Hoe herken ik gebitsproblemen bij mijn kat?

Katten zijn meesters in het verbergen van pijn. Ook gebitsproblemen verbloemen zij zoveel mogelijk. Dit heeft een biologische oorzaak. In de natuur is het eten of gegeten worden. Om te eten heeft een kat een territorium nodig om in te jagen. Een kat mag geen zwakte tonen tegenover soortgenoten die azen op uitbreiding van hun eigen territorium. Daarnaast willen katten niet eindigen als ontbijt voor dieren die boven hen in de voedselketen staan. Dus doen ze alsof er niets aan de hand is – ook als de tandpijn niet te harden is. Als liefhebbende huisgenoot willen wij poeslief zoveel mogelijk pijn besparen. Daarvoor is het belangrijk gebitsproblemen tijdig te signaleren. Maar hoe doe je dat?

Verschijnselen die kunnen duiden op gebitsproblemen bij de kat

Een dierenarts kan uitsluitsel geven. Een regelmatige controle bij de dierenarts helpt om klachten te voorkomen. Soms is het mogelijk om voor een lager tarief alleen het gebit te laten controleren.

• Een slechte adem
• Verminderde eetlust
• Verkleuring van tanden en tandvlees
• Snotteren, niezen en traanogen
• Afwijkend gedrag

Een slechte adem

Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor een slechte adem. Eén daarvan is voeding. De inhoud van maaltijdzakjes, blikjes en kuipjes ruikt nu eenmaal niet altijd even appetijtelijk. Dat weerspiegelt zich in de adem van je favoriete huisdier. Medicijnen kunnen hetzelfde effect hebben. Er zijn ook medische problemen die chronisch voor een slechte adem zorgen. Voorbeelden zijn diabetes, nierfalen, leverfalen en sommige huidproblemen. Een slechte adem is in de meeste gevallen te wijten aan bacteriën in de bek van het dier. Deze bacteriën breken breken voedingsstoffen af (vooral eiwitten) en produceren daarbij zwavel. Dit zorgt voor een onaangename geur. Een teveel aan bacteriën kan tandplak en tandsteen veroorzaken. Ook kunnen (tandvlees)ontstekingen ontstaan.

Verminderde eetlust

Een kat laat zich door een slecht gebit er doorgaans niet van weerhouden te eten. Wel kan de eetlust minder zijn. Ook kan het dier iets voorzichtiger eten dan anders en voedsel uit de bek laten vallen. De voorkeur voor bepaalde voeding kan wijzigen: meneer of mevrouw wil opeens andere (minder harde) brokjes. Of laat 's ochtends de brokjes staan in afwachting van het maaltijdzakje dat later die dag volgt.

Verkleuring van tanden en tandvlees

Tanden die zijn aangetast door tandplak en tandsteen verkleuren langzaam. Witte tanden worden steeds minder wit en krijgen een gele of bruine kleur. Ook zwarte plekjes op tanden kunnen duiden op gebitsproblemen. Ontstoken tandvlees is rood van kleur en bloedt snel.

Snotteren, niezen en traanogen

Het lijken misschien symptomen van niesziekte, maar 'verkoudheidsklachten' kunnen ook een aanwijzing zijn voor gebitsproblemen. Na een valpartij kan tandglazuur beschadigen. Dat zorgt voor een infectie van de tandpunt, die zich uitbreidt tot de wortel van de tand. Ontstekingen zorgen vervolgens voor het nodige gesnotter.

Afwijkend gedrag

Al proberen ze hun klachten te verbergen, toch vertonen katten met gebitsproblemen soms afwijkend gedrag. Denk daarbij aan meer likken en met de poot langs de kop wrijven. Dit gedrag zullen zij voornamelijk vertonen na het eten. Afhankelijk van de klachten houdt de kat zijn bek iets geopend. Ook kan het dier kwijlen. Het is mogelijk dat daarbij bloed vrijkomt, omdat het tandvlees bloedt.