Kippenras: Leghornkriel
De leghornkriel is de verdwergde variant van de grote leghorn, en komt voor in veel verschillende kleuren en kleurslagen, waar het ras oorspronkelijk enkel in het wit voorkwam. De dieren zijn vrij temperamentvol en druk, dus hebben ze behoefte aan een verzorger en/of eigenaar die van zichzelf rustig is en de dieren op een rustige manier kan benaderen en behandelen. Leghornkrielen zijn zelden tot nooit broeds, zijn van het gestrekte landhoentype en hebben een gemiddeld gewicht van 800 tot 1000 gram.
Inhoud
Andere benamingen
De leghornkriel staat ook bekend onder de volgende namen:
- Kriel leghorn
- Livorno kriel
- Livourne kriel
- Engelse leghornkriel
- Amerikaanse leghornkriel
- Nederlands-Duitse leghornkriel
- Nederlandse leghornkriel
- Duitse leghornkriel
Land van herkomst
Diverse landen, namelijk Engeland, Amerika, Duitsland en Nederland.
Geschiedenis
De leghornkriel is ontstaan uit kruisingen tussen zijn grote broer de
leghorn, en diverse krielrassen zoals de Minorca-kriel. Net als veel grote rassen, was er ook vraag naar een kleine variant van de leghorn. Er zijn diverse variëteiten of typen van de leghornkriel, afgeleid van de variëteiten die ook bij de grote leghorn voorkomen. Zo zijn er de volgende variëteiten:
- Nederlandse leghornkriel
- Duitse leghornkriel
- Amerikaanse leghornkriel
- Engelse leghornkriel.
De Nederlandse en Duitse leghornkriel tonen zeer veel overeenkomsten en worden ook regelmatig met elkaar gekruist. Deze twee variëteiten worden ook wel onder één groep ingedeeld, welke de Nederlands-Duitse leghornkriel wordt genoemd.
De verschillende variëteiten zijn in het land van herkomst gefokt, waar de grote variëteit is ontstaan. Zo is de Amerikaanse leghornkriel in de Verenigde Staten ontstaan en de Nederlandse leghornkriel in Nederland. De grote leghorn komt oorspronkelijk uit Italië, waardoor het land van herkomst van de leghornkriel in sommige boeken en op het internet ook als Italië aangeduid wordt.
Uiterlijke kenmerken
Als je naar de leghornkriel kijkt, zie je een exacte kopie van de grote leghorn, alleen in een kleiner formaat. De hanen wegen zo’n 900 tot 1000 gram, hennetjes zijn iets lichter met een gemiddeld gewicht van 800 tot 900 gram.
De verschillende typen (Amerikaans, Engels en Nederlands-Duits) verschillen van elkaar op bepaalde gebieden, maar ze vertonen ook weer enkele gemeenschappelijke kenmerken. De typen zijn te vergelijken met de typen die bij de grote leghorn voorkomen. Alle leghornkrielen, ongeacht het type, hebben intens gele poten en de oorlellen behoren altijd wit te zijn, met daaroverheen een gelige gloed. De ogen behoren altijd oranjerood te zijn, en de bouw is vrij licht en gestrekt en toont gelijkenissen met dat van het landhoentype. De voornaamste verschillen tussen de verschillende typen leghornkrielen zijn te vinden in de staart en de kam.
Nederlandse en Duitse leghornkriel
Zo is de staart bij de Nederlandse-Duitse leghornkriel redelijk samengevouwen en laag gedragen, waarbij de haan een rijkelijk voorziene staart heeft met brede, goed geronde sikkels en bijsikkels. Op de kop is een enkele kam aanwezig, alhoewel er soms ook rozenkammige leghornkrielen van dit type voorkomen. Bij een hen die aan de leg is, valt de achterkant van de kam om naar de zijkant van het hoofd.
Amerikaanse leghornkriel
De Amerikaanse leghornkriel heeft een kleinere en fijnere kam dan de Nederlands-Duitse variant. De staart is wat meer gespreid en de staart van de haan is zeer ruim voorzien van bijsikkels. Ook is het zadelbehang bij de Amerikaanse leghornkriel-haan langer en meer overvloedig aanwezig dan bij de hierboven genoemde variant. De sikkels en bijsikkels zijn tevens smaller.
Engelse leghornkriel
De staart van de Engelse leghornkriel is zeer sterk samengevouwen, en de hanen hebben in vergelijking tot de andere variëteiten de minste sierbevedering in de staart. De Engelse leghornkriel is hoger gesteld en neigt iets meer naar het type van de Minorca. Ook is de kam bij de Engelse leghornkriel bijzonder groot, die bij leggende hennen volledig omvalt.
Kleuren
De leghornkriel komt in diverse kleuren voor, alhoewel wit de oorspronkelijke kleur is. Niet alle variëteiten komen in dezelfde kleuren en kleurslagen voor. De kleuren en kleurslagen die hieronder genoemd worden, komen voor bij één of meerdere variëteiten van de leghornkriel. Het kan dus voorkomen dat een genoemde kleurslag wél bij de Engelse leghornkriel voorkomt, maar niet bij de Nederlandse of Duitse leghornkriel.
- Wit
- Buff
- Zwart
- Gestreept
- Zilverpatrijs
- Geelpatrijs
- Blauwpatrijs
- Patrijs
- Blauw
- Rood
- Exchequer
- Bruinpatrijs
- Patrijsgoudflitter
- Roodgeschouderd zilverpatrijs
- Roodgeschouderd wit
- Koekoekpatrijs
- Porselein
- Zilverpatrijs-zilverflitter
- Zwartbont
- Columbia
- Buff columbia
- Blauwpatrijs goudflitter
Karakter
Leghornkrielen zijn vrij temperamentvol, maar kunnen daarnaast ook rustig zijn. Bij veel inzet en geduld van de verzorger of eigenaar, kan de leghornkriel redelijk tam worden, alhoewel ze er niet om bekend staan écht handtam te zijn. Ze houden ervan de ruimte te krijgen, en lopen dan ook het liefst in de vrije uitloop rond op het erf. Maar ook in een wat ruimere ren met voldoende bezigheden kan de leghornkriel goed gedijen. Wanneer ze in een afgesloten ren gehouden worden, is het wel het verstandigst om ook de bovenzijde van de ren goed af te sluiten. Deze krieltjes staan er namelijk om bekend dat ze goed kunnen vliegen, en ook in de hoogte vliegen gaat ze goed af.
Broedsheid en eieren
Leghornkrielen leggen zo’n 140 witte eitjes per jaar, met een gewicht van zo’n 35 gram per stuk. De dieren worden zeer zelden tot nooit broeds, wat normaal is voor een legras zoals de leghornkriel. Wanneer je met de leghornkriel wilt fokken, zal je dus gebruik moeten maken van pleegmoeders van een ander ras die regelmatig broeds wordt, of de eieren moeten worden uitgebroed in een broedmachine.
Gebruiksdoel
De leghornkriel wordt vooral gehouden als legras (140 eieren per jaar), maar ook als sierkipje in de tuin of op het erf doet de leghornkriel het bijzonder goed.
Er bestaat ook een grotere variant van de leghornkriel, namelijk de
grote leghorn.
Lees verder