Castratie of sterilisatie van je konijn: voordelen en risico
Veel baasjes van konijnen stellen zich de vraag of ze hun rammelaar (mannetjeskonijn) moeten laten castreren of hun voedster (vrouwtjeskonijn) laten steriliseren. Het spreekt vanzelf dat dit nodig is wanneer je meerdere konijnen samenhoudt. Maar de opvatting dat dit alleen nodig is als je twee of meer konijnen hebt is intussen achterhaald. Wist je dat vrouwtjeskonijnen die niet gesteriliseerd worden maar liefst tachtig procent kans hebben op baarmoederkanker? En dat is niet de enige reden waarom de operatie van je konijn een must is. We zetten alle voor- en nadelen op een rij, gaan na wat het risico is en geven je tips om je konijn na de operatie bij thuiskomst zo goed mogelijk op te vangen.
Voordelen voor rammelaars
Hormonaal gedrag en agressie verminderen
Bij mannetjes is castratie vooral nodig om op volwassen leeftijd hormonaal en agressief gedrag te vermijden. Een rammelaar die niet geopereerd werd kan gefrustreerd raken en zijn agressie koelen op meubels of behangpapier. Bovendien sproeien niet gecastreerde rammelaars ook vaak urine om hun territorium af te bakenen. Voor het konijn is dit natuurlijk en normaal gedrag, maar het spreekt vanzelf dat dit voor de baasjes niet leuk is. Een gecastreerd mannetje kan ook nog urine sproeien maar meestal gebeurt dit toch minder vaak.
Verminderen van het risico op kanker
Het risico om op latere leeftijd teelbalkanker te ontwikkelen verdwijnt ook wanneer je mannetjeskonijn werd gecastreerd.
De voordelen voor voedsters
Vermijden van bepaalde kankers
Voedsters die niet gesteriliseerd zijn hebben een kans van maar liefst tachtig procent om tegen de leeftijd van vijf jaar baarmoederkanker te ontwikkelen. Door je vrouwtjeskonijn te laten steriliseren schakel je dit risico uit.
Agressief gedrag voorkomen
Ook bij vrouwtjes neemt agressief gedrag op volwassen leeftijd sterk af na operatie.
Voordelen voor zowel rammelaars als voedsters
Zindelijk maken van het konijn
Je kan konijnen die geopereerd werden leren om hun behoefte alleen in een bepaalde bak of enkel in de kooi te doen. Bij onbehandelde konijnen lukt het maar zelden om hen dit aan te leren.
Koppelen aan een ander konijn
Nadat het konijn geopereerd werd is het ook mogelijk om het te koppelen aan een ander konijn, met weinig risico op ruzie of gevecht. Maar let op: een mannetje dat gecastreerd werd blijft nog drie weken tot één maand na de operatie in staat om jongen te verwekken. Na de operatie moet je de dieren dus nog zeker vier weken gescheiden houden.
Rustiger karakter
Veel eigenaars vinden ook dat hun konijn een kalmer en zachtaardiger dier wordt na de operatie. Ongewenst gedrag als knagen aan meubels of in cirkels lopen rondom het baasje verdwijnt bijna volledig.
Het risico van een operatie bij een konijn
Het castreren of steriliseren van een konijn is vandaag routine. Voorwaarde is wel dat dit gebeurt door een dierenarts met verstand van konijnen. Helaas zijn er nog steeds heel wat dierenartsen die goed thuis zijn in het behandelen van honden en katten maar van konijnen niet zoveel afweten. Voor deze operatie zal je konijn verdoofd moeten worden, hetzij via een klassieke gasnarcose met isoflurane hetzij via het toedienen van een middel als ‘Dexdomitor’. Dit is voor een jong en gezond konijn een heel klein risico en bij een dierenarts vertrouwd met konijnen niet riskanter dan voor een hond of een kat. Het risico van narcose neemt weliswaar toe bij oudere konijnen boven de zes jaar, maar ook hier geldt dat dit risico bij een goede dierenarts minimaal is en deze zelden een konijn zal verliezen.
