Ziekte: Ademhalingsstelsel
Het ademhalingsstelsel bestaat uit de longen, het middenrif met de tussenribspieren en de luchtwegen. Via dit stelsel vindt uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats tussen het lichaam en de omgeving. Zoals je je dan wel voor kunt stellen, kan in dit gebied van het lichaam veel fout gaan. Een aantal bekende ziektes die voor kunnen komen binnen het ademhalingsstelsel zijn astma, bronchitis, hooikoorts etc. Helaas bestaan er nog vele andere ziekten, waar hier verder op in gegaan wordt:
Het ademhalingsstelsel
Om de ziektes beter te kunnen begrijpen, zullen eerst de belangrijkste onderdelen en hun functies van het ademhalingsstelsel uitgelegd worden.
Ademhaling
Het ademhalingsstelsel bestaat uit de longen, het middenrif met de tussenribspieren en de luchtwegen. Via dit stelsel vindt uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide plaats tussen het lichaam en de omgeving. Zoals je je dan wel voor kunt stellen, kan in dit gebied van het lichaam veel fout gaan. Een aantal bekende ziektes die voor kunnen komen binnen het ademhalingsstelsel zijn astma, bronchitis, hooikoorts etc.
Helaas bestaan er nog vele andere ziekten, waar nu verder op in gegaan wordt: Asbestose, Astma, Bronchitis, Hoogteziekte, het Pickwick syndroom, Pleuritis, Pseudokroep, Roodvonk, Sarcoïdose, Slaap apneu, Tuberculose en Veteranenziekte
Je ademt de lucht in door je neus- en keelholte, daarna komt de lucht via je luchtpijp in de longen waar de uitwisseling van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) plaatsvindt.
Neusholte
In de neusholte zit het trilhaarepitheel, dit is slijmvlies met trilhaar. De haren en het slijm in de neusholte houden grove stofdeeltjes tegen. Het slijm dat in je neus wordt gemaakt wordt door de bewegingen van de trilharen langzaam naar je keel gevoerd waar het samen met de grove stofdeeltjes wordt doorgeslikt.
Keelholte
De huig (een lelletje achter in je mond) in de keelholte, sluit de neusholte af bij het slikken. Het strottenhoofd is het bovenste deel van de luchtpijp. Dit beweegt op en neer als je slikt. In het strottenhoofd zitten het strotklepje en je stembanden. Het strottenklepje sluit de luchtweg af bij het slikken. De stembanden zijn verbonden met spiertjes en kraakbeen. Als je door je mond en dus je keelholte ademhaalt, worden er minder grove stofjes tegengehouden. Het is daarom beter voor je longen als je door je neus inademt.
Luchtpijp
De luchtpijp (trachea) ligt voor de slokdarm. Het slijmvlies van de luchtwegen is bedekt met vele trilharen net als in de neusholte. Door kliercellen in het slijmvlies wordt slijm aangemaakt. Stofdeeltjes en bacteriën, die tijdens de inademing mee naar binnen zijn gekomen, worden in het slijmvlies gevangen. Door de beweging van de trilharen bewegen ze omhoog naar de keelholte, waar ze worden ingeslikt. Kraakbeenringen houden de luchtpijp open en voorkomen het dichtklappen van de luchtpijp.
Bronchiën
Dit zijn de vertakkingen van de luchtpijp naar de 2 longen toe. Kraakbeenringen houden de bronchiën net als de luchtpijp open en voorkomen het dichtklappen.
De longen zijn twee elastische zakken met dunne wanden, die in de borstholte liggen. Door bewegingen van de borstkas kunnen ze vergroot of samengedrukt worden, zodat lucht ingeademd en uitgeademd wordt. In de longen vindt dus uitwisseling tussen zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2) plaats.
De luchtpijp (trachea) verdeelt zich in twee bronchiën, die zich in de longen in kleinere vertakkingen verdelen (bronchioli). Deze vertakken zich verder en eindigen in een massa van longblaasjes. De longblaasjes zijn omwikkeld door haarvaten.
Het longvlies en het borstvlies
Het longvlies beschermt de longen en is vergroeid met de buitenzijde van de longen. Het borstvlies is vergroeid met de binnenwand van de borstkas en het middenrif. Tussen het long- en borstvlies zit een vloeistoflaagje, waardoor de longen en borstkas niet met elkaar in aanraking kunnen komen. Bij het ademen zorgt het vloeistoflaagje ervoor dat er weinig wrijving bestaat tussen longen en borstkast. Het vloeistoflaagje zorgt er ook voor dat beide vliezen aan elkaar blijven kleven (adhesie) als de borstkas uitzet.
