Huisvesting van een konijn: binnen in kooi of buiten in ren?

Wanneer je een konijn aanschaft zal je moeten kiezen of je het dier binnen of buiten zal houden. Elke mogelijkheid heeft zijn voor- en nadelen. Bovendien is het belangrijk dat je een aantal regels in acht neemt, want goede huisvesting van een konijn draagt aanzienlijk bij tot de gezondheid van je dier. Zo is niet elke kooi geschikt voor konijnen. Ook de keuze van bodembedekking is niet onbelangrijk. Houd je een konijn buiten zijn ook het weer en roofdieren mogelijke gevaren. Met een aantal tips kan je de fouten die de gezondheid van je konijn kunnen bedreigen alvast vermijden.

• Hoe woont een konijn in de natuur?
• Je konijn binnenshuis of buitenshuis huisvesten?
• Je konijn binnen in een kooi houden
• Huisvesting van een konijn in een ren of konijnenhok buitenshuis

Hoe woont een konijn in de natuur?

Het konijn woont in een hol onder de grond. Deze ruimte heeft een complexe structuur met verschillende soorten kamers en een wirwar van tunnels en nooduitgangen.

Het konijnenhol

Wilde konijnen zijn sociale dieren die in grote families samenleven. Ze wonen in een groot hol onder de grond met een centrale woonruimte die men de ‘ketel’ noemt. Vanuit de centrale kamer loopt een uitgebreid stelsel van tunnels naar de oppervlakte.

Vluchtgangen

De dieren graven ook ‘vluchtpijpen’. Dit zijn kleinere nooduitgangen die ze gebruiken wanneer er gevaar dreigt. Wanneer een wezel het hol binnendringt zullen de konijnen proberen ontsnappen langs de smallere vluchtpijpen.

Nestkamers

In het hol bevinden zich ook nestkamers in de buurt van de centrale woonruimte. De vrouwtjes trekken naar de nestkamers om de jongen ter wereld te brengen.

Je konijn binnenshuis of buitenshuis huisvesten?

Binnen

Je konijn binnenshuis houden is meestal de beste keuze. Een konijn is sociaal en is niet graag alleen. Op die manier heb je meer contact met je konijn dan wanneer het buiten leeft. Bovendien is het dier op die manier beschermd tegen barre weersomstandigheden, hitte of kou. Konijnen kunnen wel beter tegen kou dan tegen warmte. Ook zal je mogelijke ziekten of aandoeningen sneller opmerken wanneer je konijn binnen leeft.

Buiten

Een konijn dat buiten leeft mag je nooit alleen houden. Het dier voelt zich dan vaak eenzaam, krijgt weinig aandacht of wordt zelfs verwaarloosd. Velen zijn ook van mening dat konijnen buiten minder lang leven dan binnenshuis, maar hier is geen sluitend bewijs voor. Een konijn dat buiten leeft kan ook oud worden wanneer het genoeg aandacht en verzorging krijgt en gekoppeld werd aan een soortgenoot. Uiteraard kan je konijnen maar koppelen wanneer je ze eerst beiden laat castreren of steriliseren.

Je konijn binnen in een kooi houden

Een geschikte kooi voor je binnenkonijn

Indien je gekozen hebt om je konijn binnenshuis te houden zal je eerst op zoek moeten gaan naar een geschikte kooi. Overdag of wanneer je niet thuis bent blijft je konijn immers best in een afgesloten kooi.

Wat is een goede kooi? Hier geldt één simpele regel: hoe groter hoe beter. Je konijn moet in alle richtingen lang uitgestrekt kunnen liggen en rechtop kunnen staan op de achterpoten zonder de bovenkant van de kooi te raken. Een kooi van 150 op 80 centimeter is voor één konijn het minimum. Wanneer je een konijn in een te kleine kooi houdt kan hij uiteindelijk spierzwakte, verzwakking van botten of een verkromde rug ontwikkelen.

Niet alle kooien van voldoende grootte zijn daarom ook geschikt voor konijnen. Een kooi met een vloer van tralies is absoluut ongeschikt en leidt na verloop van tijd tot ontstekingen van de voetzolen en allerlei problemen met de poten. Neem in elk geval een kooi met een vaste, volledig dichte vloer.

Ook ventilatie van de kooi is belangrijk. Een kooi die aan de zijkanten volledig dicht is is geen goed idee. De kooi krijgt dan weinig verse lucht en geuren als ammoniak uit de urine blijven hangen. Dit kan gevolgen hebben voor de luchtwegen van je konijn. Kies voor een kooi die bovenaan en langs de zijkanten tralies heeft en met een deurtje vooraan of aan de zijkant, of waarvan je de zijkant helemaal open kan zetten als het konijn uit de kooi mag.

Een goede plaats voor de kooi

Best plaats je de kooi stevig op de grond op een vaste plaats in de woonkamer, bij voorkeur met één zijde tegen een binnenmuur. Zo voelt het konijn zich rustiger en veiliger dan wanneer de kooi in het midden van een open ruimte staat. Door de kooi op de grond te plaatsen kan het konijn zelf ook gemakkelijk in en uit de kooi springen wanneer je thuis bent.

Onder een open raam of vlakbij een radiator van de verwarming zijn zeker geen goede plaatsen. Tocht kan je konijn ziek maken en ze kunnen niet goed tegen hitte.

