Ginseng, geheugen en veroudering
Dat ginseng als gezondheidsmiddel zijn reputatie niet gestolen heeft, mag blijken uit de vele wetenschappelijke onderzoeken van de laatste tientallen jaren.
Ginsenosiden zijn de belangrijkste stoffen in Panax ginseng. Het zijn triterpeenglycosiden, stoffen die ook in veel andere toniserende, adaptogene planten voorkomen. Op grond van hun chemische structuur deelt men de ginsenosiden in 3 typen in: het oleanolzuur-, panaxadiol- en panaxatriol-type. Naast de ginsenosiden zijn in de verschillende delen van de plant andere stoffen gevonden zoals polysacchariden, flavonoïden, daucosterol, slijmstoffen, aminozuren, bitterstoffen, vitamines, choline, pectines, vette en vluchtige olie.
Wortel of hele plant?
Zhang et al. hebben de gehaltes aan ginsenosiden in de verschillende delen van de plant met elkaar vergeleken. De resultaten laten zien, dat het totale gehalte aan ginsenosiden in bloemknoppen, bladeren en wortelstok hoger is dan in de wortel zelf. Het gehalte aan panaxadiol- en panaxatriol-saponinen blijkt in de bloemknoppen het hoogst te zijn. En dat is wel verrassend omdat tot nu toe alleen de wortel gebruikt werd. Op grond van deze uitkomsten suggereren de auteurs dat het de moeite waard is, de gehele ginsengplant te onderzoeken en mogelijk te gebruiken.
De relatie tussen ginsenosidegehalte en het oogstjaar van de plant
Algemeen wordt aangenomen dat 5 tot 6 jaar oude planten het meest geschikt zijn voor medicinaal gebruik. Zhang et al. hebben DLC (dunnelaag chromatografie) en colorimetrische methoden gebruikt voor een kwantitatieve vergelijking van het saponinegehalte in planten van verschillende leeftijd. Uit dit onderzoek is gebleken dat het totale saponinengehalte en dat van ginsenoside Rb, Rg en Ro laag is na 2 jaar, maximaal is na een groeiperiode van 4 à 5 jaar, en weer afneemt na 6 jaar.
Invloed op centraal zenuwstelsel
Oudere onderzoekingen hebben aangetoond dat ginseng modulerende, regulerende effecten heeft op de hogere centra van het centraal zenuwstelsel. Daarnaast heeft ginseng opmerkelijke effecten op het endocriene systeem wat betreft de regulatie van de bloedsuikerspiegel, hetgeen is gedemonstreerd in proefdiermodellen. Recent experimenteel en klinisch onderzoek toont een verscheidenheid aan effecten, zoals een opvallend effect bij ernstige circulatiestoornissen (shock), een modulerend effect op het immuunsysteem, modulatie van cellulaire stofwisselings processen, modulatie van de activiteit van het neuro-endocriene systeem, verbetering van het leervermogen/geheugen enz. In een groot aantal artikelen wordt melding gemaakt van anti-stress activiteit en effecten op centrale neurotransmitters, de boodschappers van het zenuwstelsel.
Invloed op hart en bloedvaten (cardiovasculair)
Studies die plaats vonden tussen 1920-1950 laten zien dat ginseng een verscheidenheid aan cardiovasculaire effecten kan uitoefenen. Meer recent onderzoek toonde aan dat ginsenosiden een beschermende werking hebben bij hartinfarcten. Het beschermende effect van de ginsenosiden wordt in verband gebracht met:
- vertraging van de hartfrequentie, reductie van het zuurstofverbruik en vermindering van de weerstand van de perifere bloedvaten;
- verbetering van demyocard stofwisseling, correctie van het suiker- en vetmetabolisme;
- verbetering van de prostaglandine I2 release en remming van de tromboxaan A2 produktie;
- vermindering van de intracellulaire vrijmaking van calcium en remming van de calcium instroom.
Ook is met ginseng een effect op de bloedstolling waargenomen. Ginsenosiden remmen in het konijn de bloedplaatjesaggregatie, die geïnduceerd wordt door adenosine difosfaat (ADP), arachidonzuur, collageen en thrombine, zowel in vitro als in vivo.
Effecten bij vermoeidheid
Ginseng-saponinen kunnen de synthese van RNA, DNA en eiwitten stimuleren. Dit wordt beschouwd als een mogelijke fysiologische basis voor zijn anti-vermoeidheidseffect.
Noötropische werking (effecten op het geheugen)
Ginsenoside Rgl en Rbl zijn de noötropische bestanddelen van ginseng. Dat wil zeggen dat deze twee verbindingen de geheugenfunctie en het leerproces verbeteren in zowel normale dieren, als in dieren waarvan het leervermogen is beschadigd. Diverse biologische effecten liggen ten grondslag aan deze activiteit; Rgl en Rbl:
- beïnvloeden cholinerge mechanismen in de hersenen, en verhogen de aanmaak en het vrij maken van acetylcholine,
- verlagen de 5-HT (serotonine)-spiegel in de hersenen,
- bevorderen het nucleotide- en eiwitmetabolisme in de hersenen en
- verlagen het gehalte aan en bevorderen de afbraak
Klinische en farmacologische activiteiten van ginseng
- Anti-stress werking
- Beschermend effect bij circulatoire shock en modulatie van de cardiovasculaire activiteit
- Verbetering van het geheugen en het leervermogen
- Modulatie van het neuro-endocriene systeem
- Modulatie van de cellulaire metabole processen (koolhydraat-, eiwit- en vetmetabolisme)
- Bevordering van de aanmaak van bloedcellen
- Modulatie van het immuunsysteem
- Bescherming tegen straling en lever-toxiciteit van vrije zuurstof radicalen.
Hieruit kan ook de conclusie worden getrokken dat er gegronde redenen bestaan om ginseng toe te passen in noötropische en anti-verouderingstherapieën.