De ziekten
Enkele Syndromen, van A tot Z die niet in de genen zitten:
Asbestose
Asbestose, ofwel asbestlong , is een aandoening van de longen als gevolg van het inademen van lange (5-20 micrometer) asbestvezels, hiervan is de `blauwe' asbest (crocidoliet) de meest gevaarlijke. Door deze stoffen die diep in de kleinste luchtwegen of zelfs in de longblaasjes terecht kunnen komen kan voortschrijdende littekenvorming (fibrose) in het longweefsel optreden.
Gevolgen
De asbestdeeltjes zorgen voor het vormen van extra bindweefselvezels. Hierdoor wordt het longweefsel stug en wordt de opname van zuurstof door de longblaasjes bemoeilijkt. Het ademhalen wordt daardoor steeds moeilijker. Asbestose is vooral van belang omdat zij aanleiding kan geven tot
longkanker , vooral in combinatie met het roken van sigaretten. Longkanker (bronchuscarcinoom) komt bij asbestwerkers vaker voor dan bij andere bevolkingsgroepen.
Symptomen
De toegenomen ademarbeid en de gestoorde gaswisseling leiden samen tot een verminderd uithoudingsvermogen en toenemende kortademigheid. Dikwijls heeft de patiënt een hinderlijke, droge prikkelhoest.
Astma
Astma is een aandoening van de luchtwegen. Normaal zijn de luchtwegen wijd genoeg om gemakkelijk in- en uit te ademen. Bij astma zijn de luchtwegen van tijd tot tijd vernauwd. Er kan minder lucht doorheen, het ademen gaat moeilijker en u wordt benauwd.
Hoe ontstaat astma?
Bij astma zijn de luchtwegen overgevoelig voor bepaalde prikkels. Als reactie op deze prikkels trekken de spiertjes rond de luchtwegen samen. Het slijmvlies langs de binnenkant van de luchtwegen zwelt op en produceert meer slijm, waardoor de luchtwegen nauwer worden. Erfelijkheid speelt voor het hebben van astma een rol.
Belangrijke prikkels die een reactie van de luchtwegen kunnen veroorzaken, zijn:
huisstofmijt, huidschilfers van huisdieren, schimmels, en stuifmeel van bomen, planten of gras. We noemen dit ook wel allergische prikkels.De luchtwegen kunnen ook op andere prikkels reageren, zoals rook, chloorlucht, baklucht, kou, stoom en mist. Ook lichamelijke inspanning en verkoudheid of griep zijn prikkels die benauwdheid kunnen veroorzaken. Meestal reageren de luchtwegen direct na de prikkel, soms pas na uren. Niet iedereen reageert op dezelfde prikkels.
Gevolgen
Astma gaat niet echt over. Het kan zijn dat u jarenlang geen klachten heeft, maar de aanleg voor astma blijft aanwezig. Met de bepaalde adviezen voor astmapatienten en medicijnen kunt u ervoor zorgen dat u zo weinig mogelijk last heeft van uw astma.
Symptomen
Last van benawdheid en slijm in de luchtwegen. De ademhaling kan gepaard gaan met piepen, brommen of pruttelen. Moeheid, doordat ademhalen moeite kost.
Bronchitis
Acute bronchitis is een ontsteking van de ‘lagere’ luchtwegen, waarbij de wand van de bronchiën is ontstoken. Meestal ontstaat acute bronchitis na een verkoudheid, keelpijn of griep. Zo'n infectie in de hogere luchtwegen kan de lagere luchtwegen 'aansteken'. De luchtwegen maken dan meer slijm. Dit komt naar boven: hierdoor wordt slijm opgehoest. Met hoesten worden de virussen of bacteriën die de ontsteking veroorzaken verwijderd. Acute bronchitis gaat vanzelf over, meestal binnen twee weken. Als de patient rookt, kunnen de klachten langer aanhouden.
Acute bronchitis treedt vooral op in de winter. Bij het hebben van bijvoorbeeld astma, heeft een persoon meer kans om acute bronchitis te krijgen na een verkoudheid of griep.
Symptomen
Na een verkoudheid of griep blijft het hoesten. Vaak is het eerst een droge hoest, maar na enkele dagen moet u slijm ophoesten. Korademigheid of een piepende ademhaling zijn wijzen vaak ook op bronchitits.
