Konijnen koppelen: hoe worden twee konijnen beste maatjes?
Konijnen zijn sociale dieren die graag bij soortgenoten vertoeven. Zeker wanneer je een konijn buiten houdt is het aan te raden om steeds twee konijnen te houden. Ook een dier dat binnen leeft vindt het prettig om gezelschap van een ander konijn te hebben. Maar konijnen koppelen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. In het wild bestaat tussen konijnen een hiërarchie. Wanneer je twee konijnen zomaar bij elkaar plaatst zullen ze onder elkaar de rangorde bepalen en uitvechten wie de baas is. Daarom moet je stap voor stap te werk gaan en met een aantal dingen rekening houden. Hoe koppel je konijnen en wat moet je weten wanneer je konijnen succesvol wilt koppelen?
Konijnen koppelen: drie fabeltjes
Elk konijn moet gekoppeld worden
Het is een fabeltje dat men konijnen
altijd met twee moet houden. Toegegeven, konijnen met twee houden heeft zeker de voorkeur. Een konijn is niet gemaakt om alleen in een buitenhok te leven, voelt zich dan eenzaam en verveelt zich.
Maar een konijn dat binnen leeft, minstens tweemaal per dag een paar uur uit de kooi kan en elke dag veel contact met zijn baasjes heeft kan zich ook prima in zijn vel voelen alleen.
Wanneer je één konijn houdt is het essentieel dat het dier elke dag genoeg aandacht krijgt en niet hele dagen alleen in een kooi zit. Mensen die overdag uit werken gaan kunnen dan ook beter twee konijnen houden.
Je kan een konijn aan een cavia koppelen
Wat absoluut niet kan is een konijn samen met een andere soort zoals een cavia of hamster huisvesten. Hoewel konijnen en cavia’s het vaak goed met elkaar kunnen vinden zijn het heel andere dieren met volledig andere voedingsbehoeften en andere gewoonten.
Het voer van de cavia is niet geschikt voor konijnen en omgekeerd. Bovendien kan een cavia voor een konijn nooit een soortgenoot vervangen.
Een konijn koppelen is gemakkelijk
Koppelen van konijnen kan twee kanten uit. Het kan heel vlot gaan en je kan vaststellen dat een mannetje en vrouwtje elkaar meteen aardig vinden. Dat merk je bijvoorbeeld wanneer ze elkaar beginnen wassen. Bij andere konijnen is koppelen een hele opgave.
Vaak stelt men koppelen als iets heel eenvoudigs voor, maar dat is dus beslist niet zo. Sterker nog, het is zelfs zo dat sommige konijnen helemaal niet te koppelen zijn wat je ook probeert.
Er bestaat ook niet één eenvoudige manier om konijnen te koppelen die bij alle dieren gegarandeerd werkt. Gelukkig bestaan er wel heel wat nuttige tips en tricks die de kans op een succesvolle koppeling bevorderen.
Wat je vooraf moet weten
De kansen om twee konijnen goed te koppelen zijn volgens mensen met ervaring het grootst wanneer de twee konijnen ongeveer dezelfde grootte hebben, tot hetzelfde ras behoren of ongeveer dezelfde leeftijd hebben.
Dit betekent echter niet dat je een jong en ouder konijn niet kan koppelen, of dat een klein en groot ras het niet met elkaar kunnen vinden. Het kan wel iets moeizamer gaan.
Ook is het volgens velen het makkelijkst om een mannetje aan een vrouwtje te koppelen, wat niet betekent dat twee mannetjes of twee vrouwtjes helemaal niet te koppelen zijn.
Ook moet je weten dat heel jonge konijnen die nog niet volwassen zijn zo goed als niet te koppelen zijn. Het is vaak beter om het koppelen uit te stellen wanneer beide of één van beide dieren nog maar een paar maanden is.