Een goede dierenarts zal een konijn ook nooit laten vasten voor een operatie. Een konijn kan niet braken dus vasten is onnodig. Na de operatie houdt een goede dierenarts het konijn warm en krijgt het dier een middel als ‘Antisedan’of ‘Revertor’ toegediend om sneller terug uit de verdoving te komen zodat deze zo kort mogelijk blijft. Het konijn snel na de operatie terug uit de narcose halen verkleint het risico aanzienlijk.
Hoeveel kost castratie of sterilisatie van een konijn?
De prijzen verschillen natuurlijk van de ene dierenarts tot de andere, maar reken toch minstens op een bedrag tussen de vijftig tot honderd euro. De dierenarts gebruikt dure apparatuur om tijdens de operatie de hartslag en toestand van het konijn te bewaken en houdt je konijn ook na de operatie in de gaten. Laat de kostprijs niet de keuze van de dierenarts bepalen. Zijn ervaring en kunde op vlak van konijnen is geld waard.
Wanneer moet de operatie van het konijn gebeuren?
De meeste dierenartsen raden aan om de operatie te doen wanneer je konijn ongeveer zes maanden oud is. Bij mannetjes kan dit eventueel iets vroeger maar omdat narcose bij heel jonge dieren een iets hoger risico zou inhouden kan je gerust nog even wachten.
Castratie of sterilisatie kan ook gerust wanneer je konijn al een zekere leeftijd heeft. Wel is het zo dat het risico toeneemt naarmate het konijn ouder wordt. Dit betekent niet dat het onverantwoord is om dit te doen: een konijnkundige arts zal maar heel zelden een konijn op leeftijd tijdens narcose verliezen.
Hoe je konijn opvangen na de operatie
Na de operatie zal het konijn een pijnstiller zoals ‘Metacam’ meekrijgen voor de eerste dagen. Het belangrijkste is dat het konijn zo snel mogelijk terug gaat eten na thuiskomst. Probeer ’s avonds al of het konijn terug wat wil eten. Geef desnoods uitzonderlijk een klein stukje fruit (veel konijnen zijn dol op banaan) om het konijn aan te sporen iets te eten. Fruit mag geen vast onderdeel van de voeding zijn, maar kan na een operatie helpen om de eetlust van het dier op te wekken. Mannetjes hebben over het algemeen sneller honger wanneer ze terug thuis zijn dan vrouwtjes, die de dag na de operatie zich vaker rustig terugtrekken in een hoek van de kooi.
Ten laatste de volgende morgen zou het konijn al iets meer moeten eten. Indien het konijn nog geen grote hoeveelheden eet is dit normaal. Het belangrijkste is dat hij zeker iets eet, om het even wat, zodat het spijsverteringsstelsel in beweging blijft. Eet hij de volgende morgen nog steeds niet moet je overgaan op dwangvoeren.
Vul een bakje met water en probeer regelmatig of je konijn wil drinken. Veel konijnen hebben ’s avonds na een operatie meer dorst dan gewoonlijk en willen water drinken.
De eerste uren na thuiskomst kan het konijn nog wat gedesoriënteerd zijn en suf rondlopen. Dit betert vanzelf na een paar uur. Veel dierenartsen houden een konijn ook ’s nachts bij na een operatie, om ze in de gaten te kunnen houden en zeker te zijn dat ze terug eten voor ze naar huis gaan.
Samengevat: wat je zeker moet onthouden
- Elk konijn, ook dieren die niet samenleven met andere konijnen, moet geopereerd worden
- Een vrouwtjeskonijn moet gesteriliseerd worden omdat ze anders een heel hoog risico op kanker heeft
- Een mannetjeskonijn moet gecastreerd worden om agressief, hormonaal gedrag en teelbalkanker te voorkomen
- Het is belangrijk om beroep te doen op een goede dierenarts in Vlaanderen of Nederland voor de operatie