Hoogteziekte
Hoogteziekte kan optreden als de persoon te snel naar een hoogte gaat van meer dan 2500 meter. Hoogteziekte is een signaal van het lichaam: ga niet hoger. Als u dit negeert kan dit leiden tot ernstige klachten. Hoog in de bergen zit er veel minder zuurstof in de lucht, waarop het lichaam zich aanpast. Vanaf 2500 meter ontstaan er veranderingen in het lichaam; een diepere ademhaling, en het aanmaken van meer rode bloedcellen, die bindingen aangaan met zuurstofmoleculen. Boven ongeveer 3000 meter gaat zelfs de hartslag omhoog.
Symptomen
Hoogteziekte kun je herkennen aan kortademigheid, hoofdpijn en misselijkheid. Daarnaast kan het zijn dat de persoon slecht slaapt, of geen trek heeft in eten. Hoe hoger, des te wankeler ter been, veel moeite met praten en verwardheid.
Het Pickwick Syndroom
Het Pickwick syndroom ontstaat bij ernstig overgewicht. Vet rond de hals en de longen maakt het moeilijker om te ademen tijdens de slaap. Het zuurstoftekort heeft verder invloed op het hart. Dat moet extra hard werken om overal genoeg zuurstof heen te pompen. Het kan daardoor overbelast raken, waardoor onder andere hartritmestoornissen ontstaan.
Symptomen
Mensen met dit syndroom slapen slecht en zijn overdag moe. Ochtendhoofdpijn en opgezwollen benen komen ook veel voor. Behalve extreme vetzucht komen ook voor: slaperigheid, blauwzucht, hartvergroting met hartzwakte, onregelmatige ademhaling en spiertrekkingen. Alle symptomen zijn waarschijnlijk een gevolg van de vetzucht.
Pleuritis
Pleuritis is een ontsteking van de pleura, het borstvlies dat de longen omgeeft. Pleuritis wordt meestal veroorzaakt door een (virus)infectie, een longontsteking of tuberculose. Ook bij longembolieën en bij sommige vormen van kanker kan pleuritis ontstaan.
Symptomen
De ontsteking kan pijn geven met in- en uitademen. Ook kan zich door de ontsteking vocht in de borstholte ophopen, soms meer dan een liter. Pijn links en/of rechts op de borst of rug, vooral bij diep ademhalen of kortademigheid vooral bij inspanning wijzen soms op pleuritis.
Pseudokroep
Pseudokroep komt vooral voor bij kinderen van 6 maanden tot vijf jaar. Het kind is niet ziek, soms alleen verkouden. Pseudokroep wordt door een virus veroorzaakt. De slijmvliezen van de stembanden en bovenste luchtwegen raken ontstoken en zwellen op. Daardoor wordt het kind hees, gaat het hoesten en krijgt het moeite met inademen. Angst en huilen maken het ademhalen nog moeilijker
Gevolgen
Een aanval van pseudokroep gaat vanzelf over. Binnen enkele uren zijn de verschijnselen verdwenen en kan het kind weer gaan slapen. Een aanval van pseudokroep kan één keer voorkomen, of een aantal avonden achter elkaar. Soms zijn er aanvallen met grotere tussenpozen.
Symptomen
Het kind is dan benauwd. Het inademen gaat moeilijk en gaat gepaard met een gierend geluid. Het kind heeft een luide blafhoest en is soms hees. De temperatuur is normaal of hooguit rond de 38 graden.
Roodvonk
Roodvonk wordt door een bacterie veroorzaakt. De ziekte is niet erg besmettelijk. De bacterie wordt vooral bij hoesten of praten via druppeltjes in de lucht overgedragen. Na besmetting met de bacterie duurt het twee tot zeven dagen voordat er ziekteverschijnselen optreden. Roodvonk is de eerste tien dagen besmettelijk. Bij behandeling met antibiotica is de ziekte na twee dagen niet meer besmettelijk
Gevolgen
Roodvonk gaat over het algemeen binnen een week tot tien dagen vanzelf over. Het is zelden dat er complicaties ontstaan, zoals een ontsteking van de nieren, de gewrichten of de hartkleppen. Wanneer iemand voor een tweede keer roodvonk krijgt, verloopt de ziekte minder ernstig.
Symptomen
Roodvonk begint plotseling met verlies van eetlust, keelpijn, snel oplopende koorts (soms tot 40 graden) en pijnlijke klieren in de hals. Soms gaat het gepaard met overgeven of buikpijn. De tong wordt eerst wit en na drie dagen rood, dik en bobbelig (frambozentong). Op de tweede dag ontstaat een rode uitslag op de borst. Deze uitslag (rode puntjes op een rode achtergrond) voelt ruw aan en jeukt niet. De uitslag verspreidt zich over het hele lichaam, vooral naar de oksels en de liezen. De huid rond de mond blijft bleek. De koorts daalt binnen drie tot vijf dagen. De uitslag verdwijnt enkele dagen later. Na twee tot drie weken kan de huid vervellen, vooral aan de handen en voeten.