Wanneer een konijn volwassen wordt verschilt van ras tot ras. Jonge konijnen worden volwassen na drie tot vier maanden. Bij grotere rassen is dit vaak pas na zeven tot negen maanden.
Daarna moet je stap voor stap te werk gaan. Eén van volgende vier stappen overslaan of weglaten kan het verschil betekenen tussen een gelukte of mislukte koppeling.
- Stap één: castreren of steriliseren van je konijnen
- Stap twee: nog een maand geduld oefenen
- Stap drie: de konijnen langzaam aan elkaar laten wennen
- Stap vier: de eerste ontmoetingen
Stap één: castreren of steriliseren van je konijnen
Voor de koppeling van een mannetje en vrouwtje mag wel duidelijk zijn dat operatie vooraf noodzakelijk is om zwangerschap te voorkomen. Veel mensen denken echter dat het niet nodig is om konijnen van hetzelfde geslacht eerst te laten castreren of steriliseren.
Niets is minder waar: op een zeldzame uitzondering na is het haast onmogelijk om twee mannetjes of twee vrouwtjes te koppelen wanneer beiden niet eerst zijn geopereerd. Twee mannetjes zullen vroeg of laat vechten door hormonaal en territoriaal gedrag. Ook twee vrouwtjes kunnen vechten en agressief gedrag vertonen wanneer ze niet zijn gesteriliseerd.
De operatie van je konijn kan vanaf een leeftijd van zes maanden. Naast een betere koppeling heeft het
castreren of steriliseren van je konijn nog heel wat andere voordelen, vooral het vermijden van kankers op latere leeftijd bij vrouwtjes.
Bang zijn voor de operatie en de narcose is niet nodig wanneer je beroep doet op een konijnkundige dierenarts. Hoewel een nulrisico bij narcose niet bestaat is de kans dat een dierenarts met kennis van zaken een jong en gezond konijn verliest bij de narcose uiterst klein.
Zolang beide konijnen niet geopereerd zijn moet je de konijnen scheiden om een mogelijk gevecht te vermijden. Vergeet immers niet dat konijnen een heel goed geheugen hebben. Wanneer ze met een soortgenoot hebben gevochten herinneren ze zich dat nog een hele tijd. Dit kan het nadien veel moeilijker maken om ze nog aan elkaar te kunnen koppelen.
Stap twee: nog een maand geduld oefenen
Na de operatie van beide konijnen is het aan te raden om nog minstens één maand te wachten voor je de konijnen koppelt. Zo kunnen wonden van de operatie eerst volledig helen.
Bovendien blijven mannetjes nog zeker drie weken tot één maand na de operatie vruchtbaar. Ze kunnen dus na de operatie nog bij een vrouwtje jongen verwekken!
Stap drie: de konijnen langzaam aan elkaar laten wennen
Voor je de konijnen gaat koppelen is het aan te raden om hun kooien al een paar weken zij aan zij te zetten. Dit laat hen toe om te wennen aan elkaars geur, geluid en aanwezigheid zonder de mogelijkheid tot vechten.
Laat wel een kleine ruimte tussen beide kooien. Zo kunnen ze niet met de voorpoten naar elkaar klauwen.
Stap vier: tips voor de eerste ontmoetingen
Neutraal terrein
Daarna kan je de konijnen voor het eerst met elkaar in contact laten komen. Dit gebeurt de eerste keer op neutraal terrein, bijvoorbeeld de badkamer of een kamer die voordien nog door geen van beide konijnen is bezocht. Tien minuten is de eerste keer voldoende.
Herhaal dit proces in de volgende weken regelmatig en laat de dieren telkens wat tijd met elkaar doorbrengen in deze neutrale ruimte. Je kan de duurtijd geleidelijk verhogen met elke nieuwe ontmoeting.
