encefalitis of sepsis. Soms gaat dit ook gepaard met klachten van het maag-darmkanaal. Besmet voedsel is vrijwel altijd de bron van de infectie. Ziekteverschijnselen doen zich vooral voor bij zwangeren, pasgeborenen en immuno-incompetente personen, zoals patiënten die onder behandeling zijn van cytostatica. De incubatietijd bedraagt gemiddeld twee tot vier weken.
Protozoa
Entamoeba histolytica
Deze protozoa komt vooral voor in tropische gebieden. De thropozoite stadia van de amoebe leven op de mucosa van de dikke darm. De gevormde cysten verlaten vervolgens het lichaam via de feces. Deze kunnen, wanneer ze door slechte hygiëne in drinkwater of voedsel terecht komen, anderen mensen infecteren. Infectie met de Entamoeba histolytica kan leiden tot milde diarree of tot ernstige amoebe dysenterie. In sommige gevallen kunnen er ernstige complicaties optreden. Zo kan een thropozoit zich via het bloed naar de lever verplaatsen en daar voor een abces zorgen.
Giardia lamblia
De thropozoiten van Giardia lamblia komen vooral voor in het bovenste deel van de dunne darm. De cysten verlaten het lichaam via de feces en kunnen buiten het lichaam nog weken overleven. De transmissie van deze protozoa verloopt vaak via besmet water. Bij inname van slechts enkele tientallen cysten wordt men al ziek. Een infectie kan asymptomatisch zijn, maar kan ook voor diarree zorgen. Deze kan in sommige gevallen vanzelf overgaan en duurt dan ongeveer zeven tot tien dagen, maar deze kan ook chronisch worden.
Wormen
Ascaris lumbricoides
Deze worm wordt in het Nederlands ook wel aangeduid als spoelworm. Transmissie verloopt via het innemen van de eieren. De eieren moeten enkele dagen bij optimale condities in de darm kunnen incuberen om verder uit te groeien. De larven die daarna vrijkomen, kunnen zich vervolgens door de darmwand heen verplaatsen. Vanuit daar komen ze in het bloed en gaan ze via de lever naar de longen. Ze gaan omhoog via de bronchiën en trachea en worden dan weer opnieuw ingeslikt. De volwassen worm blijft in de darm waar hij eieren produceert.
Taenia
Deze worm staat ook wel bekend als de lintworm. Besmetting vindt plaats via larven die zich bevinden in vlees. Eieren of proglottiden van deze worm komen terecht in de feces.
Schistosoma
Deze worm wordt ook wel tropische platworm genoemd. Het is de veroorzaker van schistosomiasis, ook wel bilharzia genoemd. Eieren van deze worm kunnen terecht komen in de feces en/of de urine. De besmette urine kan vervolgens in water terecht komen. Hier ontwikkelen de eieren zich tot larven met behulp van een tussengastheer, de zoetwaterslak. Deze larven zijn in staat de huid te penetreren. Er kan een allergische reactie optreden als gevolg van schistosomiasis: het Katayama syndroom.