Sarcoïdose
Sarcoïdose is een aandoening waarbij ontstekingen ontstaan in verschillende delen van het lichaam. Wanneer de ziekte zich ergens voordoet verzamelen zich ter plaatse vele witte bloedcellen die zich ophopen in kleine knobbeltjes (granulomen). Het vaakst wordt de ziekte aangetroffen in de longen, de lymfeklieren, de huid, de ogen en de gewrichten.
Gevolgen
In de meeste gevallen verdwijnen de granulomen na verloop van tijd spontaan, maar soms blijven ze aanwezig of ontstaan er telkens nieuwe. In dat geval kan de ziekte jaren blijven bestaan. Wanneer granulomen genezen kan er littekenweefsel voor in de plaats komen. De aanwezigheid van vele granulomen, al dan niet in combinatie met littekenweefsel, kan leiden tot stoornissen in de functie van de betreffende organen, zoals bijvoorbeeld de longen. Dit kan dan de oorzaak zijn van het ontstaan van klachten zoals kortademigheid.
Symptomen
De ziekte heeft vaak een grillig verloop, met klachten die per persoon kunnen verschillen. Welke klachten optreden hangt af van het orgaan waarin de granulomen zich bevinden. Wanneer er sprake is van sarcoïdose in de longen zijn kortademigheid of droge hoest de meest voorkomende klachten.
Slaapapneu
Sommige mensen ademen onregelmatig tijdens de slaap. Als de ademhaling keer op keer langer dan 10 seconden stokt en dit overdag leidt tot moeheid, slaperigheid of hoofdpijn, spreekt men van slaapapneuklachten. Apneu betekent ‘niet ademen’. Meestal ontstaat apneu door een te slap strottenhoofd of een te slappe luchtpijp. Hierdoor sluit bij volledige ontspanning (slaap) de luchtweg af. De ademhaling stopt dan. Het zuurstofgehalte in uw lichaam daalt, waarna u plots wakker wordt of actief weer gaat ademen. Met name bij overgewicht en overmatig alcoholgebruik kan slaapapneu optreden. Door het veelvoorkomende snurken en de onrust is slaapapneu vaak ook vervelend voor de partner.
Symptomen
De patiënt heeft herhaaldelijk (soms tientallen keren per nacht) een stokkende ademhaling. Vaak zal hij dat zelf niet direct merken, maar de partner wel. De diagnose van slaapapneu wordt gesteld na uitvoerig onderzoek in een slaaplaboratorium.
Tuberculose
Tuberculose is een besmettelijke infectie door een bacterie, de tuberkelbacil. Meestal is er sprake van een infectie van de long, maar ook andere delen van het lichaam zoals de botten of de nieren, kunnen geïnfecteerd raken. Mensen met longtuberculose kunnen anderen besmetten doordat bij het hoesten en praten bacteriën in de lucht komen. Inademing van die lucht leidt tot besmetting. U kunt niet besmet raken door voedsel of huishoudelijke voorwerpen. Slechts 10% van de besmette mensen wordt ziek: normaal gesproken maakt het lichaam voldoende afweerstoffen tegen de bacterie. Bij een verminderde weerstand (bijvoorbeeld door een andere ziekte) kunt u wel klachten krijgen. Het kan na een besmetting jaren duren voordat er klachten ontstaan.
Symptomen
Last van moeheid, veel zweten en afvallen. Vaak heeft de patiënt verhoging. Als de infectie in de longen zit, wordt soms bloed ophoest. Ook bestaat kortademigheid. De aandoening is vast te stellen door een huidtest (Mantouxprik) of door het maken van een röntgenfoto van de longen.
Veteranenziekte
De veteranenziekte is een infectie door de Legionellabacterie. De Legionellabacterie zit in heel kleine getale in grond- en leidingwater. De bacterie wordt pas een probleem als deze zich kan vermenigvuldigen: dit gebeurt in stilstaand water zonder chloor van 25 tot 55 graden Celsius. Besmetting vindt vooral plaats via de longen door het inademen van de bacterie in zeer kleine druppeltjes water in de lucht (nevel). De ziekte kan niet van de ene mens op de andere worden overgedragen en is niet besmettelijk. Het drinken van water vormt geen risico.
Symptomen
Twee tot tien dagen na besmetting krijgt de patiënt last van snel opkomende hoofdpijn, spierpijn en een ziek gevoel. De ziekte kan erg lijken op griep. Hierbij ontstaat koorts, hoesten en wordt kortademigheid. Soms heeft hij last van braken of diarree.