De neutrale ruimte mag niet te groot zijn. Een veelgemaakte fout is om een grote kamer te kiezen als neutrale ruimte. Het klinkt ook logisch: in een grote ruimte hebben ze meer plaats om 'hun ding te doen'. Maar een te grote ruimte met een vreemd konijn leidt vaak tot 'jagen' waarbij het ene konijn het andere achterna zit. Jagen moet je vermijden want bevordert de koppeling niet.
Breng ze daarna terug elk in hun eigen kooi in de gewone kamer maar houd de kooien nog steeds dicht bij elkaar zodat ze elkaar kunnen blijven zien. Het kan ook helpen om elk konijn elke week afwisselend in de ene en de andere kooi te plaatsen.
Op niet-neutraal terrein konijnen koppelen is niet onmogelijk, maar het is alleszins veel moeilijker en daarom niet aan te raden.
Dozen
Een andere tip om het koppelen van de konijnen te bevorderen is om elk konijn een eigen toiletdoos te geven in de neutrale kamer. Plaats ook een kartonnen doos in het midden van de kamer. Dit laat de konijnen toe om even uit elkaars zicht te verdwijnen indien ze dat willen. Laat hen rustig de neutrale kamer verkennen terwijl jij erbij bent maar kom niet tussenbeide.
Het is ook heel belangrijk dat je zelf op de achtergrond blijft. Zelf bij de twee konijnen gaan zitten helpt niet en kan het proces alleen maar verstoren. Het is wel nodig dat je de konijnen van op afstand in het oog houdt, maar laat de dieren vooral 'samen zijn'.
Wanneer ingrijpen?
Mochten de konijnen beginnen vechten moet je ze onmiddellijk terug scheiden. Een gevecht moet je zo snel mogelijk afbreken omdat konijnen zich dit nog lang herinneren. Dit kan de koppeling nadien bemoeilijken. Het is belangrijk dat je niet zelf tussenbeide komt.
Je breekt het gevecht af door de konijnen op te schrikken. Dit kan je doen door luid met je voeten op de grond te stampen en kordaat "Nee!" te zeggen. Andere mensen gebruiken een pan met een metalen lepel waar ze op kloppen of het lawaai van een stofzuiger die ze plots aanzetten.
Ook hier is het weer van belang dat je zelf op afstand blijft wanneer je geluid maakt. Wanneer de konijnen opschrikken zullen ze niet naar jou kijken maar steun bij elkaar zoeken. Dit bevordert het koppelingsproces.
Tegelijk is het echter ook van belang dat je niet te vlug ingrijpt. Wanneer één van de konijnen even het andere bestijgt betekent dit alleen een uitdrukking van dominantie: je hoeft ze daarom niet uit elkaar te halen. Ook grommen, met de achterpoten kloppen of wat bijten is vaak gewoon onderdeel van het gewone proces.
Zolang de konijnen niet voortdurend hard in elkaar bijten, elkaar voortdurend en overdreven achterna jagen of een echt gevecht aangaan moet je de drang om in te grijpen bij het minste teken van agressie weerstaan.
Op goede weg?
Na een tijdje kan je zien dat de dieren elkaars vacht likken. Soms gebeurt dit al bij de eerste ontmoeting, andere keren pas na verschillende weken. Dit is een goed teken en wijst erop dat ze goed met elkaar beginnen opschieten. Ook wanneer ze onverschillig en ongestoord bij elkaar zitten of samen eten ben je op goede weg.
Bron: Alexas Fotos, PixabayGeduld is een mooie deugd
Konijnen succesvol koppelen vraagt meer dan één poging. Het kan een maand of langer duren voor de twee dieren goed met elkaar opschieten. Laat de konijnen ook niet samen enkel omdat de eerste ontmoetingen goed verliepen.
Je kan ze pas veilig bij elkaar in dezelfde kooi laten of samen laten spelen wanneer ze minstens twee weken goed met elkaar hebben opgeschoten. Met veel geduld kunnen je dieren zo vrienden voor het leven worden!
Lees verder