Geschikte bodembedekking voor de kooi

Even belangrijk als de kooi zelf is de bedekking die je op de vloer van de kooi aanbrengt. Sommige soorten zoals zaagsel zijn volledig uit den boze voor konijnen. Zaagsel veroorzaakt gassen die de luchtwegen van je konijn schade toebrengen. Ook kranten absorberen niet genoeg urine en zijn absoluut niet geschikt.

Hooi is het belangrijkste bestanddeel van de voeding maar niet geschikt als bodembedekking omdat het niet genoeg vocht opneemt. Andere soorten zijn op zich niet schadelijk maar bevatten zoveel stof dat ze op lange termijn een aanslag zijn op de luchtwegen van je huisdier. Voorbeelden van goede, zachte bedding zijn Cotton Comfort en No-Smell.

Wat je zeker nooit mag gebruiken zijn korrels van kattenbakvullingen. De meeste hiervan bevatten ‘reukwerende’ stoffen die giftig zijn en waar je konijn kan aan sterven.

Onderhoud van de kooi

Een goede kooi en goede bodembedekking alleen volstaan niet om je konijn gezond te houden. Eén keer per week moet je de kooi volledig reinigen. Dit betekent de bedding uit de kooi volledig verwijderen, de bak van de kooi wassen met water en zeep of azijn, de kooi drogen met een handdoek en terug nieuwe, schone bedding in de kooi doen.

Daarnaast moet je ook één keer per dag de bodembedekking in de ‘toilethoek’ van het konijn verschonen en de keutels uit de kooi verwijderen met een schepje. Konijnen zijn uit zichzelf propere dieren die zich verschillende keren per dag helemaal wassen. Ze hebben er een grondige hekel aan om in een vuile kooi te moeten leven. Dit kan hen zelfs stress bezorgen met darmproblemen tot gevolg.

Minimum vier uur per dag uit de kooi

Vergeet niet dat een konijn elke dag minimum drie tot vier uur lichaamsbeweging nodig heeft en uit de kooi moet kunnen. Voldoende dagelijkse lichaamsbeweging is van cruciaal belang voor de gezondheid van je dier.

Huisvesting van een konijn in een ren of konijnenhok buitenshuis

Een geschikt verblijf voor je buitenkonijn

Wanneer je beslist om je konijn buiten te houden is een gepast verblijf noodzakelijk. Ook hier geldt vooral één simpele regel: hoe groter hoe beter. Een buitenkonijn leeft best niet alleen maar samen met een soortgenoot. Herinner je dat konijnen in de natuur in grote families leven. Zonder aandacht en gezelschap zal je konijn zich niet gelukkig voelen.

Bescherming tegen weer, insecten en roofdieren

Het verblijf van je konijn moet je beschermen tegen weer en wind. Huisvesten onder een afdak of in een afgesloten tuinhuis is ideaal. Aangezien konijnen slecht tegen hitte kunnen en zelfs kunnen sterven door oververhitting mogen ze nooit in de volle zon zitten. Zorg ervoor dat ze in de zomer in de schaduw zitten. Ook bescherming tegen vocht en tocht (wind) is nodig.

Je moet het verblijf ook beschermen met fijne gaas om het risico op infecties en ziekten verspreid door muggen, vliegen en andere insecten zo klein mogelijk te houden. Denk daarbij vooral aan ziekten als myxomatose en RHD.

Afhankelijk van waar je woont bestaat ook het risico op bezoek van roofdieren zoals vossen ’s nachts. Daarom is een afgesloten tuinhuis vaak de beste optie.

Wanneer de temperaturen in de winter fors onder het vriespunt dalen kan je stro in het hok leggen voor extra warmte.

Onderhoud van het verblijf

Ook een hok buiten moet je één keer per week met water en azijn schoonmaken, om opstapeling van vuil en uitwerpselen te voorkomen.

Voldoende lichaamsbeweging in een ‘ren’

Een konijn is niet gemaakt om hele dagen opgesloten te zitten in een kooi en niet te kunnen bewegen of rondlopen. Best maak je in de tuin een afgesloten ‘ren’. Dat is een deel van de tuin dat je met draad afmaakt en waar het konijn naar hartenlust kan rondlopen. Wanneer hij vanuit zijn hok rechtstreeks in de buitenren kan is ideaal. Het is wel aan te raden om ’s nachts het verblijf op slot te doen.

4 m² is het minimum voor een ren. Best maak je ook een overdekt deel, zodat je konijn ook bij slecht weer of regen nog buiten kan. Plaats hier en daar wat speelgoed in de ren zoals brugjes, grote buizen om door te kruipen, twijgjes van onbesproeide wilg of appelboom en boomstronken. Zo maak je de ren vanzelf interessant voor je konijn.

Konijnen kunnen goed graven en dus moet je je voorzorgen nemen. Waar de ren komt moet je eerst ongeveer veertig centimeter onder de grond gaas en tegels of houten planken aanbrengen. Graaf de zijkanten van de ren (inclusief het gaas) eveneens zo’n vijftig centimeter in de grond. De ren moet minimum tachtig centimeter hoog zijn en bovenaan eveneens met gaas overspannen worden, om te vermijden dat de konijnen er uit springen.